Herzls droom van vrede
Door de eeuwen heen is het Joodse volk zwaar vervolgd. Vooral in Europa stak en steekt het antisemitisme telkens weer zijn monsterlijke kop op. Dachten de Joden eind 19e eeuw, door de verlichting en de invoering van gelijke burgerrechten, nog aan de mogelijkheid van een volwaardige integratie, de realiteit bleek vele malen weerbarstiger.
Theodor Herzl (1860-1904), een Joodse journalist die de zogenaamde Dreyfus-affaire1 versloeg, was in Frankrijk getuige van een schrikbarende explosie van antisemitisme. Overtuigd dat alle pogingen tot emancipatie, modernisering en assimilatie van het Joodse volk waren mislukt, schrijft Herzl Der Judenstaat. Een Joodse staat was volgens hem het antwoord op het steeds weer terugkerende antisemitisme. En daarbij dacht Herzl in eerste instantie niet eens aan Israël. Veiligheid, vrijheid en vrede, daar ging het hem om. Oeganda, Madagaskar en Argentinië waren dan ook serieuze opties.
Balfour-verklaring
Tijdens de Eerste Wereldoorlog groeit in Engeland de steun voor de oprichting van een Joods Nationaal Tehuis in Palestina. En niet alleen uit idealisme: een pro-Brits bastion in Palestina zou volgens premier David Lloyd-George en zijn minister van Buitenlandse Zaken, Arthur James Balfour, het Britse imperium ten goede kunnen komen. Op 2 november 1917 wordt door hen de zogenaamde ‘Balfour-verklaring’ afgegeven, een brief aan de Zionistische Federatie in de persoon van Lord Rothschild. Het was een intentieverklaring van de Engelse regering om zich te willen inspannen voor een Joods Nationaal Tehuis in Palestina.
Het Witboek
Als na de Eerste Wereldoorlog de weerstand tegen de Joodse immigratie vanuit de Arabische wereld toeneemt, stelt de Engelse minister voor de Koloniën, Winston Churchill, in 1922 een Witboek op, waarin het beleid ten aanzien van Palestina uiteen wordt gezet. Dit wordt in 1939 gevolgd door nog een Witboek waarin staat dat:
• Palestina binnen tien jaar een onafhankelijke, gemengde Arabisch-Joodse eenheidsstaat moet worden;
• de Joodse immigratie de komende vijf jaar moet worden beperkt tot 75.000;
• dat daarna immigratie slechts mogelijk is na toestemming van de Arabische gemeenschap.
Grote teleurstelling bij de zionistische leiders. Juist nu het Europese huis voor Joden door de nazi’s in brand is gestoken, wordt in Palestina de deur gesloten voor Joodse vluchtelingen. De realisatie van Herzls droom kwam voor zes miljoen Joden te laat!
Oprichting van de staat
In mei 1947 adviseert de UNSCOP (United Nations Special Committee on Palestine) het land te verdelen in een Joodse en een Arabische staat, met een internationale status voor Jeruzalem en Bethlehem. De meerderheid van de zionisten aanvaardt het plan, maar de Arabische Liga niet. Ze weigert een Joodse staat te erkennen. En ook voor veel religieuze Joden is een tweestaten oplossing op grond van de Thora onaanvaardbaar. Toch komt, precies vijftig jaar na het Eerste Zionistische Congres in Basel, de droom van de inmiddels overleden Theodor Herzl uit. Op 14 mei 1948 wordt de staat Israël uitgeroepen, met als eerste premier: David Ben Goerion.
Strijd
Egypte, Syrië, Irak en Libanon reageren ogenblikkelijk met militair geweld. Uiteindelijk wordt na een staakt-het-vuren in januari 1949 Jeruzalem verdeeld tussen Israël en Jordanië. Na de Suez-crisis (1956) volgt de Zesdaagse Oorlog (1967). Slechts zes dagen had het Israëlische leger nodig om Egypte, Jordanië en Syrië te verslaan én bezit te nemen van Oost-Jeruzalem mét de Tempelberg, de Gazastrook, de Westoever, de Sinaï-woestijn en de Golanhoogten.
