Grote mannen of grote ideeën?

Joop Schotanus • 76 - 2000/01 • Uitgave: 22
We vragen ons af welke grote mannen invloed zullen hebben op de gang van zaken in deze wereld in de 21' eeuw. Invloedrijke mensen kunnen niet zonder grote ideeën en de grote mannen worden gevormd door de ideeën. Ook al is het in de wereld normaal om de hoop te stellen op grote mannen, in de Gemeente van Christus gaat het daar niet om. We kunnen van alles ondernemen om de kerk meer invloed te laten hebben op de maatschappij, maar als er niet een massale geestelijke vernieuwing komt, dan blijft het sprokkelwerk. We moeten beseffen (hier gaat het om ideeën) dat Gods weg helemaal tegengesteld is aan die van de wereld. Als we de Here zouden bidden om meer kracht, dan zou het weleens kunnen zijn dat Hij ons brengt op een plaats, waarin we zwakte ervaren. We mogen het daar van de Here verwachten waar we zelf op het nulpunt van ons leven terecht gekomen zijn. Van daaruit kan de Here Zijn invloed door mensen uitoefenen. Wie zijn de mannen en vrouwen die de afgelopen eeuw een bijzonder werktuig in Gods hand zijn geweest? Die een stempel op ons land hebben gezet? Het zijn de mensen die alles opgegeven hebben wat in de wereld aanzien en erkenning verschaft om zich belangeloos in de handen van de Here te geven. Zij werden instrumenten in Gods Hand tot zegen voor velen. Tegelijkertijd vragen we ons af welke ideeën van traditie en vormelijkheid de vernieuwing en daarmee een positieve invloed op de omgeving in de weg staan. Waarom gaat een opwekking aan bepaalde deuren voorbij en waarom is het soms binnen de kortste keren afgelopen? Wij bedoelen hiermee een bijzondere zegen die de Here verbindt aan het leven van een prediker en/of aan een bepaalde geloofsgemeenschap of kerk, met duidelijk merkbare tekenen van blijdschap, kracht en geestelijke vernieuwing, die gepaard gaat met een bediening van vruchten van radicale bekering en overgave. We zien dat het geen grote mannen met geweldige ideeën waren, die door de Here gebruikt werden. Wel zien we dat een geestelijke herleving vaak ontstaat met lekepredikers, die het Woord op eenvoudige wijze doorgeven. Van de discipelen werd er toch ook gezegd dat het ongeletterde mensen waren? In ieder geval ongeletterd in de wereldse betekenis van het woord. Ook al zou Paulus daarop een uitzondering zijn, hij heeft zijn hele verleden schade en drek geacht om de uitnemendheid van Christus. Laten we terugziende op de twintigste eeuw één van Gods trouwe dienstknechten nog eens voor het voetlicht brengen.

JOHANNES DE HEER
Het huwelijk van zijn ouders was de eerste jaren kinderloos gebleven. Zijn moeder bad om een jongen en beloofde dat zij deze aan de dienst van God zou wijden. Overeenkomstig haar wens kreeg hij de naam Johannes (de Here is genadig). Toen zijn moeder een jaar na zijn geboorte overleed, huwde zijn vader met een vrome vrouw, een vriendin van zijn moeder. Als klein kind in de kerk had hij vooral belangstelling voor de organist. Op tien-jarige leeftijd krijgt hij een klein orgeltje en krijgt orgelles. Hoewel zijn vader hem oorspronkelijk bestemd had om hem in de smidse op te volgen, kan zijn tweede moeder haar invloed uitoefenen, zodat hij via de muziek opgeleid wordt voor de taak en roeping die de Here voor hem bestemd heeft.

