Grenzeloos vertrouwen (1) Samen staan we sterk

Harry Honigh • 95 - 2019 • Uitgave: 6
Geloven is vertrouwen. Maar op wie of wat stellen wij ons vertrouwen? Op ons geld? Op onze intelligentie, op ons uiterlijk of onze vlotte babbel? Op mensen of op de kerk als instituut? Het antwoord op die vraag is buitengewoon veelzeggend. Het bepaalt mede of de Heere ons in dit leven kan gebruiken. Het bepaalt ook mede waar wij in de eeuwigheid zullen zijn.

Grote uitvindingen kunnen onze samenleving ingrijpend en voorgoed veranderen. In het recente verleden leidde de ontdekking van de werking van de zwaartekracht bijvoorbeeld tot de industriële revolutie. De komst van stoommachines, verbrandingsmotoren, massaproductie van goederen en voedsel, de mogelijkheid van verre reizen voor iedereen, enz. Het zou de hele mensheid geluk brengen. Maar dit geluk (lees: geld) bleef beperkt tot een kleine groep.

Het nieuwe optimisme
Ook de daarop volgende ontdekking van elektriciteit en magnetisme hebben de wereld op een ontstellende manier veranderd. We kregen elektrische verlichting, telefoon, elektromotoren, de grammofoon, een keur aan huishoudelijke apparaten en elektronische apparatuur. De wereld stelt haar vertrouwen meer dan ooit op techniek. Maar twee wereldoorlogen maakten een eind aan deze droom, dat wil zeggen: voor even.
Uit de puinhopen van deze luchtkastelen verrees al gauw een nieuw soort optimisme. De Verenigde Naties, de NAVO en andere grote samenwerkingsverbanden moesten herhaling van dit soort rampen voorkomen. Sleutelwoorden van dit nieuwe optimisme zijn bijvoorbeeld ‘samenwerking’, ‘eenheid’ en ‘globalisme’. Samen lossen we de problemen op, samen staan we sterk. Hoe groter de samenwerkingsverbanden, hoe mooier. Dit nieuwe optimisme drong door in politiek, in bedrijven, in overheidsinstellingen, in het onderwijs, in de zorg, zelfs tot in de kerken… En elke volgende dreiging drijft ons tot nog meer samenwerking.

Samenwerking
Deze gedachte van ‘samen staan wij sterk’ is niet nieuw. Wij herkennen hierin het eeuwenoude denken van Babel: ‘Heel de aarde had één taal en eendere woorden. En het gebeurde, toen zij naar het oosten trokken, dat zij een vlakte in het land Sinear vonden. Daar gingen zij wonen. En zij zeiden allen tegen elkaar: Kom, laten wij kleiblokken maken en die goed bakken! En de kleiblokken dienden hun tot steen en het asfalt diende hun tot leem. En zij zeiden: Kom, laten wij voor ons een stad bouwen, en een toren waarvan de top in de hemel reikt, en laten we voor ons een naam maken, anders worden wij over heel de aarde verspreid!
Toen daalde de HEERE neer om de stad en de toren te zien die de mensenkinderen aan het bouwen waren, en de HEERE zei: Zie, zij vormen één volk en hebben allen één taal. Dit is het begin van wat zij gaan doen, en nu zal niets van wat zij zich voornemen te doen, voor hen onmogelijk zijn. Kom, laten Wij neerdalen en laten Wij hun taal daar verwarren, zodat zij geen van allen elkaars taal zullen begrijpen. Zo verspreidde de HEERE hen vandaar over heel de aarde, en zij hielden op met het bouwen van de stad’
(Genesis 11:1-8).

In plaats van zich tot God te wenden, zoekt de mens de oplossing van zijn problemen in samenwerking. Op zich is samenwerken goed, want de mens is geschapen als een sociaal wezen. We horen elkaar te helpen! Maar deze mens meent dat de oplossing van zijn problemen ligt in samenwerking in plaats van afhankelijkheid van en gehoorzaamheid aan de Heere God. De opdracht van de Heere was geweest om de aarde te bevolken (Genesis 9:7), maar de mens koos er voor om dit niet te doen: ‘want anders worden wij over heel de aarde verspreid’. Hij koos voor samenwerking als dé oplossing.

Techniek
Maar er ligt nog iets anders opgesloten in deze tekst over de torenbouw van Babel waar ik in het bijzonder bij wil stilstaan. Het lijkt mij niet toevallig dat gewezen wordt op het gebruik van stenen en asfalt. Vermoedelijk waren dit nieuwe bouwmaterialen en was het ook met deze stenen en dit asfalt pas mogelijk om zo’n immense toren en gigantische steden als Babel en Ninevé te bouwen (Genesis 10:10-11). Ook in het vervolg van de tekst wordt gewezen op de nieuwe technische mogelijkheden die de mens zich geschapen heeft, als de Heere constateert: ‘Dit is het begin van wat zij gaan doen, en nu zal niets van wat zij zich voornemen te doen, voor hen onmogelijk zijn’ (vers 6).
We zien dus dat vertrouwen in de kracht van samenwerken en techniek al heel oud zijn. Het is van alle tijden. En nogmaals: het is niet de samenwerking zelf, het zijn niet de nieuwe technieken zelf die het probleem vormen, maar de motieven van de mens daarachter. Het hart van de ongelovige mens. De mens die niet wenst aan te kloppen bij zijn Schepper, de mens die zelf zijn problemen wel denkt op te kunnen lossen.