Religieuze zionisten zagen dit als een belangrijk moment. Bijbelse landsgrenzen werden in hun ogen langzaam hersteld en Jeruzalem kwam onder Joods bestuur. Volgens velen moest dit uitmonden in de komst van de Messias en het Messiaanse tijdperk. Een euforie die tragisch werd getemperd tijdens de Jom Kippoeroorlog (1973). Maar liefst 2688 soldaten kwamen om het leven en tienduizend raakten gewond.2 Opnieuw leek Herzls droom van rust en vrede verder weg dan ooit.
Toch blijft de messiaanse droom bij veel religieuze Joden voortleven. Onder de naam Gush Emunim (Blok van de Getrouwe) ontstaat een beweging die meent met het bouwen van nederzettingen in de veroverde gebieden de nationale verlossing te bespoedigen. Een onderwerp dat de wereld, inclusief de Joodse, verdeelt. Evenals de bekritiseerde muur (hek), die vanaf 2002 om de Westbank is gebouwd om wapenhandel en terroristische aanslagen tegen te houden.
Pogingen tot vrede
Door de jaren heen zijn er tussen Israël en de Arabieren diverse vredesbesprekingen geweest. Zo tekenden Egypte en Israël in 1978 de akkoorden van Camp David. Daarmee erkende Egypte het bestaansrecht van Israël. In ruil daarvoor werd de Sinaï-woestijn aan hen teruggegeven.
De grootste stap werd gezet in 1988, toen de PLO (Palestijnse Bevrijdingsorganisatie) instemde met ‘de Declaratie van Principes over de Reglementen van Interim-Zelfbestuur’, dat de weg moest banen naar zelfbestuur van de Palestijnen door de vorming van de Palestijnse Autoriteit.
Hoe veelbelovend dit ook leek, niet veel later luidde Arafats commentaar: “Deze overeenkomst beschouw ik als niet meer dan de overeenkomst die tussen onze profeet Mohammed en de Kuraisj werd getekend.” Dat was een tijdelijk bestand dat Mohammed in 630 met dood en verderf verbrak.3
Naast de grote geestelijke strijd vormt dit misschien wel het kernprobleem van alle zogenaamde vredesonderhandelingen in het Midden-Oosten. Binnen de islam is een overeenkomst geldig zolang deze zijn religieuze gedachtegoed dient. Verder reikt de houdbaarheidsdatum niet. Wat ooit een Arabische lente had moeten worden, is voor veel landen in de regio veranderd in een hete herfst. Een vruchtbare voedingsbodem voor islamitisch extremisme, waarbij – in plaats van vrede – de vernietiging van Israël hoog in het vaandel staat. De vele VN-resoluties tegen Israël, waarvan de laatste niet door een Amerikaans veto werd geblokkeerd, bewijzen iedere keer hoe zeer de wereld, als het om Israël gaat, met twee maten meet.
Valse vrede
Herzls droom om via een Joodse staat de dreiging van antisemitisme een halt toe te roepen is tot op vandaag een droom. In Israël, maar zeker in de diaspora waar Joodse mensen worden afgerekend op het Israëlisch-Palestijnse conflict, zien velen de toekomst met zorg tegemoet.
Als werkers van stichting Israël en de Bijbel bezoeken we wereldwijd veel Joodse gemeenschappen. We delen dan in hun verdriet over het toenemende antisemitisme, maar tegelijk troosten we hen met de zekerheid van Gods Woord. Herzls droom zal eens echt werkelijkheid worden. Niet langs de menselijke route naar vrede, maar door de ware Joodse Vredevorst. Het Joodse volk, zo leert de Bijbel, zal in zijn benauwdheid de Naam van de Heere aanroepen (Jeremia 30:7-10; Zacharia 13:9-14:21; Matteüs 23:37-39). Dan komt de Vredevorst terug om de Bijbelse landsgrenzen te herstellen en vanuit Jeruzalem de aarde te regeren. Dan zal Israël rustig en veilig wonen.
Christian Stier
Werkzaam bij Israël en de Bijbel
1 De Dreyfus-affaire was een gerechtelijk schandaal waarbij de Joods-Franse officier Alfred Dreyfus valselijk werd beschuldigd van spionage voor Duitsland.
