Gods Woord houdt stand in eeuwigheid
Op 31 oktober gedenken we met de Hervormingsdag die grote gebeurtenis: de Reformatie. Bij die gebeurtenis kwam de Bijbel, het Woord van God onder het kerkelijk stof vandaan om met grote kracht zijn stem te laten horen. Sindsdien kan hem het zwijgen niet meer worden opgelegd, ondanks vele pogingen daartoe, vooral in deze tijd.
Er worden vandaag krachtige pogingen ondernomen om Gods Woord uit te hollen, te ondermijnen en krachteloos te maken. Het ene boek na het andere verschijnt, in binnen- en buitenland. Het worden bijna allemaal 'bestsellers' en ze hebben allemaal de schijn van wetenschappelijkheid. Heb je ook eenmaal een wetenschappelijke titel en ben je bovendien nog professor, dan kan van gewone mensen niet meer zo veel tegenwerping worden verondersteld.
Die worden gezien als de laatste stuiptrekkingen van de orthodoxie, die nog gelooft in het geïnspireerde Woord. De Bijbel staat vandaag in de storm van de tijd.
We kunnen onmiddellijk gerust zijn, want de Bijbel zal ook deze stormen glansrijk doorstaan. Hij kan tegen alle kritiek, niemand hoeft de Bijbel te verdedigen. Hij is Gods Woord, dat in eeuwigheid zal bestaan. En dat niet alleen, wat erin staat zal werkelijkheid worden. De wederkomst van Christus zal het grote moment zijn waarop heel de wereld, inclusief de professor en de theologen zal moeten erkennen, dat het de bijbelse oordelen Gods zijn die over de aarde gaan. Oordelen, die hun weerga niet kennen in de geschiedenis. Heel de aarde zal schudden op haar grondvesten. Heel het universum zal de adem inhouden. Het spreken Gods zal eens dramatisch hoorbaar worden in het vooraf aangekondigde oordeel. De Bijbel weet niets van metaforen en beeldspraak, maar is helder en concreet.
DE BIJBEL EEN WONDER
Gods Woord heeft al de eeuwen die achter ons liggen wonderbaar standgehouden. De bijbeltekst heeft de eeuwen getrotseerd en is vandaag in al zijn oorspronkelijkheid en onaantastbaar in ons bezit. Laat men beseffen, als men een Bijbel in de hand houdt, dat men een wonder in de hand heeft. Hij is geschreven door zo'n veertig verschillende mensen, uit verschillende culturen en over een lange periode van zo'n vijftienhonderd(!) jaar. De teksten werden eeuwenlang met de hand overgeschreven, voordat de boekdrukkunst bestond. Er zijn vele malen meer oude handschriften van de Bijbel bewaard gebleven en bekend geworden dan van welk ander antiek werk dan ook. Als er enkele tientallen handschriften van de klassieke werken beschikbaar zijn dan is het al veel. Van het Nieuwe Testament alleen al hebben we toegang tot meer dan vierduizend(!) Griekse handschriften en meer dan tienduizend(!) losse onderdelen ervan. Daarnaast ook nog bijna tienduizend vertalingen van het Nieuwe Testament - vooral in het Latijn. Wat een vracht aan bewaarde, de eeuwen getrotseerd hebbende, bijbelteksten. De Here heeft gewaakt over Zijn Woord!
Van het Oude Testament zijn niet zo veel handschriften bewaard gebleven als van het Nieuwe Testament, maar ook daar is het betrouwbaarheidsgehalte verbazingwekkend groot. Letters, lettergrepen en woorden werden door de oude rabbijnen nauwkeurig geteld en beschreven, om maar niets van Gods Woord verloren te laten gaan. Over heel wat teksten van Shakespeare, die vierhonderd jaar oud zijn, bestaat grote onzekerheid. Niet over de teksten van de Bijbel. Gods Woord heeft de eeuwen glansrijk overleefd. In de Duitse stad Munster is het Instituut van Dr. Kurt Aland al vele jaren bezig met gecomputeriseerd tekstonderzoek. Men heeft de meer dan vijfduizend NT-handschriften op chip en microfilm. Dankzij zeer nauwkeurig onderzoek weten we zeker dat we beschikken over de juiste tekst van de Bijbel, die ongeschonden de eeuwen heeft getrotseerd.
