Heb realistisch geloof voor uw kind

Els ter Welle • 89 - 2013 • Uitgave: 20
We hebben in onze gemeente een ‘ik bid mee mailing lijst’. Vanmorgen kreeg ik het bericht over een jongetje van vijf dat acute leukemie heeft. Het is verschrikkelijk voor het kind en de ouders. Christen zijn vrijwaart ons niet van problemen. Stormen komen er in elk gezin, maar dit is wel een tornado.

Laten we eens gaan kijken naar een vader en een moeder in de Bijbel die ook grote zorgen hadden om één van hun kinderen: ‘Heb medelijden met mij, Here, Zoon van David, mijn dochter is ernstig bezeten…’ Wat een drama. De moeder is radeloos. Maar Jezus zwijgt, het lijkt wel of Hij niet luistert. Uiteindelijk valt ze voor Zijn voeten en smeekt: ‘Here help mij!’ Maar Hij stuurt haar weg. Dat is toch niet te geloven? Maar deze Kananese vrouw laat zich niet wegsturen! Ze is vasthoudend in haar geloof en de Here beloont dit (Matteüs 15).
Ook een vader komt bij Jezus voor zijn ernstig zieke zoon, die van kinds af aan toevallen krijgt waarbij hij stuiptrekkend en schuimbekkend op de grond valt. Hij zegt: ‘Here als Gij iets kunt doen, help ons.’ De reactie van de Here Jezus is: ‘Als gij kunt! Alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft.’ En dan geeft deze vader zo’n ontwapenend antwoord: ‘Ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp.’ Geen grootspraak, eerlijk en oprecht brengt hij onder woorden hoe hij het ervaart. De Here helpt ook hem (Marcus 19).

Wat kunnen we hiervan leren?
Beide ouders doen wat je het allerbeste kunt doen: ze komen met hun diepe nood bij de Here Jezus. In verschillende gemeenten is er de gelegenheid om met je te laten bidden en je met olie te laten zalven als je ziek bent, zoals het staat in Jakobus 5: ‘Is er iemand bij u ziek? Laat hij dan de oudsten van de gemeente roepen, opdat zij over hem een gebed uitspreken en hem met olie zalven in de naam des Heren.’
Maar vaak gaan we eerst naar de dokter of psycholoog. Alleen als het ernstig is, vragen we om gebed van de oudsten. Ik denk zelf dat als we ziek genoeg zijn om naar de dokter te gaan, we ook ziek genoeg zijn om ons met olie te laten zalven of om voorbede te vragen.
Verder zien we in beide geschiedenissen de grote functie van geloof. Ik zou u in dit artikel willen stimuleren om voor uw kind dat in problemen is, geloof te hebben en de moed niet op te geven! Niet altijd antwoordt de Here zoals wij het graag zouden zien, maar Hij wil wel in onze moeilijke omstandigheden vaste grond onder onze voeten geven.

Hoe ontvangen we geloof?
De grote vraag is nu: hoe krijg je geloof? We kunnen het niet bij onszelf creëren. We kunnen niet zelf ons ongeloof overwinnen. Het moet ons worden gegeven. Dat betekent echter niet dat we passief af moeten wachten.
Zondag 25 van de catechismus zegt: ‘Vanwaar komt ons geloof?’ Antwoord: ‘Van de Heilige Geest die het geloof in onze harten bewerkt DOOR de verkondiging van het Evangelie / het Woord.’
U heeft vast wel eens van George Müller gehoord (zie Het Zoeklicht nr. 2, 2012). Hij begon een weeshuis zonder een cent op zak. Hij vroeg niemand om geld, alleen zijn hemelse Vader. Zijn lijfspreuk was: ‘Doe uw mond wijd open en Ik zal hem vullen.’ Hij was een man van groot geloof. Maar dat is niet zomaar uit de hemel komen vallen. Het geheim was dat hij een man was van het Woord en van gebed. Hij heeft in zijn leven honderd keer de Bijbel doorgelezen op zijn knieën en vroeg zich daarbij af: Is er iets dat ik moet doen of nalaten? Is er een waarschuwing die ik serieus moet nemen, of een belofte waar ik mijn hand op mag leggen? Daardoor groeide zijn geloof. Als Gods Woord rijkelijk in ons woont, bouwt het geloof en vertrouwen in God. En ik wil u laten zien dat de Bijbel vol staat met beloften voor uw kinderen, om daarmee geloof bij U aan te wakkeren.

