‘Here, doe ons herleven’
Soms gebeurt het dat een Bijbeltekst je opeens raakt, alsof de Here die woorden rechtstreeks tot je spreekt. Dit gebeurde onlangs toen ik Psalm 80 las. Het waren de woorden in vers 19: ‘Doe ons leven (herleven), dan zullen wij Uw Naam aanroepen.’
De geestelijke lauwheid in veel van onze kerken en gemeenten doet mij pijn. We hebben het zelf vaak nauwelijks in de gaten. Pas werd ik er weer aan herinnerd toen ik een voorganger uit een Afrikaans land ontmoette. Raakt het ons nog dat er zoveel lauwheid is en dat het overgrote deel van ons volk voor eeuwig verloren dreigt te gaan omdat ze de Here Jezus niet kennen en niet in Hem geloven?
Het is toch onmogelijk om tevreden te zijn met de huidige geestelijke situatie? Ik geloof dat we ons uit mogen strekken naar meer. Dat ‘meer’ zag ik bij die Afrikaanse voorganger. Hij was zo vol van de Here Jezus, het straalde letterlijk van hem af. Zijn leven werd bedreigd. Als hij weer terug zou zijn bij zijn gemeente, kon elke dag voor hem de laatste zijn. Zo groot is daar de haat van moslimterroristen tegen christenen, tegen het christelijke geloof, tegen de Here Jezus. Maar hij zag ernaar uit terug te gaan. Om zijn gemeente te ondersteunen, om samen met hen de Here te dienen, te loven en zich uit te strekken naar de bekering van de terroristen.
Breng ons terug
Psalm 80 spreekt over de ellendige situatie waarin het volk Israël zich bevindt. De bede van Asaf, de dichter van de psalm, wordt opgezonden tot God: ‘Kom ons verlossen, breng ons terug, doe Uw aangezicht lichten, dan zullen wij verlost worden.’ Hij is zich bewust van Gods toorn over het volk. De buurvolken lachen om hen, bespotten hen. Er is een bres geslagen in de muren.
Ook onze situatie is verre van rooskleurig. We gaan nog wel naar de samenkomsten, maar wat wordt zichtbaar van de Here Jezus in ons leven en in onze gemeenten? Waar zijn de mensen die zo vol zijn van Hem en van het heil dat Hij heeft verworven en ons uit genade schenkt, dat ze er niet over kunnen zwijgen?
In puin
Het huis van de Here ligt in puin, zeg ik met Haggaï 1:4. We rennen voor ons werk, onze carrière, ons huis, onze bankrekening, onze hobby’s… Maar kennen we de oproep van Romeinen 12:1 om onze lichamen aan God te wijden, als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk? En voegt vers 2 eraan toe: ‘En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word innerlijk veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid (denken) om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is’ (HSV).
In Psalm 80:15 roept de dichter: ‘O God van de legermachten, keer toch terug, kijk neer uit de hemel en zie’ (HSV). En ik bid mee: ‘Here, zie hoe de situatie in ons land is. In ons is niets waarop we kunnen roemen. Er is zoveel onenigheid in onze kerken en gemeenten. Soms gunnen we elkaar het licht niet in de ogen. We zijn jaloers op anderen die groter zijn. Er worden leringen verkondigd die tegen Uw Woord ingaan. Onze bewogenheid met de wereld om ons heen is vaak zo gering. Israël, het Joodse volk, Uw volk, is bij velen uit het zicht verdwenen.
Here, wij weten geen oplossing meer. Behoud ons in het leven, doe ons herleven, schenk een herleving. Werk opnieuw, krachtig, door Uw Woord en door Uw Geest. We verootmoedigen ons voor U en belijden onze zonde, onze schuld. Vergeef ons, was ons schoon door Uw bloed, o Here Jezus.’
Geestelijke herleving
‘…dan zullen we Uw Naam aanroepen,’ lezen we verder in vers 19. Het is mijn diepe verlangen dat er nog een geestelijke herleving komt in ons land, in deze laatste dagen voor de komst van de Here Jezus. Misschien reageert u: ‘op grond van het profetische Woord is dat niet meer te verwachten’.
O, waar zijn de christenen die, in Gods kracht, de satan laten sidderen door hun gebeden voor land en volk? Tot slot de laatste woorden van deze Psalm: ‘HERE, God van de legermachten, breng ons terug; doe Uw aangezicht lichten, dan zullen wij verlost worden’ (vers 20, HSV).
