Het Boeddhisme en de Dalai Lama
Het Boeddhisme en de Dalai Lama
Het is haast vanzelfsprekend, na de bijsluiter voor Campaign for Tibet, iets over het gewraakte onderwerp te schrijven. Het valt me steeds vaker op dat ik een winkel inloop en er een Boeddha beeld zie staan. Meestal een zittende Boeddha, soms ook goden uit het hindoeïsme. Waxinelichtje erbij, pure afgoderij, maar beseffen we dat wel? Ik herinner me dat ik pas als predikant werkte en bij een zuster op bezoek kwam. Een kruis aan de muur, op het tafeltje een Boeddhabeeldje. Van mijn zoon gekregen was het commentaar.
De Dalai Lama is de geestelijk leider van het Tibetaans Boeddhisme. De term Lama betekent spiritueel leider of goeroe. Dalaï betekent oceaan. Dit Tibetaans Boeddhisme heeft een aantal specifieke kenmerken:
Een geloof in wedergeboren leraren (tulkus) zoals de Dalai Lama.
Een systeem waarbij geschriften worden verborgen om later, wanneer de wereld er klaar voor is, te worden herontdekt (termas).
Een geloof dat de Boeddha zich in menselijke gedaante kan manifesteren, bijvoorbeeld Padmasambhava.
Een geloof dat het bekend is wat er na de dood gebeurt en men de wedergeboorte actief kan beïnvloeden. Zie: Tibetaans Dodenboek
De overdracht van de godsdienst gaat niet alleen via geschriften, maar ook occult magisch. Hierbij spelen mantras een belangrijke rol. Mantras zijn (geheime) zinnen die men voortdurend moet herhalen. Dit versnelt de overdracht van inzicht.
In het Boeddhisme kent men drie wegen die tot verlichting kunnen leiden: Sila (moreel gedrag), Samadhi (concentratie) en Pañña (wijsheid).
Het einddoel is het zogenaamde Nirwana. Dit is de hoogste staat die door een mens bereikt kan worden, waardoor de mens heilig kan worden. Nirwana betekent letterlijk: uitgeblust, uitgedoofd, uitgegaan, niet meer branden. Dit verwijst naar het einde van begeerte, dat is het hoofddoel van het Boeddhisme. Iemand die het Nirwana behaald heeft, is een persoon waar de mentale oorzaken van lijden niet meer kunnen ontstaan, omdat aan de oorzaak daarvan een einde is gemaakt. Het is ook de bevrijding uit de cirkel van geboorte, ziekte en dood. Iemand die dit bereikt, wordt een Boeddha genoemd. Sommigen houden het Nirwana op een plek waar je aankomt, anderen houden het op een gemoedstoestand.
Wanneer we dit vergelijken met ons geloof in Jezus Christus dan zijn de verschillen aanzienlijk en zeer wezenlijk. Natuurlijk kan hier in het kort geen recht gedaan worden aan alles wat het Boeddhisme inhoudt. Omgekeerd kunnen we ook niet de Bijbelse lijnen hier allemaal naast en tegenover zetten.
Wat opvalt is de eindbestemming. Het Nirwana is bepaald geen hemel. Feitelijk zou je kunnen zeggen dat je oplost in het grote niets, eindeloze leegte, stilte, uitgeblust, alle activiteit is weg. De weg om dit ideaal te bereiken is een moeizame, waar je jezelf door discipline naar toe moet ontwikkelen. Lukt het niet nu, dan wellicht in een volgende levensfase.
Heel anders is ónze toekomstverwachting. We worden opgehaald door de Zoon van God, die ons in het Vaderhuis thuisbrengen zal. We zullen God mogen aanschouwen. We zullen voor eeuwig mogen wonen in het nieuw Jeruzalem. We zullen kennen en gekend worden. Zingen, juichen, jubelen.
Ook de weg waarlangs we deze hemelse toekomst ontvangen is heel anders, niet de onzekere van morele hoogstand, concentratie of wijsheid. Anders gezegd: niet door eigen werk of prestatie. Onze hemelse toekomst is verankerd in het verlossend werk van Gods Zoon. Er is geen andere weg waardoor mensen behouden moeten worden.
Heel summier hier dus iets van de verschillen tussen Boeddhisme en Christendom, tussen de Dalai Lama en Jezus Christus. Zelfs deze zeer korte uiteenzetting geeft aan dat de verschillen hemelsbreed en onoverbrugbaar zijn. Je kunt geen kruisje aan de muur hebben en een Boeddha op een tafeltje eronder. Inderdaad, je kunt geen Zoeklicht hebben met een oproep voor het Boeddhisme en de Dalai Lama.
