Henoch, de eerste profeet

Wim Zwitser • 93 - 2017 • Uitgave: 8
Henoch is de eerste profeet in de Bijbel, al wordt dat pas in het één na laatste boek van de Bijbel vermeld (Judas :14). Wie is deze profeet en wat is het bijzondere van deze allereerste profetie?

De wereld van Henoch bestaat uit twee soorten mensen: de kinderen van Kaïn en de kinderen van Abel, ook wel: het zaad van de slang en het zaad van de vrouw, ook wel: de kinderen van de duivel en de kinderen van God (1 Johannes 3:10). En zo zit de wereld nog steeds in elkaar.
Dat klinkt hard, maar Johannes beschrijft de wereld zwart-wit. De meest religieuze mens kan uit de duivel zijn (Johannes 8:44), terwijl een ieder die de Heer Jezus aanneemt een kind van God is (Johannes 1:12).

Henoch wandelt met God
Henoch
In dit overzicht staan de personen uit Genesis 5, met de leeftijd van hun vader bij hun geboorte, en met hun eigen leeftijd.

Enkele opvallende punten:
• Noach is de eerste die geboren is ná Adam.
• Noach is geboren ná Henoch.
Henoch en Noach zijn de eerste personen van wie God zegt dat ze met Hem wandelen. Van Henoch lezen we dat zelfs tweemaal (Genesis 5:22,24).
Zij kennen elkaar dus niet en kunnen elkaar niet bemoedigen. Het zijn eenlingen in hun tijd en in hun omgeving.

Samen wandelen
De naam Henoch betekent ‘onderwezen’. Onderwijs van God is vrij verkrijgbaar, maar je ontvangt het pas als je met God wandelt. Let wel: God is hier niet de Here God (Jehova Elohim) die het initiatief neemt om een relatie met de mens te hebben (Genesis 3:8). Nee, het initiatief ligt bij Henoch, die uit zichzelf contact zoekt met de grote, machtige God (Elohim), om samen met Hem te wandelen.
Waar komt die behoefte vandaan?
Henoch is onder de indruk van Gods grootheid en macht in de schepping, maar beseft ook dat het contact tussen God en mens bijna helemaal is verdwenen na de dagen van Enos. Toen riep men de Naam des Heren nog aan (Genesis 4:26), maar nu?
Uit zichzelf zoekt hij dat contact weer op en God staat dat toe! Niet vanuit een houding waarin God heel groot en Henoch heel klein is, maar vanuit een soort gelijkwaardigheid waarin zij samen kunnen wandelen.
Samen wandelen is niet in de eerste plaats bidden. Het is veel meer dan bidden. Wandelen is tweerichtingsverkeer, gedachten uitwisselen in een sfeer van ontspannen omgang. Henoch wil God beter leren kennen en is nieuwsgierig naar Gods gedachten over talloze zaken. Hij krijgt dan ook dingen te horen die niemand anders in zijn omgeving te horen krijgt.

Kaïn noemt zijn zoon ook Henoch (Genesis 4:17), maar het maakt nogal wat uit door wie je onderwezen wordt. Als je een kind van God bent geworden, weet je in principe alle dingen (1 Johannes 2:20). Dat betekent dat je aanvoelt wat van God komt, zodat niemand je voor de gek hoeft te houden. Maar dat betekent nog niet automatisch dat je veel van Gods gedachten gaat begrijpen. Daarvoor is omgang met God nodig, stille tijd, niet alleen maar om je eigen problemen bij God neer te leggen (hoe goed en waardevol dat ook is!), maar ook om God te gelegenheid te geven om jou iets te vertellen.