2 Israël tussen hoop en vrees, p.87. Salamon Bouman, Amsterdam University Press
3 Hoe groot mag Israël worden?, p.50. Alfred Muller, Boekencentrum
Theodor Herzl (1860-1904), een Joodse journalist die de zogenaamde Dreyfus-affaire1 versloeg, was in Frankrijk getuige van een schrikbarende explosie van antisemitisme. Overtuigd dat alle pogingen tot emancipatie, modernisering en assimilatie van het Joodse volk waren mislukt, schrijft Herzl Der Judenstaat. Een Joodse staat was volgens hem het antwoord op het steeds weer terugkerende antisemitisme. En daarbij dacht Herzl in eerste instantie niet eens aan Israël. Veiligheid, vrijheid en vrede, daar ging het hem om. Oeganda, Madagaskar en Argentinië waren dan ook serieuze opties.
Balfour-verklaring
Tijdens de Eerste Wereldoorlog groeit in Engeland de steun voor de oprichting van een Joods Nationaal Tehuis in Palestina. En niet alleen uit idealisme: een pro-Brits bastion in Palestina zou volgens premier David Lloyd-George en zijn minister van Buitenlandse Zaken, Arthur James Balfour, het Britse imperium ten goede kunnen komen. Op 2 november 1917 wordt door hen de zogenaamde ‘Balfour-verklaring’ afgegeven, een brief aan de Zionistische Federatie in de persoon van Lord Rothschild. Het was een intentieverklaring van de Engelse regering om zich te willen inspannen voor een Joods Nationaal Tehuis in Palestina.
Het Witboek
Als na de Eerste Wereldoorlog de weerstand tegen de Joodse immigratie vanuit de Arabische wereld toeneemt, stelt de Engelse minister voor de Koloniën, Winston Churchill, in 1922 een Witboek op, waarin het beleid ten aanzien van Palestina uiteen wordt gezet. Dit wordt in 1939 gevolgd door nog een Witboek waarin staat dat:
• Palestina binnen tien jaar een onafhankelijke, gemengde Arabisch-Joodse eenheidsstaat moet worden;
• de Joodse immigratie de komende vijf jaar moet worden beperkt tot 75.000;
• dat daarna immigratie slechts mogelijk is na toestemming van de Arabische gemeenschap.
Grote teleurstelling bij de zionistische leiders. Juist nu het Europese huis voor Joden door de nazi’s in brand is gestoken, wordt in Palestina de deur gesloten voor Joodse vluchtelingen. De realisatie van Herzls droom kwam voor zes miljoen Joden te laat!
Oprichting van de staat
In mei 1947 adviseert de UNSCOP (United Nations Special Committee on Palestine) het land te verdelen in een Joodse en een Arabische staat, met een internationale status voor Jeruzalem en Bethlehem. De meerderheid van de zionisten aanvaardt het plan, maar de Arabische Liga niet. Ze weigert een Joodse staat te erkennen. En ook voor veel religieuze Joden is een tweestaten oplossing op grond van de Thora onaanvaardbaar. Toch komt, precies vijftig jaar na het Eerste Zionistische Congres in Basel, de droom van de inmiddels overleden Theodor Herzl uit. Op 14 mei 1948 wordt de staat Israël uitgeroepen, met als eerste premier: David Ben Goerion.
Strijd
Egypte, Syrië, Irak en Libanon reageren ogenblikkelijk met militair geweld. Uiteindelijk wordt na een staakt-het-vuren in januari 1949 Jeruzalem verdeeld tussen Israël en Jordanië. Na de Suez-crisis (1956) volgt de Zesdaagse Oorlog (1967). Slechts zes dagen had het Israëlische leger nodig om Egypte, Jordanië en Syrië te verslaan én bezit te nemen van Oost-Jeruzalem mét de Tempelberg, de Gazastrook, de Westoever, de Sinaï-woestijn en de Golanhoogten.
