Godsgeschenk

Gieneke van Veen-Vrolijk • 89 - 2013 • Uitgave: 11
In het Oude Testament wordt meerdere keren gesproken over de zogeheten ‘opgangsfeesten’ - Pasen, Pinksteren en het Loofhuttenfeest - ook wel aangeduid als ‘pelgrimsfeesten’. De beschrijving en opdracht van de jaarlijkse viering van deze drie Bijbelse hoogtijdagen wordt het volk Israël duidelijk geboden in de Wet van Mozes (Exodus 23:14-19; Leviticus 23; Deuteronomium 16:16). De twee voorjaarsfeesten, Pesach (Pasen) en het ‘Wekenfeest’ (Pinksteren)1 zijn feesten die allebei een Nieuwtestamentische vervulling hebben gekregen.
De profetische voorafschaduwing van het offerlam dat met Pesach werd geofferd werd heerlijk vervuld toen Gods Zoon zichzelf offerde als het ‘Lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt’ (Johannes 1:29; vgl. Exodus 12:7,13,21-23). Toen Hij uitriep ‘Het is volbracht!’ (Johannes 19:30), vervulde Hij de Oudtestamentische profetieën die spraken over het plaatsvervangend offer dat nodig was om de mens met God te verzoenen. Na Zijn overwinning over dood en satan en Zijn opstanding uit de doden (Matteüs 28:6; Lucas 24:6; Johannes 20:1-18; Handelingen 4:10) als de ‘Vorst van het leven’ (Handelingen 2:24; 3:15), vertoonde Hij zich gedurende 40 dagen met veel onmiskenbare bewijzen (Handelingen 1:3). Tien dagen na Zijn hemelvaart (Lucas 24:50-53; Handelingen 1:4-14) zou het Wekenfeest (Pinksteren) plaatsvinden…

De belofte van de Vader
De verrezen Heiland verscheen meerdere malen aan Zijn discipelen met tekenen en bewijzen van Zijn glorievolle overwinning en verrijzenis uit de doden. Hij onderwees dat de Messias moest lijden en zo in Zijn heerlijkheid ingaan (Lucas 24:26). Immers, al voor Zijn kruisdood had Hij hun geleerd dat alles wat over Hem was geschreven in vervulling moest gaan (Lucas 24:44). Hij hield de Zijnen ook voor dat de belofte van de Vader in vervulling zou gaan, waarbij Hij de opdracht gaf in Jeruzalem te wachten ‘totdat u met kracht uit de hoogte bekleed zult worden’ (Lucas 24:49). Terwijl Hij met hen samen was, beval Hij hun Jeruzalem niet te verlaten, ‘maar de belofte van de Vader te verwachten, die u van Mij gehoord hebt’ (Handelingen 1:4).
De belofte van de Vader betrof de komst van de Heilige Geest. De Here Jezus maakte zo duidelijk dat de belofte van de komst van de Heilige Geest als de Trooster in vervulling zou gaan. Het gaat hierbij om de troostende woorden die de Here Jezus tot Zijn discipelen sprak voordat Hij aan het kruis stierf: ‘En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid’ (Johannes 14:16-17). Hij houdt de discipelen bij herhaling voor dat deze Trooster door de Vader zou worden geschonken in Zijn naam: ‘Maar de Trooster, de Heilige Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam, Die zal u in alles onderwijzen…’ (vers 26).
Kort voor Zijn hemelvaart herhaalt de Heiland de belofte: ‘Maar u zult kracht van de Heilige Geest ontvangen, die over u komen zal; en u zult mijn getuigen zijn…’ (Handelingen 1:8).

De belofte vervuld
Tijdens het Pinksterfeest waren de eerste volgelingen van de Here Jezus eensgezind bijeen, toen het huis waarin zij waren werd vervuld met een plotselinge hevige windvlaag, symbool van de niet te weerhouden Heilige Geest van God die alle aanwezigen vervulde: ‘Toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eensgezind bijeen… En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest…’ (Handelingen 2:1-4). De belofte werd vervuld zoals Johannes de Doper al over de Here Jezus had voorzegd: ‘Hij is het die met de Heilige Geest doopt’ (Joh.1:33) en ‘Hij die na mij komt… Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur’ (Matteüs 3:11).

De Heilige Geest
De komst van de Heilige Geest als vervulling van de belofte van de Vader is het heerlijke Godsgeschenk die een ieder wordt geschonken door het geloof in het kruisoffer van Gods Zoon. Gods beloften zijn in Hem ‘ja en amen’. God is het die ons bevestigt en zalft in Christus. Hij verzegelt ons en schenkt ons door geloof de Heilige Geest als onderpand in ons hart (2 Korintiërs 1:21-22). ‘Maar u hebt de zalving van de Heilige en u weet alles’ (1 Johannes 2:20).
‘…in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam, verzegeld met de Heilige Geest van de belofte…’ (Efeziërs 1:13-14). Ons Godsgeschenk is het onderpand van onze erfenis, tot lof van zijn heerlijkheid!

Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk

1 Pinksteren wordt in de Hebreeuwse Bijbel aangeduid als ‘Shavu`ot’ (letterlijk: weken); deze Hebreeuwse benaming is ontleend aan de zeven weken tussen Pesach en dit feest (Lev. 23:15, 16; Deut. 16:9,10).