Herkenningen
De leider van de Palestijnen, Arafat, presenteert zich graag als één van de slachtoffers van het Zionisme, als iemand die zijn bezittingen en zijn land verloren heeft omdat de 'zionistische Joden het hem hebben afgenomen. Graag ontroert hij zijn toehoorders als hij vertelt over zijn geboorte en zijn kinderjaren in Jeruzalem. Zo, als symbool en kampioen van de Palestijnse vluchtelingen en van de onderdrukte Palestijnen, bevestigt hij de mythe van de 'Palestijnen'. Interessant is het weinig bekende feit dat 'Mr. Palestina' aan de oever van de Nijl is geboren. Arafat is een Egyptenaar, geboren op 4 augustus 1929 in Kairo. In die stad heeft hij tot zijn 28e gewoond. Hij was lid van een Egyptische politieke studentenvereniging die zelfs verboden was voor Palestijnen. Hij vocht in een Egyptische groep mee in de oorlog van 1948-'49, die door Israël de Onafhankelijkheidsoorlog wordt genoemd.
Een ander voorbeeld van een Egyptenaar die zich als Palestijns slachtoffer van de 'boosaardige Israëli's' voordoet is Edward Said, een beroemd Palestijns schrijver. Vaak heeft hij het over zijn 'mooie, oude huis in Jeruzalem' waarde Israëli's hem uit zouden hebben verdreven. Maar in diezelfde tijd woonde hij in een luxueus appartement in Kairo. Zo wordt Israël omringd door leugens en wordt de wereld ook nu weer gevoed met anti-Joodse gevoelens.
'HERE, red mij van de leugenlippen, van de bedrieglijke tong' (Psalm 120:2) roept Israël wanhopig uit in z'n hijgend jagen naar vrede. De meerderheid in Israël weigert te beseffen dat bij al die vredesbesprekingen 'zij uit zijn op strijd' (Psalm 120:7). Leugen is daarbij hun machtigste wapen. Dit patroon is voor iedereen, die iets van de (bijbelse) geschiedenis weet, herkenbaar. Tijdens het eerste herstel van Israël en Jeruzalem onder Ezra en Nehemia probeerden de vijanden hen door geweld en leugens van Gods werk af te houden. Door de eeuwen heen is het Joodse volk omringd door leugens. De leugens van de bronnen die vergiftigd zouden zijn; de leugens van de godsmoord en de theologische leugens, waardoor de harten van de 'gewone gelovigen' gevuld werden met haat tegen de Joden.
Door die leugens werden pogroms, de kruistochten en uiteindelijk de holocaust mogelijk in 'christelijk Europa'. Het patroon is zo herkenbaar! Nu wordt de hele wereldopinie tegen Israël opgezet met al de vreselijke gevolgen die door het profetische Woord worden voorzegd: 'Want Ik ben met u, luidt het woord van de HERE, om u te verlossen; want Ik zal met alle volken, waaronder Ik u verstrooid heb, voorgoed afrekenen, maar met u zal Ik niet voorgoed afrekenen, maar naar recht u tuchtigen, al zal Ik u zeker niet vrij laten uitgaan' (Ter. 30:11).
In onze tijd worden er nog veel meer bijbelse patronen zichtbaar, die wijzen op het feit dat het woord van de profeet Haggaï helemaal vervuld zal worden: 'Een ogenblik nog, een korte wijle, dan zal Ik de hemel en de aarde, de zee en het droge doen beven. Ja, Ik zal alle volken doen beven en de kostbaarheden van alle volken zullen komen en Ik zal dit huis met heerlijkheid vullen, zegt de HERE der heerscharen (2:7,8). Deze Godswoorden spreken van wereldwijde oordelen, van de herbouw van de Tempel en van een 'korte tijd'. Wel, de bijbelse patronen van deze tijd zijn dermate herkenbaar, dat wedit profetische 'een korte wijle' met alle consequenties ervan wel moeten overnemen.
ASSIMILATIE
Als we naar Israël zelf kijken dan moeten we concluderen dat het beloofde 'geestelijke herstel' nog ver weg is. Er is een enorme drang om 'te zijn als de volken', naar assimilatie. Ook dit is een herkenbaar patroon. Dit gebeurde in de tijd van de richters en in de tijd van de koningen. Dit hebben veel Joden tijdens de ballingschap geprobeerd. Dat gebeurt ook nu. Ezechiël profeteert ook hierover: 'En wat u in de zin gekomen is zal geenszins geschieden, namelijk dat gij zegt: wij willen aan de volken gelijk worden, gelijk aan de geslachten van de landen, door hout en steen te dienen' (20:32). Nu zijn het de afgoden van onze goddeloze westelijke wereld, waar velen in Israël achteraan rennen. Luxe, welvaart en bandeloze vrijheid.