Ds. Henk Schouten
Directeur Het Zoeklicht
Het is haast vanzelfsprekend, na de bijsluiter voor Campaign for Tibet, iets over het gewraakte onderwerp te schrijven. Het valt me steeds vaker op dat ik een winkel inloop en er een Boeddha beeld zie staan. Meestal een zittende Boeddha, soms ook goden uit het hindoeïsme. Waxinelichtje erbij, pure afgoderij, maar beseffen we dat wel? Ik herinner me dat ik pas als predikant werkte en bij een zuster op bezoek kwam. Een kruis aan de muur, op het tafeltje een Boeddhabeeldje. Van mijn zoon gekregen was het commentaar.
De Dalai Lama is de geestelijk leider van het Tibetaans Boeddhisme. De term Lama betekent spiritueel leider of goeroe. Dalaï betekent oceaan. Dit Tibetaans Boeddhisme heeft een aantal specifieke kenmerken:
Een geloof in wedergeboren leraren (tulkus) zoals de Dalai Lama.
Een systeem waarbij geschriften worden verborgen om later, wanneer de wereld er klaar voor is, te worden herontdekt (termas).
Een geloof dat de Boeddha zich in menselijke gedaante kan manifesteren, bijvoorbeeld Padmasambhava.
Een geloof dat het bekend is wat er na de dood gebeurt en men de wedergeboorte actief kan beïnvloeden. Zie: Tibetaans Dodenboek
De overdracht van de godsdienst gaat niet alleen via geschriften, maar ook occult magisch. Hierbij spelen mantras een belangrijke rol. Mantras zijn (geheime) zinnen die men voortdurend moet herhalen. Dit versnelt de overdracht van inzicht.
In het Boeddhisme kent men drie wegen die tot verlichting kunnen leiden: Sila (moreel gedrag), Samadhi (concentratie) en Pañña (wijsheid).
Het einddoel is het zogenaamde Nirwana. Dit is de hoogste staat die door een mens bereikt kan worden, waardoor de mens heilig kan worden. Nirwana betekent letterlijk: uitgeblust, uitgedoofd, uitgegaan, niet meer branden. Dit verwijst naar het einde van begeerte, dat is het hoofddoel van het Boeddhisme. Iemand die het Nirwana behaald heeft, is een persoon waar de mentale oorzaken van lijden niet meer kunnen ontstaan, omdat aan de oorzaak daarvan een einde is gemaakt. Het is ook de bevrijding uit de cirkel van geboorte, ziekte en dood. Iemand die dit bereikt, wordt een Boeddha genoemd. Sommigen houden het Nirwana op een plek waar je aankomt, anderen houden het op een gemoedstoestand.
Wanneer we dit vergelijken met ons geloof in Jezus Christus dan zijn de verschillen aanzienlijk en zeer wezenlijk. Natuurlijk kan hier in het kort geen recht gedaan worden aan alles wat het Boeddhisme inhoudt. Omgekeerd kunnen we ook niet de Bijbelse lijnen hier allemaal naast en tegenover zetten.
Wat opvalt is de eindbestemming. Het Nirwana is bepaald geen hemel. Feitelijk zou je kunnen zeggen dat je oplost in het grote niets, eindeloze leegte, stilte, uitgeblust, alle activiteit is weg. De weg om dit ideaal te bereiken is een moeizame, waar je jezelf door discipline naar toe moet ontwikkelen. Lukt het niet nu, dan wellicht in een volgende levensfase.
Heel anders is ónze toekomstverwachting. We worden opgehaald door de Zoon van God, die ons in het Vaderhuis thuisbrengen zal. We zullen God mogen aanschouwen. We zullen voor eeuwig mogen wonen in het nieuw Jeruzalem. We zullen kennen en gekend worden. Zingen, juichen, jubelen.
Ook de weg waarlangs we deze hemelse toekomst ontvangen is heel anders, niet de onzekere van morele hoogstand, concentratie of wijsheid. Anders gezegd: niet door eigen werk of prestatie. Onze hemelse toekomst is verankerd in het verlossend werk van Gods Zoon. Er is geen andere weg waardoor mensen behouden moeten worden.
Heel summier hier dus iets van de verschillen tussen Boeddhisme en Christendom, tussen de Dalai Lama en Jezus Christus. Zelfs deze zeer korte uiteenzetting geeft aan dat de verschillen hemelsbreed en onoverbrugbaar zijn. Je kunt geen kruisje aan de muur hebben en een Boeddha op een tafeltje eronder. Inderdaad, je kunt geen Zoeklicht hebben met een oproep voor het Boeddhisme en de Dalai Lama.
Ds. Henk Schouten
Directeur Het Zoeklicht