DODEZEEROLLEN
In 1947 vond een Arabische herdersjongen een groot aantal kruiken in de grotten van Qumran. Uiteindelijk bleken daar zeer oude teksten van de Bijbel in te zitten. Wetenschappers waren zeer geïnteresseerd en ook opgewonden over de vondst. Men dacht zeker te kunnen aantonen dat wij vandaag niet helemaal zeker kunnen zijn over de teksten van de Bijbel, met name het Oude Testament. Bij de 'Dodezeerollen' - tweehonderd bijbelhandschriften uit de derde tot de eerste eeuw vóór Christus - zat ook een volledige rol van het boek Jesaja. De rollen zijn duizend(!) jaar ouder dan de tot dan toe bekende handschriften. Duizend jaar, tien eeuwen, dat is een lange tijd. Altijd maar weer werden de teksten immers met de hand overgeschreven. Fouten sluipen er dan makkelijk in en in die oude tijden namen de mensen het misschien ook niet zo nauw. Shakespeare is er bij ons een voorbeeld van. De Bijbel zou misschien wel herschreven moeten worden, dachten sommigen. Maar toen men de Jesaja-rol ging bestuderen bleek er geen enkele fout in onze Bijbel te staan. Alles was nauwkeurig aan ons overgeleverd. Onze Bijbel is exact dezelfde als die van mensen in de derde of vierde eeuw voor Christus.
BIJBELKRITIEK
In onze eeuw echter is er een nieuw fenomeen bijgekomen als het gaat om het standhouden van Gods Woord in de druk der tijden. Dat is de 'bijbelkritiek'. Dat is de 'wetenschap' die zich bezighoudt met de ontstaansgeschiedenis van de Bijbel, teneinde van daaruit de grondtekst te beoordelen en te verklaren. Er zijn in de loop van de tijd allerlei modellen ontwikkeld, waaraan ook weer allerlei namen van wetenschappers verbonden zijn, modellen waarbinnen theorieën zijn geschapen om teksten en bijbelboeken in hun literaire context, achtergronden, culturen e.d. te plaatsen en van daaruit op hun inhoud en hun geloofwaardigheid te toetsen.
Eenmaal die weg ingeslagen, niet op theologische gronden maar op academische gronden, is men gekomen tot de moderne bronnentheorie. Die bronnentheorie plaatst teksten en bijbelgedeelten onder bepaalde noemers, gaf ze een 'datum' mee, het tijdstip waarop ze ontstaan moeten zijn volgens de eerder gekozen uitgangspunten en zie daar de conclusie. Zo kan een boek als Genesis een plek worden gegeven ergens 850 jaar voor Christus, om maar een voorbeeld te noemen. Het Nieuwe Testament, de Evangeliën, zijn niet een 'verslag' van ooggetuigen, maar de neerslag van geloof van vrome mensen in de vroege kerk, zeker niet van de apostelen zelf. Het gezag van de Bijbel werd in onze eeuw door deze bijbelkritiek volkomen onderuit gehaald.
De bijbelkritiek heeft stormenderhand de kerk veroverd. Zij is de grondslag en het kader geworden, waarop en waarbinnen theologie aan de universiteiten wordt bedreven (De goede natuurlijk daargelaten, zoals in ons land de Vrijgemaakt-Gereformeerde Hogeschool in Kampen).
De plaatselijke gemeenten hebben predikanten gekregen die aldus gingen preken, want zo hadden ze het geleerd. Een preek zonder de Bijbel als Gods Woord, een preek zonder het 'alzo spreekt de Here'. De kerken liepen leeg omdat mensen niet konden en wilden leven bij een uitgehold evangelie, dat geen Evangelie is. Dáár zijn we vandaag aangekomen.
Maar bij al deze wrange vruchten van de bijbelkritiek staat de Bijbel zelf nog altijd recht overeind als het eeuwig betrouwbare Woord van God. Het is van belang bij zo'n uitspraak een fundamentele toelichting te geven.
Als prof. Kuitert van een bijbelgetrouw gelovige zegt, dat die zijn veiligheid zoekt bij Jezus, zoals een kleuter bij zijn teddybeer, dan zegt hij direct daar achteraan, dat dat wat hem betreft best màg.
We mogen ook best dezelfde woorden gebruiken. We mogen gerust zeggen dat de Bijbel het betrouwbare Woord van God is. Alleen zal Kuitert - en velen met hem - het zeggen met in het achterhoofd de filosofieën van de bijbelkritiek. Dat betekent, dat men, als je dóórvraagt, zal zeggen, dat de Bijbel woord van mensen is, dat er geen wonderen zijn gebeurd in de feitelijke zin, dat Jezus niet lichamelijk is opgewekt en dat "alles wat van bóven is uiteindelijk van benéden blijkt te zijn". Want door de wetenschap der hogere bijbelkritiek weet onze generatie het beter.