Helemaal vooraan in de Bijbel staat de dramatische geschiedenis van de zondvloed. Vanwege de grote ongerechtigheid komt iedereen om door het water om. Behalve Noach. De Here redt hem omdat Hij hem rechtvaardig had bevonden. Maar niet alleen hem, ook zijn hele huis! (Genesis 6)
De hele stad Jericho valt in handen van de Israëlieten. Alleen Rachab de hoer blijft in leven, omdat zij de verspieders heeft helpen ontsnappen. Maar niet alleen zij, ook haar vader, moeder, broers, zussen, neven en nichten (Jozua 2).
De Here verwoest Sodom, omdat daar de meest ernstige zonden hoogtij vieren. Hij redt Lot en zijn huis.
Gods speciale zorg gaat uit naar onze gezinnen. Dat lees ik in de Bijbel en dat geeft geloof! Maar ik moet hier ook een kanttekening plaatsen. God wilde ook de aanstaande schoonzoons van Lot redden, maar zij wilden niet! Zij dachten dat Lot een grap maakte en namen hem niet serieus. Zij kwamen om, zijn vrouw trouwens ook. U kent die geschiedenis (Genesis 19). De Here heeft onze kinderen op het oog, maar ze moeten wel zelf de keuze maken! De Here dringt, maar Hij dwingt niet.

Reëel geloof
We gaan nu naar het Nieuwe Testament:
Paulus ontsnapt door een wonder uit de gevangenis en de gevangenbewaarder is hierdoor totaal van slag. Hij valt op zijn knieën en vraagt: ‘Wat moet ik doen om behouden te worden?’ Paulus en Silas zeggen: ‘Stel uw vertrouwen op de Here Jezus Christus en gij zult behouden worden, gij en uw huis’ (Handelingen 16). Prachtig!
Maar nu opgepast: deze tekst mag geen misplaatst geloof wekken! Ik wil graag geloof bij u ontsteken, maar wel reëel geloof! Persoonlijk vertrouwen in de Here Jezus is de grote voorwaarde om gered te worden! En dat geldt ook voor onze kinderen. Hoe goed we ze ook hebben opgevoed, ze worden niet automatisch kinderen van God. Corrie ten Boom zei heel typerend: ‘God heeft geen kleinkinderen.’ Maar ze maken wel een grote kans. Paulus zegt als hij het geloof van Timoteüs ziet: ‘Mij komt voor de geest uw ongeveinsd geloof, zoals het eerst gewoond heeft in uw grootmoeder en uw moeder’ (2 Timoteüs). Zijn moeder en oma hebben grote invloed op zijn leven gehad, maar Timoteüs kon het geloof niet van hen erven.
Om u te bemoedigen noem ik nog één Bijbelgedeelte om te laten zien dat uw kinderen echt voorrang hebben bij God.
Petrus houdt een vurige preek op de Pinksterdag. De mensen worden diep in hun hart getroffen en vragen: ‘Wat moeten wij doen?’ Let op het antwoord: ‘Bekeert u en een ieder late zich dopen op de naam van Jezus Christus en gij zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. Want voor u is de belofte (van de Heilige Geest) en voor allen die verre zijn, zovelen de Here ertoe roepen zal.’ Staat dat er? Nee. ‘Voor u, en uw kinderen’. En dan pas: ‘voor allen die verre zijn’ (Handelingen 2).
Wow! Dit geeft moed en geloof. Wanhoop niet te gauw. Wees niet te gauw ondersteboven. Geef uw kinderen in Zijn hand. Breng al uw lasten, licht of zwaar, bij Jezus en laat ze daar.

Els ter Welle