Het Duizendjarig Rijk

Gieneke van Veen-Vrolijk • 84 - 2008 • Uitgave: 10
“Zalig is hij die leest, en zij die horen de woorden van deze profetie…
…want de tijd is nabij”

(Openbaring 1:3)

Het boek Openbaring behoort tot het type literatuur dat wordt aangeduid als ‘apocalyptisch’. Deze term is afgeleid van het Griekse woord ‘apocalupsis’ (openbaring, onthulling, verlichting)1 waarmee dit Bijbelboek begint: “De apocalypsis/openbaring van Jezus Christus die God Hem heeft gegeven…” Deze opening bepaalt ons bij de Goddelijke Bron van deze Openbaring en maakt vanaf het begin aan duidelijk, dat het om een onthulling gaat die profetisch van aard is, beschreven als ‘de woorden van deze profetie’ (vers 3; vergelijk 19:10c). Openbaring biedt ons een door God gegeven profetische onthulling over dingen die spoedig zullen gebeuren.

Openbaring 20:1-10
Het is opvallend dat van de totale inhoud van Openbaring altijd bijzondere aandacht is besteed aan één specifieke passage, namelijk Openbaring 20:1-10, die handelt over de duizendjarige heerschappij van Jezus Christus op aarde. Dit blijkt uit de grote hoeveelheid studies die in de loop der tijd vooral aan dit gedeelte uit Openbaring zijn gewijd.
Letterlijke lezing van deze passage leert ons, dat hierin zes keer sprake is van een tijd van ‘duizend jaar’, volgend op de wederkomst van Christus op aarde en de overwinning en het ten gronde richten van Gods vijanden (Op. 19). Deze duizend-jaar periode begint met de binding van de satan en zijn werping in de afgrond (vers 1-3); de opstanding van wie hun leven voor Jezus hadden gegeven in de onmiddellijk daaraan voorafgaande tijdspanne en hun beloning (vers 4) en de aanvang van Christus’ regering op aarde, als Koning der koningen en Heer der heren. “Zij zullen met Hem heersen duizend jaar…” (vers 6). Deze regering zal plaatsvinden in Jeruzalem. De duizendjarige periode eindigt met satans tijdelijke loslating, waarna hij een opstand tegen Christus bewerkstelligt, om uiteindelijk door Gods hemelvuur te worden vernietigd (vers 9); satan, de grote verleider, zal voor altijd in de vuurpoel worden geworpen (vers 10). Na deze duizend jaar zal de opstanding en het oordeel van de goddelozen plaatsvinden, gevolgd door de schepping van de nieuwe hemel en aarde.
“Hij Die deze dingen betuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig…” (Op. 22:20).

Het millennium: Christus’ duizendjarig Rijk
Christus’ aardse regering van duizend jaar wordt vaak aangeduid als ‘millennium’. Dit Latijnse woord 2 betekent letterlijk ‘duizend jaar’. In het verband van Openbaring 20:1-10 dient deze term als gangbare benoeming van de hierin herhaaldelijk genoemde duizendjarige periode. ‘Millennium’ is de door profeten voorzegde tijd van Jezus’ koning-zijn op aarde, in het Nieuwe Testament aangeduid als de ‘volheid van de tijden’. De tijd waarvan de profetie luidt: “En Ik zal Israël weer naar zijn woning brengen…” (Jer. 50:19,20).
Alleen in Openbaring vinden wij de nieuwtestamentische profetie van Jezus’ duizendjarige regering; dit is de verwachte periode van heil en geluk waarin de gelovigen met Christus zullen heersen, vóór het einde van de wereld. Maar dit staat niet los van de oudtestamentische profetieën betreffende het einde der tijden, wanneer Gods verbondsvolk Israël ook hersteld zal worden (vergelijk Jes. 11:10-16; 65:20-25; Dan. 7:14,27). Het is de tijd waarin rechtvaardigheid en gerechtigheid zal heersen.
De leer over het millennium wordt veelal aangeduid als ‘millennialisme’ 3. Uitgaande van het in de Griekse grondtekst van Openbaring 20:1-10 voorkomende woord ‘chiliás’ (duizend), wordt ook over ‘chiliasme’ gesproken. In de evangelische eschatologie (leer over de laatste dingen) neemt de leer aangaande het millennium een belangrijke plaats in.

