Het duizendjarig rijk, hoe zal het zijn? (2)

Henk Schouten • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 12
Meestal wordt het bijbelgedeelte dat we vinden in Jesaja 55 gebruikt voor evangelisatie doeleinden. Er staan zeker een aantal fantastische dingen in. "Zoekt de Here terwijl Hij zich laat vinden" (vers 6). Of wat te denken van "Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde,- zo zijn mijn wegen hoger dan uw wegen en mijn gedachten dan uw gedachten" (vers s). Toch moeten we dit hoofdstuk niet los maken uit het geheel van de profetie van Jesaja. In Jesaja 54 wordt gesproken over Israëls heerlijke toekomst en in Jesaja 56 over Israëls herstel. "Mijn huis zal een bedehuis heten voor alle volken" Jesaja 56:7). Het gaat in dit gedeelte om Israël. Daarom heeft vers 13 behalve een geestelijk, figuurlijke ook een letterlijke dimensie. Er zullen ingrijpende veranderingen in de natuur plaatsvinden, in de tijd dat de tegenwoordige vorst der duisternis gebonden zal zijn, tijdens het duizendjarig vrederijk.

In die tijd zullen er geen misoogsten zijn, geen verwoestende nachtvorsten, geen plagen van ongedierte die het land kaalvreten, geen verbrandende hitte en droogte zullen de aarde dan teisteren. Dat is niet helemaal waar, er zullen ook landen en volken zijn die de Here Jezus niet zullen eren en verheerlijken op het loof huttenfeest dat jaarlijks gevierd zal worden. Dat zal een negatieve invloed hebben op hun welvaart en de opbrengsten van
het land (Zacharia 14:17-18).

Juist in onze dagen zien we een toename van erosie. We zien hoe steeds meer gebieden vruchteloos worden en geen opbrengst meer leveren. De wereldvoedsel voorraden nemen af, niet de rijken maar juist weer de armen hebben daar het meest onder te lijden. Rusland, ooit de korenschuur van Europa is afhankelijk geworden van invoer, hoe zal het gaan?

Het is juist in Israël waar we al hoop zien glorie van die vruchtbare toekomst. Daar zien we projecten en ontwikkelingen waardoor het land dat tot voor kort vruchteloos was weer tot bloei komt. Ja, de woestijn zal bloeien als een roos.

ALLES WACHT
Ook Joël schouwt van die heerlijke toekomst en mag profeteren: "Vrees niet, o land, jubel en verheug u, want de Here heeft grote dingen gedaan. Vreest niet gij dieren des velds, want de weiden der woestijn groenen, want het geboomte draagt zijn vrucht, vijgeboom en wijnstok geven hun rijkdom" (Joël 2:21,22).

We hebben het niet over evolutie, we hebben het niet over verbeterde landbouw methoden, maar we geloven dat de Here God deze dingen doen zal temidden van Zijn volk en dat het een impact hebben zal naar de mondiale samenleving. We moeten stellen dat heel de schepping in barensnood is en met reikhalzend verlangen uitziet naar de openbaar wording der zonen Gods.

Alles wacht op de terugkeer van Israël tot zijn God: "Dan zal de Geest uitgestort worden uit de hoge" (Jes. 32:15). Het gloeiende land zal tot een plas worden en het dorstige land tot waterbronnen" (Jes. 35:7). "De woestijn en het dorre land zullen zich verblijden, de steppe zal juichen en bloeien, ja, juichen en jubelen" (Jes. 35:1 e.v.).

Er kan hier een veelheid van teksten aan toegevoegd worden, allen schilderen ons een heerlijke aarde, waar het goed toeven is voor mens en dier. Ik heb geen idee hoe het zal gaan met de poolstreken en met de Sahara, de prairiën, moeras-, ijs-, bos- en zandgebieden, ik begrijp wel, dat alles met een heerlijk kleed overdekt zal worden. Ja, de vloek dat de aarde om ons doornen en distelen zal voortbrengen wordt dan weggenomen door het heil dat de Here Jezus brengt.

DE WET VANUIT JERUZALEM
Eén en ander hangt nauw samen met de te verwachten veranderingen in ons zonnestelsel en wellicht zelfs daarbuiten. Ja, ook dat hoort bij de positieve veranderingen die op komst zijn. Er zijn mensen die om een vreemde reden nog altijd vast houden aan de idee dat het duizendjarig rijk al begonnen is. Die moeten naar mijn idee de gang van zaken in de huidige samenleving nog eens leggen naast de beloften die ons bekend zijn met betrekking tot het duizendjarig rijk.-Dan is daar nogal een kloof. Straks wanneer onze Here Jezus regeren zal en vanuit Jeruzalem de wet zal doen uitgaan, dan is er ook een herstel te verwachten van de hemellichamen en hun posities ten opzichte van de aarde. Wat denkt u bijvoorbeeld van de volgende belofte? "Dan zal het licht der blanke maan zijn als het licht van de gloeiende zon en het licht van de gloeiende zon zevenvoudig als het licht van zeven dagen op de dag, waarop de Here de breuk van zijn volk verbindt en de toegebrachte wonde geneest". Er zijn mensen die dit betrekken op de tijd van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Maar van die tijd staat geschreven dat we geen zonlicht meer nodig hebben, omdat de Here God Zelf ons zal verlichten. Mist en wolken, orkanen en stormen zullen tot het verleden behoren, hun verwoestende uitwerking die we in onze tijd, de eindtijd zien toenemen zullen dan uitgewoed wezen.

Wanneer de zon, de grootste bron van vruchtbaar leven, zoveel sterker zal zijn, dan zal daaraan gekoppeld ook de welvaart overvloedig worden, zo gaan we iets verstaan van de belofte die Amos schrijven mag: "Zie, de dagen komen, luidt het woord des Heren, dat de ploeger zich aansluit bij de maaier en de druiventeler bij hem die het zaad strooit; dan zullen de bergen druipen van jonge wijn en al de heuvelen daarvan overvloeien" (Amos 9:13).

WEDERGEBOORTE
Het is met de schepping als met de mens, zonder wedergeboorte is de mens dood door de zonde en misdaden, maar wanneer iemand de Here Jezus toelaat in zijn leven, dan wordt hij een nieuwe schepping, een nieuw mens. Zo zal het ook zijn, wanneer de Here Jezus regeert over de aarde, dan zal alles op een ongekende wijze groeien en bloeien.

Ook de zee zal er nog zijn, want de Here Jezus zal regeren van zee tot zee en de wateren vanuit Jeruzalem zullen de zee instromen.

Op grond van de dingen die we uit de Bijbel verstaan mogen we zonder enige reserve aannemen dat het duizendjarig rijk een zichtbaar, concreet gedacht rijk moet zijn, niet de materie zal verdwenen zijn, maar het misbruik ervan. Ik zie geen enkele aanleiding om de beloften die velerlei zijn, in figuurlijke zin te verstaan en te gaan vergeestelijken. Het is ook de letterlijke vervulling daarvan die ons zoveel hoop en uitzicht geeft. Alle 'nevelen' van het ten dele kennen zullen verdwenen zijn, we zullen Gods heerlijkheid mogen aanschouwen. Nu nog hebben we telescopen nodig om de wondere wereld van het heelal te bezien, nu nog hebben we microscopen nodig om de wonderen te aanschouwen die in het kleine aanwezig zijn, een vlindervleugel een bloemblaadje. Maar straks zullen we vanuit de wondere gemeenschap met de Here Jezus zoals onze Heiland dat Zelf uitgesproken heeft in volle pracht mogen zien Johannes 17:24).

ds. Henk Schouten