Dirk van Genderen
De geestelijke lauwheid in veel van onze kerken en gemeenten doet mij pijn. We hebben het zelf vaak nauwelijks in de gaten. Pas werd ik er weer aan herinnerd toen ik een voorganger uit een Afrikaans land ontmoette. Raakt het ons nog dat er zoveel lauwheid is en dat het overgrote deel van ons volk voor eeuwig verloren dreigt te gaan omdat ze de Here Jezus niet kennen en niet in Hem geloven?
Het is toch onmogelijk om tevreden te zijn met de huidige geestelijke situatie? Ik geloof dat we ons uit mogen strekken naar meer. Dat ‘meer’ zag ik bij die Afrikaanse voorganger. Hij was zo vol van de Here Jezus, het straalde letterlijk van hem af. Zijn leven werd bedreigd. Als hij weer terug zou zijn bij zijn gemeente, kon elke dag voor hem de laatste zijn. Zo groot is daar de haat van moslimterroristen tegen christenen, tegen het christelijke geloof, tegen de Here Jezus. Maar hij zag ernaar uit terug te gaan. Om zijn gemeente te ondersteunen, om samen met hen de Here te dienen, te loven en zich uit te strekken naar de bekering van de terroristen.
Breng ons terug
Psalm 80 spreekt over de ellendige situatie waarin het volk Israël zich bevindt. De bede van Asaf, de dichter van de psalm, wordt opgezonden tot God: ‘Kom ons verlossen, breng ons terug, doe Uw aangezicht lichten, dan zullen wij verlost worden.’ Hij is zich bewust van Gods toorn over het volk. De buurvolken lachen om hen, bespotten hen. Er is een bres geslagen in de muren.
Ook onze situatie is verre van rooskleurig. We gaan nog wel naar de samenkomsten, maar wat wordt zichtbaar van de Here Jezus in ons leven en in onze gemeenten? Waar zijn de mensen die zo vol zijn van Hem en van het heil dat Hij heeft verworven en ons uit genade schenkt, dat ze er niet over kunnen zwijgen?
In puin
Het huis van de Here ligt in puin, zeg ik met Haggaï 1:4. We rennen voor ons werk, onze carrière, ons huis, onze bankrekening, onze hobby’s… Maar kennen we de oproep van Romeinen 12:1 om onze lichamen aan God te wijden, als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk? En voegt vers 2 eraan toe: ‘En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word innerlijk veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid (denken) om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is’ (HSV).
In Psalm 80:15 roept de dichter: ‘O God van de legermachten, keer toch terug, kijk neer uit de hemel en zie’ (HSV). En ik bid mee: ‘Here, zie hoe de situatie in ons land is. In ons is niets waarop we kunnen roemen. Er is zoveel onenigheid in onze kerken en gemeenten. Soms gunnen we elkaar het licht niet in de ogen. We zijn jaloers op anderen die groter zijn. Er worden leringen verkondigd die tegen Uw Woord ingaan. Onze bewogenheid met de wereld om ons heen is vaak zo gering. Israël, het Joodse volk, Uw volk, is bij velen uit het zicht verdwenen.
Here, wij weten geen oplossing meer. Behoud ons in het leven, doe ons herleven, schenk een herleving. Werk opnieuw, krachtig, door Uw Woord en door Uw Geest. We verootmoedigen ons voor U en belijden onze zonde, onze schuld. Vergeef ons, was ons schoon door Uw bloed, o Here Jezus.’
Geestelijke herleving
‘…dan zullen we Uw Naam aanroepen,’ lezen we verder in vers 19. Het is mijn diepe verlangen dat er nog een geestelijke herleving komt in ons land, in deze laatste dagen voor de komst van de Here Jezus. Misschien reageert u: ‘op grond van het profetische Woord is dat niet meer te verwachten’.
O, waar zijn de christenen die, in Gods kracht, de satan laten sidderen door hun gebeden voor land en volk? Tot slot de laatste woorden van deze Psalm: ‘HERE, God van de legermachten, breng ons terug; doe Uw aangezicht lichten, dan zullen wij verlost worden’ (vers 20, HSV).
Dirk van Genderen