Help, het huwelijk is in nood

W.H. Velema • 77 - 2001/02 • Uitgave: 4
De titel is een kreet om hulp. Misschien denken lezers vooral aan mensen buiten de kerk of de gemeente. Mensen die niet met God rekenen en hun eigen weg door het leven gaan.

Ik heb met dit artikel christenen op het oog. Velen zijn zich er niet van bewust hoe zijzelf en hun kinderen worden aangetast door
het moderne denken. Zondags in de gemeente worden de zaken nog wel helder en principieel voorgesteld. Door de week is het anders. Wat zij om zich heen zien is afbraak van het huwelijk, ontrouw en daardoor gebrokenheid. Door de één wordt de gebrokenheid betreurd. Door de ander gepraktiseerd en gepropageerd. Deze waarnemingen gaan ons niet voorbij. Zij werken op ons in, en zeker op onze kinderen en kleinkinderen. Dezen zien om zich heen hoe huwelijken stukgaan. Een vriendinnetje, wier vader er met een ander vandoor is. Een vriendje wiens moeder het gezin in de steek heeft gelaten, om wat voor reden ook.

Zulke ervaringen maken onze kinderen, en voor een deel ook onszelf als hun ouders, vertrouwd met gebroken huwelijken. Het bij elkaar blijven tot over het veertigjarig huwelijksfeest (als God ons het leven spaart), is niet vanzelfsprekend. Soms lijkt het uit elkaar gaan meer voor te komen dan het bij elkaar blijven.

Waarom ook niet? Er zijn situaties, waarvan de omgeving zegt: dat is toch geen leven. Moet je heel je (verdere) leven in zoveel narigheid en verdriet verkeren? Je hebt toch recht op een beetje geluk. Dat wordt je nu onthouden. Ook al weet men dat God trouw in het huwelijk vraagt, mensen kunnen of willen het niet opbrengen. Soms betekenen die twee werkwoorden niet kunnen en niet willen hetzelfde. Soms is er een behoorlijk verschil tussen beide. Men wil nog wel, maar het gaat gewoon niet.

OOK IN CHRISTELIJKE GEZINNEN
Tot zover een poging om het klimaat te beschrijven waarin we leven. Dat klimaat doordringt ook het christelijke leven. Het houdt geen halt bij de grenzen van onze (kleine) christelijke gemeenschap, hoe besloten die ook moge zijn. De krant, de radio, de tv en andere informatie- of communicatiemiddelen brengen dat klimaat bij ons binnen. Of wij gaan zelf door allerlei contacten dit klimaat binnen. Misschien denkt een lezer: wat wilt u toch? Hebt u niets anders te zeggen, dan de tekening van dit onheilig onheilsklimaat?

Ja, ik wil nog wel meer zeggen. maar niet, dan nadat ik u dit op het hart heb gebonden. Wij worden veel meer door het klimaat van onze tijd beïnvloed, dan wij zelf denken. Gewenning leidt tot gewoon gaan vinden. Dat slijpt alle scherpe kantjes eraf. Wat om ons heen gewoon gevonden wordt, gaan wij ook gewoon vinden. Tegen die gewoontevorming neem ik het op in het begin van dit artikel. De bijbelse gedachte van het christenleven als vreemdelingschap moet ons tegen de gewenning en de daarmee gepaard gaande sleurvorming waakzaam doen zijn. Aan de titel zou ik enkele woorden willen toevoegen: het huwelijk is in nood - wees wakker en waakzaam.

AUTONOMIE EN INDIVIDUALISME
Ter afsluiting nog even een kernachtige samenvatting in enkele zinnen.
Het levensgevoel wordt getypeerd door twee woorden: individualisme en autonomie. Wij maken zelf uit wat goed is en wat kwaad is. Ieder voor zichzelf. Daarom geen vaste bindingen noch levenslange verplichtingen.

Onze regering heeft in de recente wetsvoorstellen het huwelijk van zijn bijbels karakter ontdaan. Het is niet meer dan een zakelijk contract. Daarmee is de ontwikkeling naar ontbinding van de bijbelse huwelijksgedachte tot een dieptepunt gekomen.

CHRISTUS RELATIE TOT DE GEMEENTE ALS NORM
Wat stellen wij er tegenover? Paulus neemt de relatie binnen Christus en zijn gemeente als voorbeeld voor het huwelijk. Die relatie vormt het normatieve patroon waarnaar het huwelijk moet -oorden opgezet en ingericht. Dat lezen we in Efeziërs 5:22-33.

Uit die tekening leiden we af dat het huwelijk een verbintenis is voor het leven. Zoals Christus trouw is aan zijn gemeente, zo zullen man en vrouw elkaar in wederkerigheid trouw zijn. Deze levenslange verbondenheid in trouw wordt gevuld met, en daarom vervuld in, liefde. Christus heeft zijn gemeente lief, zo zullen ook man en vrouw elkaar liefhebben. Hoe ziet die liefde eruit? In liefde aanvaard je elkaar in de totaliteit var- ieders eigenheid. Daarom is liefde vanuit Christus gevende liefde, vergevende liefde en liefde die dient en die trouw is.

