Heeft de wetenschap het geloof ingehaald?

Martin Penning • 94 - 2018 • Uitgave: 21
Een aantal artikelen in dit Zoeklicht gaan over de macht van de duisternis. Zij probeert ook haar invloed te hebben op onderwijs en wetenschap. Hoe moet je daar als christen mee omgaan? Wij hebben dr. ir. Kees Noorlander daarover een aantal vragen gesteld.

Kun je zeggen dat wetenschap doorgaans antichristelijk is?
“Gelukkig niet. Er zijn genoeg takken van wetenschap, waar je als christen onbelemmerd mee bezig kan zijn. Maar er is ook wetenschappelijk onderzoek waarbij wordt uitgegaan van bepaalde on-bijbelse vooronderstellingen, waardoor wetenschappelijke conclusies tegen de Bijbel in kunnen gaan. Dat geldt niet alleen soms bij natuurwetenschappen, geologie en biologie, maar ook bij psychologisch onderzoek, waar van een mensbeeld kan worden uitgegaan dat afwijkt van het bijbelse mensbeeld. En bij wetenschap gebaseerd op de moderne genderideologie, die in strijd is met Jezus’ uitspraak: ‘Van het begin der schepping heeft Hij hen mannelijk en vrouwelijk gemaakt’ (Markus 10:6).”

Is een gelovige wetenschapper, per definitie verdacht, in de wetenschappelijke wereld?
“Niet per definitie, maar soms wel. Met name als ze openlijk getuigen. Zo verloor paleontoloog Günter Bechly zijn baan als conservator bij het Staatliches Museum für Naturkunde omdat hij van het evolutionisme was overgegaan naar geloof in Intelligent Design (een opvatting die het ontstaan van organismen verklaart door het werk van een intelligente ‘ontwerper’). Universitair docente celbiologie Caroline Crocker kreeg geen contractverlenging van de George Mason Universiteit, omdat ze tijdens haar college had gewezen op zwakke plekken in de evolutietheorie en de mogelijkheid van Intelligent Design had geopperd. Het kan dus voor je wetenschappelijke carrière gevaarlijk zijn als je je uitspreekt tegen de evolutietheorie. Ook andere uitingen kunnen gelovigen verdacht maken. Zo is de Maastrichtse medicus Onno van Schayck gestopt als directeur van de universitaire onderzoekinstelling Caphri, vanwege de negatieve media-aandacht, die volgde nadat hij had getuigd van een genezingswonder op gebed. Maar zolang gelovige wetenschappers zwijgen zijn ze niet bij voorbaat verdacht. En bij sommige takken van wetenschap maakt het voor de wereld ook weinig uit of iemand een gelovige is.”

Er wordt gezegd dat als je uitgaat van de Bijbel je te veel vooronderstellingen hebt. Zijn vooronderstellingen binnen de wetenschap uitgesloten?
“Iedereen gaat uit van vooronderstellingen. Vervelend voor gelovigen zijn bijvoorbeeld naturalistische aannames, zoals dat alles in deze wereld bestaat uit massa en energie, waarbij een persoonlijke God als Schepper, die zich bemoeit met de schepping, wordt uitgesloten. Dan kom je uit bij de evolutietheorie als oorsprong voor het leven hier op aarde en bij de bigbangtheorie om het heelal te verklaren. Inmiddels is men erachter gekomen dat de natuurconstanten in het heelal heel bijzonder op elkaar zijn afgestemd (fine tuning). Dit duidt op een Schepper.”

Moet je als wetenschapper de levensbeschouwelijke gevoelens, die een rol kunnen spelen bij de interpretatie van wetenschap, negeren?
“Negeren niet. Maar enige voorzichtigheid is wel geboden. Denk bijvoorbeeld aan Galileo Galilei, die door de rooms-katholieke kerk werd verboden om te zeggen dat de aarde om de zon draaide. Nu twijfelt vrijwel niemand daaraan. Maar er zijn natuurlijk grenzen voor ons christenen. Bij interpretatie van wetenschappelijke data zullen allerlei levensbeschouwingen een rol spelen, ook het atheïsme. Dat bleek wel nadat cardioloog Pim van Lommel zijn boek ‘Eindeloos bewustzijn’ had gepubliceerd. Hij beschreef de resultaten van interviews met patiënten die een reanimatie hadden overleefd. Een aantal ervoer een bijna-doodervaring, waarbij hun bewustzijn uittrad en zij in staat waren hun lichaam van buiten te zien en soms ook goed en geverifieerd konden navertellen wat artsen met hen deden. Van Lommel kreeg toen kritiek van mensen, voor wie het onvoorstelbaar is dat mensen een onstoffelijk bewustzijn hebben, dat zou kunnen uittreden. De resultaten van Van Lommel pasten gewoon niet bij hun levensbeschouwing. Gelukkig bestaat er ook veel ‘neutrale’ wetenschap, waarbij iemands levensbeschouwing er eigenlijk niets toe doet. Gelovigen kunnen daarmee onbelemmerd bezig zijn, zonder dat er problemen zijn voor hun geweten of carrière.”

