Het belang van het profetische woord

Harry Honigh • 94 - 2018 • Uitgave: 20
Velen denken dat de bijbelse profetieën alleen maar gaan over verschrikkelijke oordelen en rampen. Anderen zijn gewend om ze te beschouwen als onbegrijpelijke symbolische taal*). Het resultaat is dat veel mensen, waaronder serieuze christenen, deze gedeelten maar liever overslaan. Ten onrechte.

De profetieën horen niet bepaald bij de meest gelezen delen in de Bijbel. Toch beslaan ze met elkaar meer dan een kwart van Gods Woord. Op vrijwel elke bladzijde in de Bijbel wordt het licht geworpen op de toekomst. De hele Bijbel is doorspekt met profetische uitspraken, beelden en gebeurtenissen. Zonder te overdrijven mogen we stellen dat de Bijbel een profetisch boek is. En juist daarom is het zo triest dat dit aspect van Gods Woord zo weinig aandacht krijgt. Dat geldt men name voor de profetieën die gaan over de eindtijd, de wederkomst van de Heere Jezus en het herstel van Israël.
Dat de Bijbelse profetieën belangrijk zijn, hoeft niet bewezen te worden, om de eenvoudige reden dat de Heere deze in Zijn Woord heeft opgenomen. Maar over het belang ervan voor ons geestelijk leven zijn wel enkele opmerkingen te maken.

1. Gods almacht
Vanaf het allereerste begin in de hof van Eden (Genesis 3) heeft de Heere gesproken in termen van profetie. Het feit dat Hij doet wat Hij belooft, dat alles wat Hij voorzegt, ook gebeurt, is het sterkste bewijs dat Hij de enige en almachtige God is. Hij heeft de toekomst, heel het wereldgebeuren, in Zijn hand: ‘Maak bekend en breng naar voren, ja, beraadslaag samen: Wie heeft dit van oudsher doen horen? Wie heeft dat van toen af bekendgemaakt? Ben Ik het niet, de HEERE? Buiten Mij is er geen andere God, een rechtvaardig God, een Heiland; er is niemand behalve Ik’ (Jesaja 45:21).
Het leven van de Heere Jezus stond tot in de kleinste details in het teken van de vervulling van het profetische woord. ‘Hij begon tegen hen te zeggen: Heden is deze Schrift in uw oren in vervulling gegaan’ (Lukas 4:21). Hij zegt eigenlijk: “Lees het profetische woord en trek je conclusies”. Daarom lezen we voortdurend: ‘opdat vervuld zou worden wat gesproken is…’. Als we de bijbelse profetieën blijven bestuderen en zien wat al uitgekomen is, kunnen we niet anders dan diep onder de indruk raken van Zijn grootheid en verlangend uitzien naar wat nog vervuld gaat worden.

2. Waarschuwen
In veel bijbelse profetieën worden we gewaarschuwd voor toekomstige gebeurtenissen, bijvoorbeeld voor komende oordelen, verdrukking, verleiding en dwaalleer. Dit zijn gedeelten in de profetieën waar wij moeite mee kunnen hebben. Van nature zijn we liever bezig met de mooie dingen van het geloof: zekerheid, behoud, Gods leiding, innerlijke vrede enzovoorts.
Maar Gods Woord zegt: ‘En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is, en u doet er goed aan daarop acht te slaan als op een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw hart’ (2 Petrus 1:19).
Als we dit goed op ons in laten werken, zegt Petrus dat de wereld waarin wij leven een duistere plaats is. Dat is niet verwonderlijk, want deze wereld is in handen van de overste van deze wereld, de satan. Het profetische woord nu is de lamp die licht geeft in die duisternis. Of anders gezegd: zonder het profetische woord tasten we in het duister. We kunnen eenvoudig niet zonder. Om het plan van de satan te kunnen doorzien, hebben wij deze profetische waarschuwingen hard nodig. Zonder dit licht zijn we een gemakkelijke prooi voor hem.
Maar de Heere zal ons daarvoor toch wel bewaren als het zover is? Natuurlijk mogen we vertrouwen op Gods bescherming, maar dat ontslaat ons niet van de opdracht om tegelijk Zijn waarschuwingen ter harte te nemen, zeker naarmate de eindtijd vordert (2 Petrus 3:3-4). De Bijbelschrijvers roepen ons voortdurend op om waakzaam te zijn. Ook de Heere Jezus waarschuwt ons aan het eind van zijn aardse bediening heel nadrukkelijk voor de komende oordelen, verdrukking en vooral voor verleidingen (Mattheüs 24). Wie deze profetische waarschuwingen serieus neemt, ziet dat de komst van zowel de antichrist als die van de Heere Jezus snel dichterbij komen.

3. Verkondiging van Israëls toekomst
Sommige christenen schuiven de profetieën aan de kant met de woorden: “Ze gaan vooral over de toekomst van Israël. Wij zijn dan toch al weg…” Het is echter onze opdracht om te getuigen van Gods plan met Israël: ‘Hoor het woord van de HEERE, heidenvolken, verkondig het in de kustlanden van ver weg, en zeg: Hij Die Israël verstrooid heeft, zal het weer bijeenbrengen en het hoeden, zoals een herder zijn kudde hoedt’ (Jeremia 31:10).
Hoe kunnen we getuigen van Gods plan met Israël, als we dit plan niet kennen? De bijbelse profetieën vertellen ons dit plan en zij vormen een geweldig middel om mensen te wijzen op de (komst van de) Heere Jezus. De profeten riepen het volk op om zich te bekeren en dat deden zij door middel van het profetische woord. Zij waren de evangelisten van het Oude Testament.

4. Verheerlijking van de Heere Jezus
De Heere Jezus vormt het centrum van de Schrift en dit is vooral in het profetische woord het geval. Hij wordt daarin vaak beschreven als Diegene Die komt: ‘Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is en Die was en Die komt, de Almachtige’ (Openb. 1:8, vgl. Hebreeën 10:37). Voortdurend staat Zijn komst centraal. Daarom zegt Johannes ook: ‘Het getuigenis van Jezus is namelijk de geest van de profetie’ (Openbaring 19:10b). In de bijbelse profetieën gaat het om Hem! Hoe zou een oprecht christen die de Heere Jezus beter wil leren kennen, kunnen zeggen dat hij dit profetische getuigenis van Hem niet nodig heeft? Zonder dit getuigenis is ons beeld van Hem incompleet.
Laten we daarom een voorbeeld nemen aan de discipelen. Zij keken vol verlangen uit naar Zijn terugkeer: ‘Zeg ons, wanneer zullen deze dingen gebeuren? En wat is het teken van Uw komst en van de voleinding van de wereld?’ (Mattheüs 24:3b). Zij zagen uit naar Zijn komst. Doen wij dat ook?

Harry Honigh


*) Vooral door de vervangingstheologie, die leert dat Israël geen nationale toekomst meer heeft en de kerk de plaats van Israël heeft ingenomen.