De strijd om de heiliging van de sabbat is een ander voorbeeld. Rosemblum schrijft in dit verband naar aanleiding van het vervoeren van een reusachtige turbine op sabbat in de Jerusalem Post: 'Wij, als volk, moeten eens goed nadenken waar we staan, als het ontheiligen van de sabbat een reden wordt om te vieren'. (Een aantal Israëli's stond langs de route van de truck met de turbine te juichen). Immers de Joodse filosoof Ahad Ha'am had gelijk toen hij constateerde dat 'de sabbat eerder de Joden heeft bewaard dan dat de Joden de sabbat hebben onderhouden'. De God van Israël is erg streng wat betreft de sabbatsheiliging!
Gary Coopenberg schreef enkele maanden geleden in het Engelse blad 'De Joodse Pers': 'Wat het Joodse volk in en buiten Israël in de eerste plaats nodig heeft is dat we eraan denken waar we vandaan zijn gekomen en wat onze bestemming is… De hele wereld wacht op het moment dat we een 'licht voor de volken' worden… maar eerst zullen we onze eigen lamp moeten aansteken'. Ook hier geldt een woord van de profeet Ezechiël die voorzegt dat de Here HERE hen 'in de band van het verbond zal brengen' (20:37). Jeremia maakt duidelijk dat deze terugkeer naar Gods Tora hoort bij de verlossing van Israël, want hij profeteert 'Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en die in hun hart schrijven' (31:31). Worden als de volken? Het zal beslist niet gebeuren, zegt de profeet Ezechiël!
SEMAJA EN MODERNE EDELEN
Het 'vredesproces', waarbij Israël voortdurend gedwongen wordt concessies aan de vijanden te doen, heeft ook elementen van bijbelse herkenning. Het lijkt erop alsof sommigen in Israël aan geheugenverlies lijden. In hun ijver om geaccepteerd te worden door de volken, zijn sommigen bereid om alles te doen om de haters van het Joodse volk te behagen. Zoals Semaja en 'de edelen van Juda' in de tijd van Nehemia probeerden aan te pappen met de vijanden van het Joodse volk, Sanballat en Tobia, zo zijn er nu veel politici in Israël die aanpappen met de vijanden van Israël omdat zij (tegen beter weten in) geloven in de goede bedoelingen van hen die gezworen hebben Israël in de zee te jagen. Net als in de tijd van Nehemia zal de Here God ook in onze tijd tot Zijn doel komen met Zijn volk. Hij zegt: ‘Ik keer in erbarming tot Jeruzalem terug; mijn huis zal daarin gebouwd worden' (Zach. 1:16).
DE VIJANDEN RONDOM
Een duidelijk herkenbaar bijbelse situatie is het feit dat Israël omringd is met vijanden waartegen regelmatig oorlog moet worden gevoerd. Dat was in de tijden van de richters en van de koningen precies hetzelfde. Toen waren Juda en Israël dikwijls een speelbal van de wereldmachten uit die tijd. De ene keer werd het Joodse volk tussen Egypte en Assyrië ingeklemd en dan weer tussen Egypte en Babel. Later speelden de Perzen een grote rol in het Joodse land. Het laatste wereldrijk dat een grote rol speelde was het Romeinse rijk. Sommige wereldleiders waren goed voor het Joodse volk en werden gezegend. In onze tijd waren het lange tijd Rusland en de V.S. die deze rol vervulden. Nu Rusland is weggevallen heeft de Europese Unie die rol overgenomen.
De druk die Clinton en de EU op Israël uitoefenen zal onze Westerse landen duurte staan komen! Ook deze 'wereldrijken' van onze tijd zullen hun nek breken over Israël. Precies zoals de andere, oude wereldrijken over Gods volk zijn gestruikeld. Bijbelse patronen ontvouwen zich voor onze ogen. Wij zitten er middenin en spelen onze rol. Onze plaats is als wachters op de muren van Jeruzalem. Wij 'laten de HERE geen rust, totdat Hij Jeruzalem grondvest en het stelt tot lof op aarde' (Jes. 62:6,7). Wij herkennen de bijbelse patronen in onze tijd en weten dat de HERE van ons verwacht dat we 'op de bres gaan staan' zodat deze tijd niet in verwoesting maar in heil zal eindigen. Immers 'Uit Sion zal de wet uitgaan en het woord van de HERE uit Jeruzalem' en dan pas 'zullen zij de oorlog niet meer leren'. Al die bijbelse patronen zullen eens uitlopen in een tijd van gerechtigheid en vrede van de Messias. Moge Hij spoedig komen! Maar we moeten goed beseffen dat al die herkenbare bijbelse situaties één belangrijke profetische boodschap over de hele wereld uitschreeuwen: Nabij is de Dag des Heren! En wij bidden: Uw Koninkrijk kome!