Interpretatie(s) betreffende het ‘millennium’
Veel is er in de loop der eeuwen al gezegd en geschreven over het ‘millennium’. Met betrekking tot de uitleg van de passage over het duizendjarig rijk werden/worden er in het bijzonder de volgende vragen gesteld: Zal er werkelijk een millennium plaatsvinden, dat is een duizendjarige heerschappij van Jezus Christus op aarde? En als dat zo is, zal Jezus’ wederkomst dan vóór of na die periode geschieden?
Uiteenlopende antwoorden zijn op bovenstaande vragen gegeven. Samengevat kunnen drie verschillende millennium-opvattingen worden genoemd, die in de bepaalde perioden van de kerkgeschiedenis de overhand hadden en nog steeds actueel zijn.
-millennialisme
Dit is de leer volgens welke er helemaal geen aardse regering van Christus zal plaatsvinden. Het millennium wordt in dit geval geheel ontkend. In dit opzicht is deze opvatting vaak moeilijk te onderscheiden van het postmillennialisme.
Post-millennialisme
Deze leer houdt in dat met Christus’ wederkomst het millennium ten einde komt. Het post-millennialisme ontkent Jezus werkelijke aardse regering; men gaat er van uit dat de evangelieverkondiging zo vruchtbaar zal zijn, dat de hele wereld tot bekering zal komen. De heerschappij van Christus, symbolisch in het hart van de mens, zal universeel zijn en vervulling van de bede ‘Uw koninkrijk kome, Uw wil geschiede in hemel en op aarde…’ Men baseert dit o.m. op Psalm 47, 72, 100; Jes. 45:22-25; Hos. 2:23; Matt. 24:14. Deze teksten blijken vaak bepalender dan Openbaring 20 en het millennium wordt niet langer gezien als een periode van letterlijk duizend jaar, maar als de gehele kerkgeschiedenis-tijd. Deze opvatting gaat uit van een positieve ontwikkeling, terwijl de Schrift spreekt over vermenigvuldiging van het kwaad in de laatste dagen.
Pre-millennialisme
Volgens deze opvatting zal Christus’ wederkomst Zijn duizendjarige regering op aarde inwijden: met Zijn wederkomst vangt het millennium aan. Het pre-millennialisme gaat er van uit dat de profetieën over het millennium nog een letterlijke vervulling wacht, tevens gebaseerd op oudtestamentische passages, waarin een koninkrijk van rechtvaardigheid en vrede op aarde wordt geschilderd onder de heerschappij van de Zoon van David. Hierbij heeft Israël een speciale plaats; de profetieën en beloften betreffende Israël zullen vervuld zijn… Het moge duidelijk zijn dat het pre-millennialisme de schriftgegevens nauwgezet volgt.

De leer van het duizendjarig rijk en de kerkgeschiedenis
De leer dat er een duizendjarige regering van Jezus op aarde zal plaatsvinden, is nooit door de gehele Kerk aanvaard. Het pre-millennialisme was waarschijnlijk de overheersende opvatting gedurende de vroege periode van de kerkgeschiedenis. In de eerste drie eeuwen hadden de gelovigen een levende, sterke verwachting van Jezus’ wederkomst. De vroegchristelijke eschatologie zag uit naar het millennium/duizendjarig rijk als een tijd van vruchtbaarheid, overvloed, geluk en een heerlijk Jeruzalem. Onder de vroegste kerkvaders waren veel ‘chiliasten’. Irenaeus (einde 2e eeuw) geloofde in een aards duizendjarig rijk, waarin gelovigen en martelaren beloning zouden krijgen. 4 Andere aanhangers van het millennialisme lieten soms te veel hun fantasie de vrije loop inzake de invulling van de duizend jaar. Eusebius waarschuwt hiertegen in zijn kerkgeschiedenis. 5
In de 4e eeuw - na veel vervolgingen - werden veel gegevens uit Openbaring echter vergeestelijkt en opnieuw geïnterpreteerd. Het is vooral te wijten aan de invloed van Augustinus (345-430) dat het geloof in het millennium naar de achtergrond raakte. Hij leerde dat het millennium niet in de toekomst lag, maar al was begonnen met Jezus’ eerste komst. Augustinus ging uit van Marcus 3:27: “Niemand kan in het huis van een sterke gaan… indien hij niet eerst de sterke bindt en dan zal hij beroven…” Satan zou de ‘sterke’ zijn, gebonden tijdens Jezus’ aardse bediening en christenen de hem ontroofden. De eerste opstanding was de geestelijke geboorte van de gelovigen. 6
Gedurende de middeleeuwen was/leek het pre-millennialisme bijna verdwenen. Ook in de volgende eeuwen werkte de ontkenning van een letterlijk millennium door. Pas medio 19e eeuw kwam de leer inzake het duizendjarig rijk terug in conservatieve kringen.

Interpretatie van Openbaring
Helaas leid(d)en allerlei interpretatievragen tot veel discussies. Bovendien begeeft zich men inzake de uitleg van Openbaring vaak op het gevaarlijke terrein van fantasie, inlegkunde, berekeningen en/of star schema-denken. Hierdoor verliest men uit het oog waar het werkelijk om gaat. Verschillende uitgangspunten kent men bij de interpretatie van Openbaring. Het preterisme 7 legt Openbaring uit vanuit de situatie in de eerste eeuw, ervan uitgaande dat het reeds toen vervulde profetieën zijn. Volgens dit principe is er geen toekomstig millennium. Dit in tegenstelling tot het toekomstig-eschatologische principe, dat uitgaat van de profetische aard van Openbaring. Het duizendjarig rijk is profetie en toekomst…

Totdat Hij komt…
Het is bekend dat Openbaring niet altijd gemakkelijk is wat de interpretatie aangaat. Maar ondanks de vele moeilijke aspecten die in dit boek voorkomen is de hoofdlijn duidelijk: Christus komt spoedig, wij moeten gereed zijn en Hem dienen zolang het kan. We weten dat Zijn beloften in Hem ja en amen zijn en dat Hij zal regeren als Koning. Met vreugdevolle verwachting en zekere hoop mogen wij uitzien naar Zijn wederkomst… Dat uitzien heeft voor ons nu, dagelijkse, praktische implicaties van reiniging en voorbereiding.
“En ieder die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, zoals Hij rein is” (1Joh. 3:3).

Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk

1 Vergelijk: 1Kor. 14:26; Ef. 3:3; 2Thess. 1:7.
2 ‘Millennium’ is samenstelling van de Latijnse woorden ‘mille’ (duizend) en ‘annus’ (jaar).
3 Men spreekt ook wel over ‘millenniarisme’.
4 Adv. Haer. v 32.
5 Hist. Eccl. iii:38; vii:24.
6 Stad Gods, xx, 7 ev; Prediking, 259, 2.
7 Latijn: ‘praeteritus’ (verleden), afgeleid van het werkwoord ‘praetereo’ (voorbij gaan van tijd).