Goede moed

Jef de Vriese • 88 - 2012 • Uitgave: 17
Te midden van Zijn grote angst in Getsemané, overheerste bij Jezus de vreugde, omwille van hetgeen voor Hem lag (Hebreeën 12:2). Asaf erkent dat ongeduld over zijn eigen lijden en zijn onbegrip voor de welvaart van een ander, onverstandig is (Psalm 73). Geestelijke lijdzaamheid gaat met geduldige kracht door het lijden, omdat ze staat in God, niet in eigen krampachtig opgepept geloof, niet in eigen controle. De hoop is niet gevestigd op een kansberekening van redding, maar in volle zekerheid dat de Voleinder van je geloof de overwinning heeft behaald.
Waarom zou je bang zijn wanneer de Here Jezus met je is? Waarom zou je je midden in de storm net als de discipelen afvragen of Hij zich om jou bekommert? Geloof is niet bang (Marcus 4:37-40). Liefde drijft de vrees uit (1 Johannes 4:18). Hoop beseft dat Hij zal verlossen (2 Korintiërs 1:8-11).
Geloof, hoop en liefde zijn geen louter verstandelijke overtuigingen. Ze komen tot leven in de context van een relatie met Vader, Zoon en Geest, aan Wie je je mag toevertrouwen. In die relatie ben je niet passief aan een triestig lot onderworpen. In die relatie ligt er veiligheid en een onverwoestbare roeping over je leven. Hij Die je kent van voor de grondlegging van de wereld, heeft je tevoren bestemd om zoals Christus te worden. (Romeinen 8:29-30). De wil van God kennen, vanuit die intieme relatie met Hem, activeert in jou het werken aan je zaligheid (Filippenzen 2:12-13). Dat doe je met moed, want je Verlosser leeft!

Jef De Vriese