Wij wéten het gewoon, omdat het academisch is onderzocht en waar gebleken. Niemand uit de kringen van de bijbelkritiek zal er echter bezwaar tegen maken als een predikant de geijkte termen gebruikt, zoals opstanding, zonde, vergeving, eeuwig leven etc. Daar hoeft een modem theoloog zich niet meer druk om te maken. Die bocht is hij al door. Hij wéét hoe het zit. Die teddybeer is nu niet belangrijk meer. Maar die geijkte kerkelijke termen zijn geen garantie dat de dominee het ook echt gelooft!
Als we hier echter zeggen dat de Bijbel het betrouwbare Woord van God is, dat eeuwig zal standhouden, dan bedoelen wij dat in onze werkelijkheid, in de geschiedenis en in de concrete situatie van vandaag. Als wij de opstanding van Jezus belijden dan doen wij dat niet alleen met vrome woorden, die geen betekenis hebben, maar dan staan achter onze woorden de historische feiten, ook het feit van de lichamelijke opstanding van Jezus. Die feiten hebben wij van de heilige Schrift, de Bijbel. Wij staan erop dat Gods Woord serieus wordt genomen en we gelóven wat er staat, zonder ook maar iets wèg te filosoferen, wèg te discussiëren of wèg te theologiseren.
WE GELOVEN ZE NIET
Wij geloven in de Bijbel als het betrouwbare Woord van God, maar niet als vlucht uit de werkelijkheid! We zeggen niet dat we doof zijn voor de aangedragen argumenten van de bijbelkritiek, waarmee men de tekst ontkracht. Nee, we geloven die argumenten van de bijbelkritiek niet! De hele redenering, die uitgaat van de moderne wetenschapsfilosofie, onderschrijven we niet. Tal van bijbelgetrouwe wetenschappers hebben de eeuwen door, tot op vandaag, de betrouwbaarheid van de Bijbel aangetoond met plausibele en voor iedereen controleerbare argumenten.
Het grondige verschil tussen hen en de moderne bijbelkritiek is het vertrekpunt. De vraag is van wèlk vertrekpunt men wetenschap gaat bedrijven. Gaat men uit van de Bijbel zelf en toetst men zijn inhoud aan de omstandigheden, of gaat men uit van de omstandigheden, de eigen moderne filosofische kaders, en legt men de Bijbel op de snijtafel om hem in die kaders in te passen.
Iedere theologie die ons de Bijbel - als Woord Gods(!) - beter doet verstaan, is goede theologie. Zo'n theologie laat zich leiden en ook corrigeren door de Bijbel. Zij is een dienstknecht. De moderne bijbelkritiek is heer en meester over de Bijbel en onderwerpt hem aan de eigen inzichten. Zo is men vandaag de Bijbel als Woord Gods kwijtgeraakt. Men roept wel hard, men verkoopt de populaire boeken wel erg goed, maar men is arm geworden, straatarm.
De geestelijke leiders uit Jezus' dagen riepen om het hardst dat iedereen kon nagaan dat uit Nazareth niets goeds kon komen. Zeker de beloofde Messias niet. Immers, die zou uit Bethlehem komen.
Jezus heeft vervolgens nergens gezegd, dat Hij in Bethlehem ter wereld kwam, teneinde zich te verdedigen. Hij liet ze maar schreeuwen. Uiteindelijk misten ze alles. Feitelijk leken ze gelijk te hebben. Jezus van Nazareth was de rabbi met wie ze geconfronteerd werden. Zij bestreden Hem, omdat de Messias niet uit Nazareth kon komen. Oppervlakkig gezien hadden ze dus gelijk. En toch hadden ze geen gelijk. Er voltrok zich eigenlijk een groot drama. Dertig jaar eerder waren ze overigens niet gaan kijken, toen heel Jeruzalem ontstelde over de mededeling van de wijzen uit het Oosten dat de Koning der Joden geboren was. Ze hadden kunnen leven uit de verachting, omdat de profeet de tijdsperiode van Zijn komst duidelijk had aangegeven (Dan. 2:44). Maar hun aarde-gerichte theologie was kennelijk van groter belang dan een hemel-gerichte verwachting (Joh. 5:44).