Kun je spreken van een ‘christelijke wetenschapper’?
“Ja, maar dat wil niet zeggen dat christelijke wetenschappers altijd anders zijn dan andere wetenschappers. Bij sommige takken van wetenschap zal het heel weinig uitmaken of iemand christen is. Maar er zijn takken waarbij het wel kan uitmaken of je christen bent. Bijvoorbeeld archeologie. De bekende Israëlische archeoloog prof. Israël Finkelstein gelooft dat het Oude Testament grotendeels is geschreven in de 7e eeuw voor Christus en dat veel bijbelse verhalen nooit hebben plaatsgevonden. De Nederlandse archeologe Jennifer Guetta-Peersmann heeft jarenlang meegewerkt aan onderzoek voor zijn boek ‘De Bijbel als mythe’ dat de geloofwaardigheid van het Oude Testament ondermijnt. Sinds haar bekering heeft ze daar spijt van. Interpretatie van archeologische vondsten kan zeker afhangen van je geloof. Filmmaker Timothy P. Mahoney, christen, heeft met Egyptoloog David Rohl, agnost, een film gemaakt over de Exodus en de verovering van Kanaän. Hierin komen veel interviews met wetenschappers voor. De film komt tot heel andere conclusies, die wel rijmen met de Bijbel.
Bepaalde vormen van wetenschap kan je mijns inziens als christen zelfs beter vermijden. Zoals embryo-onderzoek, waarbij menselijke embryo’s worden gebruikt, die zijn overgebleven na een vruchtbaarheidsbehandeling (bijvoorbeeld ivf). Sommige wetenschappers gaat dit nog niet ver genoeg en willen voor nader onderzoek speciaal embryo’s kweken, wat in Nederland gelukkig nog verboden is.”

Alister E. McGrath heeft eens gezegd: “Het geloof biedt een nieuwe motivatie om bezig te zijn met wetenschap.” Wat vind jij van deze gedachte?
“Het geloof biedt geen nieuwe, maar wel extra motivatie om bezig te zijn met wetenschap. Het kan een drijfveer zijn om te onderzoeken hoe Gods schepping in elkaar zit, om te kijken naar natuurwetten op micro- en macroniveau. Als je alleen al ziet hoe bijzonder een cel in elkaar zit: een cel is een heel complex geheel, dat ook nog eens in staat is om zichzelf te vermenigvuldigen. Een cel kan ook communiceren met andere lichaamscellen. Dat toont Gods grootheid als Schepper. Zelfs evolutionisten hebben amper een idee, hoe een cel zich zou hebben kunnen ontwikkelen uit de oersoep.
Bij medische wetenschappen biedt het geloof extra motivatie om met een ruime blik te onderzoeken wat gedaan kan worden voor onze gezondheid. Hoe kunnen we mensen helpen met adviezen, therapieën en medicijnen? Dat laatste is minder eenvoudig dan het lijkt; want de farmaceutische industrie heeft een flinke vinger in de pap en is omstreden door allerlei belangenverstrengelingen.”


Onderzoeker en niet-gelovige hoogleraar Robbert Dijkgraaf stelt over succesvolle gelovige wetenschappers als Newton en Einstein: “Het is maar zeer de vraag of ze tot diepere inzichten waren gekomen als zij die religieuze gevoelens niet hadden gehad.” Wat vind jij van deze uitspraak?
“Sterker nog: bij Newton waren zijn religieuze gevoelens geen belemmeringen, maar extra drijfveren voor zijn wetenschappelijk onderzoek. Isaac Newton, die door de Britse academie voor wetenschappen wordt beschouwd als de grootste geleerde in de geschiedenis, was christen. Newton was bijzonder veelzijdig: hij was theoloog, wiskundige, natuurkundige (theoretisch en technisch), astronoom en alchemist. Newton zag in God de drijvende kracht achter de natuurwetten, die hij had ontdekt. Voor hem gingen geloof en wetenschap prima samen.
Einstein, de grootste geleerde uit de 20e eeuw, had niet zoveel religieuze gevoelens. Hij geloofde niet in een God, die zich persoonlijk met ons bemoeit en naar ons omkijkt. Maar geloofde wel in een God, die het heelal had geschapen met bijzondere natuurwetten, waarvan ook hij er enkele had ontdekt.
Maar er zijn nog meer beroemde christelijke wetenschappers: de wiskundigen Kepler en Pascal in het verleden en momenteel de scheikundige James Tour. Het christelijke geloof vormt zeker geen belemmering voor wetenschappelijk onderzoek.”

Is het wenselijk dat geloof en wetenschap in dialoog zijn met elkaar?
“Dialoog impliceert dat er sprake is van tegenstellingen. En die zijn er inderdaad als de betreffende wetenschapper uitgaat van andere vooronderstellingen dan de gelovige, wat nogal eens het geval is. Er zijn atheïsten, theïstische evolutionisten, aanhangers van Intelligent Design, oude-aarde creationisten en jonge-aarde creationisten. Ik zie nogal eens wat discussies op bepaalde fora, die er fel en respectloos aan toe gaan. Atheïst Richard Dawkins is heel erg fel tegenover mensen, die in de God van de Bijbel geloven. Daarom ben ik wat huiverig voor zo’n dialoog tussen die verschillende mensen. Maar als het er eerlijk en fatsoenlijk aan toe zou gaan, zou het wel kunnen bijdragen tot wederzijds begrip. Dat is ook het belangrijkste resultaat van de dialoog tussen creationist Todd Wood en theïstisch evolutionist Darrel Falk, voormalig directeur van BioLogos. Of het verder zo wenselijk is, vraag ik me af.”

Martin Penning

Kader

Kees Noorlander
• In 1975 afgestudeerd aan de TU Delft als fysicus
• In 1981 gepromoveerd tot doctor in de wiskunde en natuurwetenschappen.
• Zijn werkzame leven heeft hij afgesloten als universitair docent informatica aan de TU Eindhoven.
• Meer informatie: www.morgenster.org.