Hoogmoed
Deze rebellie tegen de Heere, de menselijke hoogmoed, is een van de grootste zonden, waarvoor we in Gods Woord talloze keren gewaarschuwd worden. Ik heb het daarbij niet zozeer over ons morele verval, ons denken over huwelijk en seksualiteit, over andere samenlevingsvormen, andere godsdiensten, het begin en einde van het leven, de positie van de vrouw, over gezag, enz. Dit is alles het product van de hedendaagse antichristelijke religie die een volkomen breuk met de God van de Bijbel en Zijn Woord nastreeft.
Het gaat mij in dit artikel vooral om het grenzeloze vertrouwen dat de mens heeft in de ‘onstuitbare vooruitgang’ van de techniek. Want is het niet geweldig wat we allemaal kunnen: dieren klonen, organen kweken, harten transplanteren, in enkele uren de wereld over vliegen, chatten met mensen aan de andere kant van deze aardbol en met duizelingwekkende snelheid door het heelal razen? Het wordt tijd om deze technische ontwikkelingen ook eens tegen het licht van Gods (profetische) Woord te houden.

Geldverkeer
Duizenden jaren lang heeft de mens gekocht en betaald met tastbaar geld, goud en zilver. De verwachting is dat binnenkort al het geld (munten en briefgeld) zal verdwijnen. Geld is dan alleen nog maar een cijfertje op een scherm. Maar ook de volgende stap is al in voorbereiding. Met de ontwikkeling van Blockchain1 wordt hard gewerkt aan de revolutionaire modernisering van alle geldverkeer. Daarbij worden alle gegevens van het geldverkeer (de ledger = het register) decentraal opgeslagen. Dus niet meer zoals nu bij uw bank, die alles op echtheid controleert, maar bij alle gebruikers zelf. Iedereen heeft daarbij inzage in uw geldverkeer, uw transacties en uw contracten. Transparantie is het sleutelwoord.
Notarissen, banken en diverse overheidsinstellingen, die nu de echtheid van onze transacties nog controleren, zijn straks overbodig. Dan vindt de controle plaats door het systeem zelf, door de veelgeroemde techniek, door computerprogramma’s. De transparantie van het systeem is dé oplossing voor alle problemen, zegt men, die moet zelfs het bestaan van zwart geld en criminaliteit onmogelijk maken. Mooi toch, of niet?

De verwachtingen zijn hooggespannen, de mogelijkheden bijna onbeperkt. Niet alleen bankgegevens, maar alles kan op den duur in dit systeem opgenomen worden; onze gezondheidstoestand, handtekening en gezichtskenmerken, wat we kopen en verkopen, wat we lezen, wat we mooi of lelijk vinden enz. Dat zit nu nog in diverse aparte systemen, straks ligt het op de digitale straat. Enthousiast wordt gemeld dat we een ‘nieuwe identiteit’ krijgen. Dat lijkt me een mooie beschrijving voor onze privacy en identiteit verliezen. De situatie dat mensen massaal uitgesloten kunnen worden van alle geldverkeer, van kopen en verkopen, komt weer een stap dichterbij: ‘en het maakt dat niemand kan kopen of verkopen, behalve hij die dat merkteken heeft, of de naam van het beest of het getal van zijn naam’ (Openbaring 13:17).

Techniek
Dit grenzeloze vertrouwen in techniek vinden we op tal van terreinen terug. Men kiest liever voor technische oplossingen dan de inzet van mensen; liever flitspalen, zelfrijdende auto’s, in- en uitcheckpoortjes en scanauto’s2, scankassa’s, dan de inzet van mensen die niet alleen meer zien, maar ook veel breder ingezet kunnen worden dan voor één taak. Liever ons hele land volhangen met camera’s, detectoren en scanners dan mensen aanstellen om toezicht te houden. Zo wordt onze leefomgeving steeds meer afhankelijk van techniek en verdwijnt de menselijke maat, het menselijke beoordelingsvermogen dat een machine nooit over kan nemen.
Bovenstaande voorbeelden lijken op dit moment misschien nog redelijk onschuldig, maar de ontwikkelingen staan niet stil. In een tweede artikel (Het Zoeklicht nummer 8) gaan we kijken naar de toekomstplannen van de topwetenschappers in de wereld van techniek. Want de oplossingen voor de gigantische problemen waar de wereld zich voor geplaatst ziet, moet toch vooral van hen komen, denkt men. Hoopt men. We zullen zien dat voor de mens zonder God haast niets onmogelijk is. De mens zonder God is tot alles in staat. Totdat God, net als bij de torenbouw, hem een halt toeroept en opnieuw ingrijpt. En alles wijst erop dat het niet lang meer kan duren. Hoeveel dichterbij zal Zijn komst voor ons dan zijn! Zien we daarnaar uit?

Harry Honigh


1) Zie bijvoorbeeld: https://www.youtube.com/watch?v=KeFRLRA_XzQ
2) Auto’s met scanapparatuur om parkeerplaatsen en nummerborden te scannen. Zie bijvoorbeeld: https://www.ad.nl/rotterdam/scanauto-spekt-gemeentekas-in-rotterdam~a5c3fe51/