drs. Jan van Barneveld
Een ander voorbeeld van een Egyptenaar die zich als Palestijns slachtoffer van de 'boosaardige Israëli's' voordoet is Edward Said, een beroemd Palestijns schrijver. Vaak heeft hij het over zijn 'mooie, oude huis in Jeruzalem' waarde Israëli's hem uit zouden hebben verdreven. Maar in diezelfde tijd woonde hij in een luxueus appartement in Kairo. Zo wordt Israël omringd door leugens en wordt de wereld ook nu weer gevoed met anti-Joodse gevoelens.
'HERE, red mij van de leugenlippen, van de bedrieglijke tong' (Psalm 120:2) roept Israël wanhopig uit in z'n hijgend jagen naar vrede. De meerderheid in Israël weigert te beseffen dat bij al die vredesbesprekingen 'zij uit zijn op strijd' (Psalm 120:7). Leugen is daarbij hun machtigste wapen. Dit patroon is voor iedereen, die iets van de (bijbelse) geschiedenis weet, herkenbaar. Tijdens het eerste herstel van Israël en Jeruzalem onder Ezra en Nehemia probeerden de vijanden hen door geweld en leugens van Gods werk af te houden. Door de eeuwen heen is het Joodse volk omringd door leugens. De leugens van de bronnen die vergiftigd zouden zijn; de leugens van de godsmoord en de theologische leugens, waardoor de harten van de 'gewone gelovigen' gevuld werden met haat tegen de Joden.
Door die leugens werden pogroms, de kruistochten en uiteindelijk de holocaust mogelijk in 'christelijk Europa'. Het patroon is zo herkenbaar! Nu wordt de hele wereldopinie tegen Israël opgezet met al de vreselijke gevolgen die door het profetische Woord worden voorzegd: 'Want Ik ben met u, luidt het woord van de HERE, om u te verlossen; want Ik zal met alle volken, waaronder Ik u verstrooid heb, voorgoed afrekenen, maar met u zal Ik niet voorgoed afrekenen, maar naar recht u tuchtigen, al zal Ik u zeker niet vrij laten uitgaan' (Ter. 30:11).
In onze tijd worden er nog veel meer bijbelse patronen zichtbaar, die wijzen op het feit dat het woord van de profeet Haggaï helemaal vervuld zal worden: 'Een ogenblik nog, een korte wijle, dan zal Ik de hemel en de aarde, de zee en het droge doen beven. Ja, Ik zal alle volken doen beven en de kostbaarheden van alle volken zullen komen en Ik zal dit huis met heerlijkheid vullen, zegt de HERE der heerscharen (2:7,8). Deze Godswoorden spreken van wereldwijde oordelen, van de herbouw van de Tempel en van een 'korte tijd'. Wel, de bijbelse patronen van deze tijd zijn dermate herkenbaar, dat wedit profetische 'een korte wijle' met alle consequenties ervan wel moeten overnemen.
ASSIMILATIE
Als we naar Israël zelf kijken dan moeten we concluderen dat het beloofde 'geestelijke herstel' nog ver weg is. Er is een enorme drang om 'te zijn als de volken', naar assimilatie. Ook dit is een herkenbaar patroon. Dit gebeurde in de tijd van de richters en in de tijd van de koningen. Dit hebben veel Joden tijdens de ballingschap geprobeerd. Dat gebeurt ook nu. Ezechiël profeteert ook hierover: 'En wat u in de zin gekomen is zal geenszins geschieden, namelijk dat gij zegt: wij willen aan de volken gelijk worden, gelijk aan de geslachten van de landen, door hout en steen te dienen' (20:32). Nu zijn het de afgoden van onze goddeloze westelijke wereld, waar velen in Israël achteraan rennen. Luxe, welvaart en bandeloze vrijheid.
