Herleving in de gemeente
Dominee Etienne Maritz (1954-2016) heeft in zijn leven verschillende gemeenten in en buiten Zuid-Afrika mogen dienen. In meerdere van deze gemeenten heeft hij een herleving mogen meemaken. Ds. Maritz kwam in 1999 voor het eerst naar Nederland. De boodschap die hij bracht was een eenvoudige Christocentrische prediking met de uitnodiging om te komen tot overgave aan de Heere Jezus Christus. Onder zijn prediking zijn, ook in Nederland, velen tot geloof gekomen.
Onderstaand een korte beschrijving van één van de herlevingen die broeder Maritz in zijn eerste gemeente in Namibië heeft meegemaakt.
Naar de Kalahari gestuurd
‘Onze eerste gemeente was een kleine gemeente in Namibië in de Kalahari. Toen ik een beroep naar deze gemeente kreeg, heb ik gelachen. Ik heb tegen mijn vrouw gezegd: “Ik wil Zuid-Afrika voor de Heere winnen. Wat kan ik daar nu in de Kalahari voor de Heere doen? Het is een hele kleine gemeente in een afgelegen gebied…”
Maar we lazen in Johannes 3: ‘De wind blaast, waarheen Hij wil’ (vers 8). We moeten onze keuzes, onze toekomst overgeven aan Zijn wil. “Heere, al kost het mij Getsemané en al moet ik zweet zweten als bloed, ik geef de rest van mijn leven over aan Uw wil.”
De Heere heeft het verder zo geleid dat ik moest gaan en ik ben gegaan. Hoe blij ben ik dat ik gegaan ben, want tijdens de diensten op Pinksteren is de Heere met Zijn krachtige werk begonnen.
De Heere werd hem te sterk
Het was op een morgen om 5:00 uur dat er op de deur van mijn huis geklopt werd. Ik lag nog te slapen. Er stond een jonge man voor de deur van ongeveer 19 jaar. Hij zei: “Help mij, ik ben een zondaar. Ik ben verloren.” Ik deed de deur open en hij viel op zijn knieën neer en begon te huilen. “Ik heb de hele nacht niet geslapen, want elke keer als ik de Bijbel open doe, sla ik hem open bij Matteüs 16: ‘Want wat baat het jou als je de hele wereld wint, maar dat je ziel schade lijdt?’ (vers 26). En dat gebeurde wel drie keer.” Op die dag kwam deze jongen tot bekering en hij werd later een zendeling.
Er was een boer die heel goddeloos en roekeloos leefde. Hij was in veel zondige praktijken betrokken en hij dronk veel. In ieder geval kwam hij naar de diensten in de kerk. En tijdens deze diensten werkte de Heere in hem door Zijn Geest. Later vertelde hij dat hij op een avond besloot niet meer te gaan, “want,” zei hij, “als ik ga, dan zal ik tot bekering komen.” Op een gegeven moment werd de Heere hem te sterk en hij kwam tot bekering. Hij begon met prediken voor een bepaalde stam in Namibië.
‘Vergeef mij’
Toen we pas in Namibië als prediker begonnen, zei een blanke diaken tegen mij: “Dominee, een zwart mens heeft geen ziel.” Toen deze diaken tot bekering kwam, veranderde dit radicaal. Het was zo wonderlijk, want de eerste man die deze diaken tot de Heere leidde, was een zwarte man.
Toen de Heere aan het werk was, gingen zwarte mensen naar blanke boeren en zeiden: “Vergeef ons dat we een schaap gestolen hebben.” Weer een andere zwarte man ging naar een winkelier en beleed zijn zonde: “Vergeef mij, want ik heb dingen gestolen uit uw winkel.” Maar ook andersom. Een blanke boer ging naar een zwarte man en vroeg: “Vergeef mij dat ik je met mijn vuist geslagen heb.” Het gevolg was dat ze samen de Heere gingen dienen. Dat was in de tijd van de apartheid! Zo werkte de Geest van de Heere.
Het geheim?
Wat was het geheim van deze herleving? Ik kwam er op een gegeven moment achter. Er was een oude man van ongeveer zeventig jaar oud. Hij heeft veertien jaar lang iedere morgen van 4:00 uur tot 7:00 uur in zijn binnenkamer gebeden voor herleving. En ook was er een vrouw in de gemeente die vijfentwintig jaar lang voor alle mensen in de gemeente bij naam heeft gebeden. Beiden hebben hiervan de wonderlijke vrucht gezien. Ze hebben het wonderlijke werk van de Geest zien plaatsvinden.