Zij die wel in Jeshoe Messiach geloofden hadden dat geloof van de Heilige Geest zelf ontvangen (Matth. 16:16,17). Zij geloofden het Woord, zoals wij vandaag het Woord kunnen geloven. De heilige God zelf staat er helemaal achter (Hebr. 2:3,4).
Feike ter Velde
Er worden vandaag krachtige pogingen ondernomen om Gods Woord uit te hollen, te ondermijnen en krachteloos te maken. Het ene boek na het andere verschijnt, in binnen- en buitenland. Het worden bijna allemaal 'bestsellers' en ze hebben allemaal de schijn van wetenschappelijkheid. Heb je ook eenmaal een wetenschappelijke titel en ben je bovendien nog professor, dan kan van gewone mensen niet meer zo veel tegenwerping worden verondersteld.
Die worden gezien als de laatste stuiptrekkingen van de orthodoxie, die nog gelooft in het geïnspireerde Woord. De Bijbel staat vandaag in de storm van de tijd.
We kunnen onmiddellijk gerust zijn, want de Bijbel zal ook deze stormen glansrijk doorstaan. Hij kan tegen alle kritiek, niemand hoeft de Bijbel te verdedigen. Hij is Gods Woord, dat in eeuwigheid zal bestaan. En dat niet alleen, wat erin staat zal werkelijkheid worden. De wederkomst van Christus zal het grote moment zijn waarop heel de wereld, inclusief de professor en de theologen zal moeten erkennen, dat het de bijbelse oordelen Gods zijn die over de aarde gaan. Oordelen, die hun weerga niet kennen in de geschiedenis. Heel de aarde zal schudden op haar grondvesten. Heel het universum zal de adem inhouden. Het spreken Gods zal eens dramatisch hoorbaar worden in het vooraf aangekondigde oordeel. De Bijbel weet niets van metaforen en beeldspraak, maar is helder en concreet.
DE BIJBEL EEN WONDER
Gods Woord heeft al de eeuwen die achter ons liggen wonderbaar standgehouden. De bijbeltekst heeft de eeuwen getrotseerd en is vandaag in al zijn oorspronkelijkheid en onaantastbaar in ons bezit. Laat men beseffen, als men een Bijbel in de hand houdt, dat men een wonder in de hand heeft. Hij is geschreven door zo'n veertig verschillende mensen, uit verschillende culturen en over een lange periode van zo'n vijftienhonderd(!) jaar. De teksten werden eeuwenlang met de hand overgeschreven, voordat de boekdrukkunst bestond. Er zijn vele malen meer oude handschriften van de Bijbel bewaard gebleven en bekend geworden dan van welk ander antiek werk dan ook. Als er enkele tientallen handschriften van de klassieke werken beschikbaar zijn dan is het al veel. Van het Nieuwe Testament alleen al hebben we toegang tot meer dan vierduizend(!) Griekse handschriften en meer dan tienduizend(!) losse onderdelen ervan. Daarnaast ook nog bijna tienduizend vertalingen van het Nieuwe Testament - vooral in het Latijn. Wat een vracht aan bewaarde, de eeuwen getrotseerd hebbende, bijbelteksten. De Here heeft gewaakt over Zijn Woord!
Van het Oude Testament zijn niet zo veel handschriften bewaard gebleven als van het Nieuwe Testament, maar ook daar is het betrouwbaarheidsgehalte verbazingwekkend groot. Letters, lettergrepen en woorden werden door de oude rabbijnen nauwkeurig geteld en beschreven, om maar niets van Gods Woord verloren te laten gaan. Over heel wat teksten van Shakespeare, die vierhonderd jaar oud zijn, bestaat grote onzekerheid. Niet over de teksten van de Bijbel. Gods Woord heeft de eeuwen glansrijk overleefd. In de Duitse stad Munster is het Instituut van Dr. Kurt Aland al vele jaren bezig met gecomputeriseerd tekstonderzoek. Men heeft de meer dan vijfduizend NT-handschriften op chip en microfilm. Dankzij zeer nauwkeurig onderzoek weten we zeker dat we beschikken over de juiste tekst van de Bijbel, die ongeschonden de eeuwen heeft getrotseerd.