De strijd om de heiliging van de sabbat is een ander voorbeeld. Rosemblum schrijft in dit verband naar aanleiding van het vervoeren van een reusachtige turbine op sabbat in de Jerusalem Post: 'Wij, als volk, moeten eens goed nadenken waar we staan, als het ontheiligen van de sabbat een reden wordt om te vieren'. (Een aantal Israëli's stond langs de route van de truck met de turbine te juichen). Immers de Joodse filosoof Ahad Ha'am had gelijk toen hij constateerde dat 'de sabbat eerder de Joden heeft bewaard dan dat de Joden de sabbat hebben onderhouden'. De God van Israël is erg streng wat betreft de sabbatsheiliging!
Gary Coopenberg schreef enkele maanden geleden in het Engelse blad 'De Joodse Pers': 'Wat het Joodse volk in en buiten Israël in de eerste plaats nodig heeft is dat we eraan denken waar we vandaan zijn gekomen en wat onze bestemming is… De hele wereld wacht op het moment dat we een 'licht voor de volken' worden… maar eerst zullen we onze eigen lamp moeten aansteken'. Ook hier geldt een woord van de profeet Ezechiël die voorzegt dat de Here HERE hen 'in de band van het verbond zal brengen' (20:37). Jeremia maakt duidelijk dat deze terugkeer naar Gods Tora hoort bij de verlossing van Israël, want hij profeteert 'Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en die in hun hart schrijven' (31:31). Worden als de volken? Het zal beslist niet gebeuren, zegt de profeet Ezechiël!
SEMAJA EN MODERNE EDELEN
Het 'vredesproces', waarbij Israël voortdurend gedwongen wordt concessies aan de vijanden te doen, heeft ook elementen van bijbelse herkenning. Het lijkt erop alsof sommigen in Israël aan geheugenverlies lijden. In hun ijver om geaccepteerd te worden door de volken, zijn sommigen bereid om alles te doen om de haters van het Joodse volk te behagen. Zoals Semaja en 'de edelen van Juda' in de tijd van Nehemia probeerden aan te pappen met de vijanden van het Joodse volk, Sanballat en Tobia, zo zijn er nu veel politici in Israël die aanpappen met de vijanden van Israël omdat zij (tegen beter weten in) geloven in de goede bedoelingen van hen die gezworen hebben Israël in de zee te jagen. Net als in de tijd van Nehemia zal de Here God ook in onze tijd tot Zijn doel komen met Zijn volk. Hij zegt: ‘Ik keer in erbarming tot Jeruzalem terug; mijn huis zal daarin gebouwd worden' (Zach. 1:16).
DE VIJANDEN RONDOM
Een duidelijk herkenbaar bijbelse situatie is het feit dat Israël omringd is met vijanden waartegen regelmatig oorlog moet worden gevoerd. Dat was in de tijden van de richters en van de koningen precies hetzelfde. Toen waren Juda en Israël dikwijls een speelbal van de wereldmachten uit die tijd. De ene keer werd het Joodse volk tussen Egypte en Assyrië ingeklemd en dan weer tussen Egypte en Babel. Later speelden de Perzen een grote rol in het Joodse land. Het laatste wereldrijk dat een grote rol speelde was het Romeinse rijk. Sommige wereldleiders waren goed voor het Joodse volk en werden gezegend. In onze tijd waren het lange tijd Rusland en de V.S. die deze rol vervulden. Nu Rusland is weggevallen heeft de Europese Unie die rol overgenomen.
De druk die Clinton en de EU op Israël uitoefenen zal onze Westerse landen duurte staan komen! Ook deze 'wereldrijken' van onze tijd zullen hun nek breken over Israël. Precies zoals de andere, oude wereldrijken over Gods volk zijn gestruikeld. Bijbelse patronen ontvouwen zich voor onze ogen. Wij zitten er middenin en spelen onze rol. Onze plaats is als wachters op de muren van Jeruzalem. Wij 'laten de HERE geen rust, totdat Hij Jeruzalem grondvest en het stelt tot lof op aarde' (Jes. 62:6,7). Wij herkennen de bijbelse patronen in onze tijd en weten dat de HERE van ons verwacht dat we 'op de bres gaan staan' zodat deze tijd niet in verwoesting maar in heil zal eindigen. Immers 'Uit Sion zal de wet uitgaan en het woord van de HERE uit Jeruzalem' en dan pas 'zullen zij de oorlog niet meer leren'. Al die bijbelse patronen zullen eens uitlopen in een tijd van gerechtigheid en vrede van de Messias. Moge Hij spoedig komen! Maar we moeten goed beseffen dat al die herkenbare bijbelse situaties één belangrijke profetische boodschap over de hele wereld uitschreeuwen: Nabij is de Dag des Heren! En wij bidden: Uw Koninkrijk kome!
drs. Jan van Barneveld