Martin Penning
Bron: Herleving – Het antwoord op de geestelijke nood in de kerken van Nederland (anno 2005) door ds. E. Maritz
Onderstaand een korte beschrijving van één van de herlevingen die broeder Maritz in zijn eerste gemeente in Namibië heeft meegemaakt.
Naar de Kalahari gestuurd
‘Onze eerste gemeente was een kleine gemeente in Namibië in de Kalahari. Toen ik een beroep naar deze gemeente kreeg, heb ik gelachen. Ik heb tegen mijn vrouw gezegd: “Ik wil Zuid-Afrika voor de Heere winnen. Wat kan ik daar nu in de Kalahari voor de Heere doen? Het is een hele kleine gemeente in een afgelegen gebied…”
Maar we lazen in Johannes 3: ‘De wind blaast, waarheen Hij wil’ (vers 8). We moeten onze keuzes, onze toekomst overgeven aan Zijn wil. “Heere, al kost het mij Getsemané en al moet ik zweet zweten als bloed, ik geef de rest van mijn leven over aan Uw wil.”
De Heere heeft het verder zo geleid dat ik moest gaan en ik ben gegaan. Hoe blij ben ik dat ik gegaan ben, want tijdens de diensten op Pinksteren is de Heere met Zijn krachtige werk begonnen.
De Heere werd hem te sterk
Het was op een morgen om 5:00 uur dat er op de deur van mijn huis geklopt werd. Ik lag nog te slapen. Er stond een jonge man voor de deur van ongeveer 19 jaar. Hij zei: “Help mij, ik ben een zondaar. Ik ben verloren.” Ik deed de deur open en hij viel op zijn knieën neer en begon te huilen. “Ik heb de hele nacht niet geslapen, want elke keer als ik de Bijbel open doe, sla ik hem open bij Matteüs 16: ‘Want wat baat het jou als je de hele wereld wint, maar dat je ziel schade lijdt?’ (vers 26). En dat gebeurde wel drie keer.” Op die dag kwam deze jongen tot bekering en hij werd later een zendeling.
Er was een boer die heel goddeloos en roekeloos leefde. Hij was in veel zondige praktijken betrokken en hij dronk veel. In ieder geval kwam hij naar de diensten in de kerk. En tijdens deze diensten werkte de Heere in hem door Zijn Geest. Later vertelde hij dat hij op een avond besloot niet meer te gaan, “want,” zei hij, “als ik ga, dan zal ik tot bekering komen.” Op een gegeven moment werd de Heere hem te sterk en hij kwam tot bekering. Hij begon met prediken voor een bepaalde stam in Namibië.
‘Vergeef mij’
Toen we pas in Namibië als prediker begonnen, zei een blanke diaken tegen mij: “Dominee, een zwart mens heeft geen ziel.” Toen deze diaken tot bekering kwam, veranderde dit radicaal. Het was zo wonderlijk, want de eerste man die deze diaken tot de Heere leidde, was een zwarte man.
Toen de Heere aan het werk was, gingen zwarte mensen naar blanke boeren en zeiden: “Vergeef ons dat we een schaap gestolen hebben.” Weer een andere zwarte man ging naar een winkelier en beleed zijn zonde: “Vergeef mij, want ik heb dingen gestolen uit uw winkel.” Maar ook andersom. Een blanke boer ging naar een zwarte man en vroeg: “Vergeef mij dat ik je met mijn vuist geslagen heb.” Het gevolg was dat ze samen de Heere gingen dienen. Dat was in de tijd van de apartheid! Zo werkte de Geest van de Heere.
Het geheim?
Wat was het geheim van deze herleving? Ik kwam er op een gegeven moment achter. Er was een oude man van ongeveer zeventig jaar oud. Hij heeft veertien jaar lang iedere morgen van 4:00 uur tot 7:00 uur in zijn binnenkamer gebeden voor herleving. En ook was er een vrouw in de gemeente die vijfentwintig jaar lang voor alle mensen in de gemeente bij naam heeft gebeden. Beiden hebben hiervan de wonderlijke vrucht gezien. Ze hebben het wonderlijke werk van de Geest zien plaatsvinden.
Martin Penning
Bron: Herleving – Het antwoord op de geestelijke nood in de kerken van Nederland (anno 2005) door ds. E. Maritz