Met deze woorden zijn niet alle facetten van het christelijk huwelijk beschreven. We vinden er wel het voornaamste in terug. We leren het aan de voeten van de Heere Jezus Christus. Hij heeft het voor ons gedaan. Hij heeft het ons ook voorgedaan. Laat ik nog twee Schriftplaatsen mogen noemen:
1 Petrus 2:21-25 en Mattheus 16:24 (met daarbij 25 en 26). In deze verzen wordt het christelijke leven naar het patroon van Jezus Christus beschreven. Dat patroon moet ook in het huwelijk worden beleefd en betracht.

NU DE PRAKTIJK
U kunt zeggen: dat is mooi beschreven. De praktijk is geheel anders. Soms vertoont een huwelijk het karakter van een koude oorlog. Dan woedt in het huwelijk een stille strijd over de vraag wie de meeste is, en wie zijn of haar zin krijgt. Zo'n huwelijksleven is funest, voor man en vrouw, maar ook voor de kinderen. Het zal ook voor de gemeente onvruchtbaar zijn.

Er ontbreekt immers echte liefde, warmte, toewijding, inzet en overgave aan de ander. Het kan niets uitstralen van de Heere Jezus Christus. Hoe zal dat veranderen? Allereerst door dit eerlijk onder ogen te zien. Dan moet het probleem uitgepraat worden; eventueel met behulp van een pastor, een broeder, of zuster.

Bovendien zal er gebeden en gestreden moeten worden. Problemen in een huwelijk veranderen meestal niet in een dag. Je moet je in de verandering oefenen. Die verandering is een vorm van bekering. Daarbij moet je elkaar helpen en dus naar elkaar willen luisteren. Zonder gebed komt zo'n verandering niet tot stand. Die verandering rust op de basis van elkaar willen aanvaarden. Niet zeggen: jij moet eerst anders worden - en dan. Neen, eerst aanvaarden, zodat de ander zich in liefde aanvaard weet. Op die basis kun je samen aan verbetering werken. Soms is er hulp van buitenaf nodig. Schuw het vragen of zoeken van zulke hulp niet. Schaam je er niet voor dat je hulp nodig hebt. Zoek wel hulp bij christenen. Zij zullen je de hand toesteken vanuit de liefde van Christus. Daarom zullen zij ook naar Hem verwijzen. In zulke hulpverlening neemt het gebed een grote plaats in. Bidden met en bidden voor elkaar.

EEN TOTAAL ANDER PATROON
Dit patroon is totaal anders dan het patroon van onze geseculariseerde samenleving. Daar regeert het egoïsme en triomfeert het individualisme. Beide gaan ten koste van de dienst aan de ander in zelfverloochening.

In de lijdensweken ben ik veel bezig geweest met Hebreeën 5:7-9. Daar wordt gezegd dat Jezus gehoorzaamheid heeft geleerd uit hetgeen Hij heeft gebeden.

Was Hij dan ongehoorzaam (geweest)? Neen, je kunt in gehoorzaamheid iets moeten afleren. Dat is de zonde. Je kunt ook iets moeten aanleren, iets wat je nog niet kent en waaraan je nog niet toe bent. Dit laatste gold van de Heere Jezus. Hij heeft het oordeel over de zonde moeten dragen. Zonde was Hem vreemd. Daarom ook de noodzaak van het oordeel. Toch is Hij er onderdoor gegaan. Zo is Hij een oorzaak van eeuwige zaligheid geworden. Wie Hem in zijn gehoorzaamheid-leren nodig heeft, mag vergeving vragen en ontvangen. Herstel van de relatie met God. Dat is zaligheid.

Dan staat er iets bij: allen die Hem gehoorzaam zijn. Wie Hem als Middelaar, als Zaligmaker kent, wordt ook gehoorzaam gemaakt. Die twee gaan samen: zijn gehoorzaamheid voor u en uw gehoorzaamheid aan Hem en de Vader.

Die gehoorzaamheid werkt ook door in de huwelijksrelatie. Die wordt erdoor aangeraakt en veranderd. Dat is nu echt een christelijk huwelijk. Kunnen we tegen de ontbinding van het huwelijk op? Hebben we daar een middel tegen? Er is er Eén die dat middel heeft. Dat is Hijzelf. Als Hij ons leven binnenkomt, raakt hij ook ons huwelijk aan. Hij doordringt het met zijn liefde. Zo verandert Hij het. Dat gaat niet vanzelfsprekend. Het gebeurt niet een twee drie. Het gebeurt wel.

Wie gehoorzaamheid aan Christus in zijn huwelijksrelatie weigert, bedroeft de Heilige Geest (Et. 4:30).

Help, het huwelijk is in nood. Er is een Helper Die er tegen op kan. Hij kan de nood aan. Dat is Hij, die de ziel redt. Hij is ook de Redder van het huwelijk (vergelijk Ef. 5:23).
Wij hebben een Geneesheer, en daarom ook een Redder van het huwelijk. Ga Hem niet voorbij als u bidt: ga aan mij niet voorbij.

dr. W.H. Velema

Dr. W.H. VeIema is emeritus hoogleraar te Apeldoorn, Chr. Gereformeerd.