Heilige afstand en veilige nabijheid

Paul Prijt • 97 - 2021 • Uitgave: 5
Het afgelopen jaar heeft ons vooral veel fysieke afstand gebracht. De anderhalve meter werd een soort heilige en veilige afstandsmaat in het maatschappelijke en kerkelijke verkeer. Waarschijnlijk zal uit voorzichtigheid die ‘afstandelijkheid’ nog wel enige tijd blijven. Hoezeer we ons er ook enigszins op aangepast hebben en het ook weer voor nieuwe mogelijkheden en kansen gezorgd heeft, kwam bij mij de vraag naar boven naar de Bijbelse verhouding tussen afstand en nabijheid. Hoe zit dat bij onszelf en in relatie met ons geloof?

Laat ik voorop stellen dat ik persoonlijk verlang om weer onbevangen met onze kleinkinderen om te kunnen gaan en elkaar in kerkelijke zin weer vrijmoedig te ontmoeten. Tegelijk is zo’n periode van gepaste afstand op een bepaalde manier ook wel weer aangenaam en misschien wel heilzaam. Zeker als je bijvoorbeeld niet zo gecharmeerd bent om bij elke begroeting drie kussen en een hug te krijgen of een goedbedoelde arm over je schouder. Soms is een luisterend oor op gepaste afstand betekenisvoller als uiting van nabijheid. De afstand leert ons op allerlei terreinen misschien nog meer oog te hebben voor wat essentieel is en wat minder essentieel. Afstand geeft letterlijk ook weer nieuwe leefruimte.

Juiste verhoudingen
Tegelijk is er een diep verlangen naar nabijheid van mensen maar ook van de Heere God. Het mooie lied ‘Ik zal er zijn’ is voor velen een van de meest geliefde liederen van dit moment. Nabijheid is vooral in het pastoraat een groot goed maar ook hier is de vraag hoe dicht een herder bij elk ‘schaap’ staat of juist met iets meer afstand de kudde leidt, uitkijkend op een heuveltop wakend over de kudde. Ook hier is het telkens in verschillende situaties zoeken naar de juiste verhoudingen tussen afstand en nabijheid.
Ik moest denken aan de roeping van Mozes bij de brandende braamstruik (Exodus 3) De Heere God riep Mozes vanuit dat wonderlijke gebeuren van een niet verterende braamstruik. Het doet denken aan Pinksteren, met vlammen van Gods Geest, die niet verteren maar juist voor kracht, dynamiek zorgen. Voor Mozes om het volk naar het beloofde land te brengen, voor de gemeente bij haar opdracht in de wereld. Als Mozes van dichtbij de struik wil bekijken moet hij op heilige afstand blijven.

Mensenwerk
Als je het wonder wilt gaan bestuderen, als je te dichtbij komt blijft er van het wonder vaak niks over. Heilige afstand dus. Zo wordt tegen de Israëlieten bij de intocht in Kanaän ook gezegd dat ze afstand moesten bewaren om beter de weg van God te zien (Jozua 2). Wie het wonder wil vastpakken en alles in de hand wil houden zal het zien verkruimelen en opbranden. Mooie les ook voor leiders en bestuurders zou ik zeggen; ook ter voorkoming van burn-outs. We willen soms van zo dichtbij alles ‘in control’ houden, bestuderen, uitleggen en verklaren. Maar soms moet je gewoon op gepaste afstand zien, ervaren en genieten van de wonderen die God doet. Kom je te dichtbij, dan verdwijnt het wonder, dan brandt het op en wordt het mensenwerk.

Overvloedige vreugde
Mozes mag het juist als leider leren om gepaste veilige en heilige afstand te bewaren. Maar tegelijk mag hij even later die geweldige belofte horen van de Heere God, ‘Ik zal er zijn voor je Mozes!’ Afstand en nabijheid gaan hier samen! Wat een prachtige bemoediging en belofte! Ook in de Pinksterpreek van Petrus horen we met een verwijzing naar de Psalmen: ’U hebt mij de weg naar het leven getoond, Uw nabijheid zal mij vervullen met vreugde.’(Hand. 2:28) We mogen weten dat de Heere God ons in Christus dicht nabij gekomen is: dat is een overvloedige vreugde van nabijheid, die soms ook om gepaste heilige afstand vraagt, ook zonder coronaregels!

Paul Prijt