EEN BIJZONDERE LEIDING
Door een 'toevallige' ontmoeting met een kennis ontdekken ze dat er een vacature is bij een muziekhandelaar in hun omgeving. Op 7 mei 1879 stapte hij in zijn zondagse pakje de muziekwinkel binnen en kreeg daar een loopbaan als jongste bediende. In de muziekhandel kon hij zijn hart ophalen. Behalve dat hij kennis kon nemen van allerlei evangelische liederen en liederenboekjes, kwam hij zelfs terecht in de wereld van concerten en opera's. Hij mocht zo nu en dan ook piano spelen voor gezelschappen en was ook weleens noodhulp organist in kerken. Ondanks de grotere verwachtingen van zijn moeder bleef hij toch op een bepaald niveau steken. Hierin zag hij achteraf Gods bijzondere leiding. Het hield in dat de Here betere dingen met hem voor had.

HOE HET VERDER GING
Ze waren in 1889 getrouwd en zijn vrouw en hijzelf hadden toen nog maar weinig belangstelling voor geestelijke zaken. Daarin kwam een grote verandering door een dieptreurige gebeurtenis. Hun dochtertje, een lief en aantrekkelijk kind werd ziek en stierf in 1896. Er kwam een grote leegte, die door niets in de wereld gevuld kon worden. Er bleef niets over van het schijnschoon der aarde en de prachtige toekomst die men zich gedroomd had. Na een half jaar 'zoeken en zuchten' nam Johannes de Heer, de Heiland aan als zijn persoonlijke Verlosser en Zaligmaker. Vanaf toen hongerde en dorstte hij naar geestelijk voedsel. Hij kwam uiteindelijk terecht in de Rotterdamse Jeruël-kring en kreeg daar al spoedig een plaatsje op het platform en mocht meehelpen door te dienen in Woord en lied. Hij kreeg een plaatsje achter orgel en piano. Hier kwam hij in aanraking met vele verschillende soorten liedbundels en dit bracht hem op de gedachte om voor gebruik in dit soort samenkomsten één bundel samen te stellen. Bij de samenstelling van de bundel wist Johannes de Heer dat de Here Zijn rijke zegen zou verbinden aan eenvoudige melodieën en harmonisaties. En zo hebben in de huiskamers, in de samenkomsten en de conferenties deze liederen een grote zegen verspreid (en waar men daar voor open staat doen ze dat nog steeds). Vele van de liederen voor de bundel kwamen, mede naar aanleiding van het bezoek aan de opwekking in Wales, in onze bundel terecht. Over de opwekking van Wales schreef Johannes de Heer in zijn boek 'k Zal Gedenken', dat de melodie van sommige liederen overging van mineur naar majeur. De vorige keer schreef ik hier reeds over en wil nog eens benadrukken dat het gaat om liederen die helemaal passen bij het nieuwe leven van bekeerde mensen. Liederen van ootmoed en zelfonderzoek, van overgave en vertrouwen nemen na het totstandkomen van de bundel voortaan een belangrijke plaats in in de samenkomsten, maar ook liederen van ommekeer en overwinning. Laten sommige liederen naar de vorm ouderwets zijn maar in hun algemeenheid zijn het liederen waar ons vernieuwde hart uitbundig mee kan instemmen. Wat zou de EO zijn zonder de liederen uit de bundel van Johannes de Heer?

EEN LEVENSBESCHRIJVING
Vorig jaar is er een nieuw boek uitgekomen. Zo nu en dan treft u het aan bij onze boekaankondigingen. Het geeft een levensbeschrijving van de oprichter van ons Zoeklicht en de voorman van de Zoeklicht-arbeid, met daarbij een uitvoerige beschrijving van zijn evangelisatie werk, ook in relatie tot de opwekkingsbeweging aan het begin van de vorige eeuw. We kunnen stellen dat naar wereldse normen hij geen groot man was, maar wel een man die 'zuivere ideeën' had en daarom door de Here gebruikt kon worden. Zijn evangelisch denken was doortrokken van de verwachting van de wederkomst van de Here Jezus. Daarom draagt het boek 'Johannes de Heer' als ondertitel: Evangelist in het licht van de wederkomst'. De Here God is niet op zoek naar grote mannen met grote ideeën, maar naar mensen die van harte kunnen zingen:

’k Gaf mijn alles op voor Jezus
Al het and're acht ik scha'
Wereldvreugd verdwijnt in 't duister
Bij het licht van Golgotha.


Joop Schotanus