Heiliging dient God en anderen

Jef de Vriese • 88 - 2012 • Uitgave: 5
In het heiligingsproces is onze actieve inzet nodig. Er is geen heil in een passieve afwachtende houding, waarin we het opgeven om ook nog maar iets te doen en waarin alles van God wordt verwacht zonder menselijke medewerking. We moeten niet afwachten, ons niet rustig houden of uit de weg gaan, zodat God kan werken, maar ons aan het werk van God toevertrouwen en actief in de geloofsweg wandelen.
Ieder van ons gaat daarin een unieke weg. De gelovige ontvangt gaven en levert vruchten op die zijn identiteit in Christus bevestigen en versterken. Het einddoel van dit alles is dat de gelovige zich uitstrekt naar en zich verheugt in de heiligheid van God, omwille van God Zelf. Daarbij wordt hij ingeschakeld als bouwsteen in het lichaam van Christus.
Er is ruimte voor individuele verantwoordelijkheid en identiteit. Dit mag niet leiden tot een individualistische geloofsbeleving, waarin wij centraal staan en God de dienstknecht wordt van onze menselijke ontwikkeling. Geloofsgroei is geen doel op zich, maar staat ten dienste van de eer van God. ‘Niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij’ (Galaten 2:20), schaft de inzet van menselijke mogelijkheden niet af en sluit de ontwikkeling van een individuele menselijke identiteit niet uit. Het brengt ons tot volwassenheid in Christus, zodat Hij zichtbaar wordt in ons, tot eer van God. In geloofsafhankelijkheid gaan individuele ontplooiing en de eer van God samen. Deze ontplooiing is altijd ten dienste van anderen in het lichaam van Christus.

Jef De Vriese