Religieuze zionisten zagen dit als een belangrijk moment. Bijbelse landsgrenzen werden in hun ogen langzaam hersteld en Jeruzalem kwam onder Joods bestuur. Volgens velen moest dit uitmonden in de komst van de Messias en het Messiaanse tijdperk. Een euforie die tragisch werd getemperd tijdens de Jom Kippoeroorlog (1973). Maar liefst 2688 soldaten kwamen om het leven en tienduizend raakten gewond.2 Opnieuw leek Herzls droom van rust en vrede verder weg dan ooit.
Toch blijft de messiaanse droom bij veel religieuze Joden voortleven. Onder de naam Gush Emunim (Blok van de Getrouwe) ontstaat een beweging die meent met het bouwen van nederzettingen in de veroverde gebieden de nationale verlossing te bespoedigen. Een onderwerp dat de wereld, inclusief de Joodse, verdeelt. Evenals de bekritiseerde muur (hek), die vanaf 2002 om de Westbank is gebouwd om wapenhandel en terroristische aanslagen tegen te houden.
Pogingen tot vrede
Door de jaren heen zijn er tussen Israël en de Arabieren diverse vredesbesprekingen geweest. Zo tekenden Egypte en Israël in 1978 de akkoorden van Camp David. Daarmee erkende Egypte het bestaansrecht van Israël. In ruil daarvoor werd de Sinaï-woestijn aan hen teruggegeven.
De grootste stap werd gezet in 1988, toen de PLO (Palestijnse Bevrijdingsorganisatie) instemde met ‘de Declaratie van Principes over de Reglementen van Interim-Zelfbestuur’, dat de weg moest banen naar zelfbestuur van de Palestijnen door de vorming van de Palestijnse Autoriteit.
Hoe veelbelovend dit ook leek, niet veel later luidde Arafats commentaar: “Deze overeenkomst beschouw ik als niet meer dan de overeenkomst die tussen onze profeet Mohammed en de Kuraisj werd getekend.” Dat was een tijdelijk bestand dat Mohammed in 630 met dood en verderf verbrak.3
Naast de grote geestelijke strijd vormt dit misschien wel het kernprobleem van alle zogenaamde vredesonderhandelingen in het Midden-Oosten. Binnen de islam is een overeenkomst geldig zolang deze zijn religieuze gedachtegoed dient. Verder reikt de houdbaarheidsdatum niet. Wat ooit een Arabische lente had moeten worden, is voor veel landen in de regio veranderd in een hete herfst. Een vruchtbare voedingsbodem voor islamitisch extremisme, waarbij – in plaats van vrede – de vernietiging van Israël hoog in het vaandel staat. De vele VN-resoluties tegen Israël, waarvan de laatste niet door een Amerikaans veto werd geblokkeerd, bewijzen iedere keer hoe zeer de wereld, als het om Israël gaat, met twee maten meet.
Valse vrede
Herzls droom om via een Joodse staat de dreiging van antisemitisme een halt toe te roepen is tot op vandaag een droom. In Israël, maar zeker in de diaspora waar Joodse mensen worden afgerekend op het Israëlisch-Palestijnse conflict, zien velen de toekomst met zorg tegemoet.
Als werkers van stichting Israël en de Bijbel bezoeken we wereldwijd veel Joodse gemeenschappen. We delen dan in hun verdriet over het toenemende antisemitisme, maar tegelijk troosten we hen met de zekerheid van Gods Woord. Herzls droom zal eens echt werkelijkheid worden. Niet langs de menselijke route naar vrede, maar door de ware Joodse Vredevorst. Het Joodse volk, zo leert de Bijbel, zal in zijn benauwdheid de Naam van de Heere aanroepen (Jeremia 30:7-10; Zacharia 13:9-14:21; Matteüs 23:37-39). Dan komt de Vredevorst terug om de Bijbelse landsgrenzen te herstellen en vanuit Jeruzalem de aarde te regeren. Dan zal Israël rustig en veilig wonen.
Christian Stier
Werkzaam bij Israël en de Bijbel
1 De Dreyfus-affaire was een gerechtelijk schandaal waarbij de Joods-Franse officier Alfred Dreyfus valselijk werd beschuldigd van spionage voor Duitsland.
2 Israël tussen hoop en vrees, p.87. Salamon Bouman, Amsterdam University Press
3 Hoe groot mag Israël worden?, p.50. Alfred Muller, Boekencentrum