Henoch, de zevende vanaf Adam
In het Nieuwe Testament lezen we meer bijzondere dingen over Henoch. Judas noemt hem een profeet: ‘over hen heeft Henoch geprofeteerd’. Wie zijn die ‘hen’ waarover Judas spreekt?
De brief van Judas is een waarschuwing (Judas :4), gevolgd door enkele voorbeelden uit het verleden die illustreren hoe actueel die waarschuwing is. Judas waarschuwt voor mensen die de gemeente binnensluipen en doen alsof ze christen zijn. Zij spreken over Christus, maar verloochenen Hem in hun gedrag. Zij zijn ‘de weg van Kaïn gegaan’ (Judas :11), dat is de weg van de eigenzinnige godsdienst. Daarmee hebben zij de weg van de genade (de weg van Abel en Seth) verlaten. Zulke mensen ziet ook Henoch om zich heen. Dat zijn niet in de eerste plaats de mensen in de lijn van Kaïn, want zij zijn niet onderwezen in Gods genade.
Nee, Henoch kijkt dan naar de nakomelingen van Seth, mensen als Kenos, Mahalalel en Jered (en hun families), die zich ogenschijnlijk bevinden in de lijn van Gods genade, maar die door hun gedrag Gods genade veranderen in losbandigheid. En daarmee bewandelen ze dus ‘de weg van Kaïn’. Die mensen ziet Henoch om zich heen en zij lijken sprekend op mensen die zich vandaag christen noemen, maar die leven als een ongoddelijke.

Henochs profetie
Voor zulke mensen heeft Henoch een profetie, een boodschap die hij namens God brengt. Daarmee is hij de eerste profeet in de Bijbel. Zijn profetie luidt: ‘Zie, de Heer is gekomen te midden van zijn heilige tienduizenden, om oordeel uit te oefenen…’ (Judas :14).
Dit is typisch profetie! Henoch is heel stellig; zó stellig dat hij zegt dat de Heer al is gekomen, alsof die komst al achter hem lag, terwijl Zijn komst in oordeel zelfs vandaag nog in de toekomst ligt! Al wandelend met zijn God heeft hij steeds beter zicht gekregen op Gods plannen met de mensen om hem heen. Hij heeft goed begrepen dat God die schijnheiligheid niet eindeloos blijft verdragen. God roept dat een halt toe door Zijn oordeel.
Het is heel opmerkelijk hoeveel God aan hem kan vertellen. Henoch weet zelfs dat de Heer dat oordeel niet vanuit de hemel uitvoert, maar dat Hij Zélf uit de hemel komt. Bovendien weet hij dat de Heer niet alleen komt, maar ‘te midden van zijn heilige tienduizenden‘. Het doet er in deze profetie niet toe wie die tienduizenden zijn, maar het tafereel in indrukwekkend.
Judas schrijft dat de profetie van Henoch eigenlijk gericht is aan ‘dezen’ (Judas :14), dus aan de binnengeslopen misleiders onder christenen. De lezers van zijn brief (en dus ook elk kind van God vandaag) zijn ‘geroepenen, in God de Vader geliefd en in Jezus Christus bewaard’ (Judas :1), die echter te maken krijgen met ‘spotters in de laatste tijd’ (Judas :18). De oudste profetie richt zich dus tot elke gelovige van vandaag, om niet alleen het geloof vast te houden, maar ook om er voor te strijden (Judas :3) en Gods gedachten uit te dragen, zoals Henoch deed.

Het effect van de profetie
Hoeveel mensen zijn er door Henochs boodschap tot inkeer gekomen? Voor zover we weten niemand. Of het moet al zijn dat de toevoeging dat hij ‘de zevende van Adam af is’ wijst op Lamech, de andere zevende van Adam af, maar dan in de lijn van Kaïn. Van die Lamech weten we dat hij tot belijdenis van zijn zonden komt (Genesis 4:23-24). Zou Henochs profetie hem geraakt hebben? We weten het niet zeker, maar als het zo is, zou het wel een heel bijzondere vrucht zijn…
Henoch laat zich door het gebrek aan resultaat niet ontmoedigen. Hij blijft wandelen met zijn God, en dat waardeert God door hem getuigenis te geven dat hij God behaagd heeft (Hebreeën 11:5). Opmerkelijk dat de Septuaginta (de Griekse vertaling van het Oude Testament) het woord ‘wandelen’ vertaalt met ‘behagen’, en dat de schrijver van de brief aan de Hebreeën die vertaling gewoon overneemt. Het laat zien dat het voor God een groot genoegen was om met Henoch te wandelen.

Wim Zwitser