DODEZEEROLLEN
In 1947 vond een Arabische herdersjongen een groot aantal kruiken in de grotten van Qumran. Uiteindelijk bleken daar zeer oude teksten van de Bijbel in te zitten. Wetenschappers waren zeer geïnteresseerd en ook opgewonden over de vondst. Men dacht zeker te kunnen aantonen dat wij vandaag niet helemaal zeker kunnen zijn over de teksten van de Bijbel, met name het Oude Testament. Bij de 'Dodezeerollen' - tweehonderd bijbelhandschriften uit de derde tot de eerste eeuw vóór Christus - zat ook een volledige rol van het boek Jesaja. De rollen zijn duizend(!) jaar ouder dan de tot dan toe bekende handschriften. Duizend jaar, tien eeuwen, dat is een lange tijd. Altijd maar weer werden de teksten immers met de hand overgeschreven. Fouten sluipen er dan makkelijk in en in die oude tijden namen de mensen het misschien ook niet zo nauw. Shakespeare is er bij ons een voorbeeld van. De Bijbel zou misschien wel herschreven moeten worden, dachten sommigen. Maar toen men de Jesaja-rol ging bestuderen bleek er geen enkele fout in onze Bijbel te staan. Alles was nauwkeurig aan ons overgeleverd. Onze Bijbel is exact dezelfde als die van mensen in de derde of vierde eeuw voor Christus.
BIJBELKRITIEK
In onze eeuw echter is er een nieuw fenomeen bijgekomen als het gaat om het standhouden van Gods Woord in de druk der tijden. Dat is de 'bijbelkritiek'. Dat is de 'wetenschap' die zich bezighoudt met de ontstaansgeschiedenis van de Bijbel, teneinde van daaruit de grondtekst te beoordelen en te verklaren. Er zijn in de loop van de tijd allerlei modellen ontwikkeld, waaraan ook weer allerlei namen van wetenschappers verbonden zijn, modellen waarbinnen theorieën zijn geschapen om teksten en bijbelboeken in hun literaire context, achtergronden, culturen e.d. te plaatsen en van daaruit op hun inhoud en hun geloofwaardigheid te toetsen.
Eenmaal die weg ingeslagen, niet op theologische gronden maar op academische gronden, is men gekomen tot de moderne bronnentheorie. Die bronnentheorie plaatst teksten en bijbelgedeelten onder bepaalde noemers, gaf ze een 'datum' mee, het tijdstip waarop ze ontstaan moeten zijn volgens de eerder gekozen uitgangspunten en zie daar de conclusie. Zo kan een boek als Genesis een plek worden gegeven ergens 850 jaar voor Christus, om maar een voorbeeld te noemen. Het Nieuwe Testament, de Evangeliën, zijn niet een 'verslag' van ooggetuigen, maar de neerslag van geloof van vrome mensen in de vroege kerk, zeker niet van de apostelen zelf. Het gezag van de Bijbel werd in onze eeuw door deze bijbelkritiek volkomen onderuit gehaald.
De bijbelkritiek heeft stormenderhand de kerk veroverd. Zij is de grondslag en het kader geworden, waarop en waarbinnen theologie aan de universiteiten wordt bedreven (De goede natuurlijk daargelaten, zoals in ons land de Vrijgemaakt-Gereformeerde Hogeschool in Kampen).
De plaatselijke gemeenten hebben predikanten gekregen die aldus gingen preken, want zo hadden ze het geleerd. Een preek zonder de Bijbel als Gods Woord, een preek zonder het 'alzo spreekt de Here'. De kerken liepen leeg omdat mensen niet konden en wilden leven bij een uitgehold evangelie, dat geen Evangelie is. Dáár zijn we vandaag aangekomen.
Maar bij al deze wrange vruchten van de bijbelkritiek staat de Bijbel zelf nog altijd recht overeind als het eeuwig betrouwbare Woord van God. Het is van belang bij zo'n uitspraak een fundamentele toelichting te geven.
Als prof. Kuitert van een bijbelgetrouw gelovige zegt, dat die zijn veiligheid zoekt bij Jezus, zoals een kleuter bij zijn teddybeer, dan zegt hij direct daar achteraan, dat dat wat hem betreft best màg.
We mogen ook best dezelfde woorden gebruiken. We mogen gerust zeggen dat de Bijbel het betrouwbare Woord van God is. Alleen zal Kuitert - en velen met hem - het zeggen met in het achterhoofd de filosofieën van de bijbelkritiek. Dat betekent, dat men, als je dóórvraagt, zal zeggen, dat de Bijbel woord van mensen is, dat er geen wonderen zijn gebeurd in de feitelijke zin, dat Jezus niet lichamelijk is opgewekt en dat "alles wat van bóven is uiteindelijk van benéden blijkt te zijn". Want door de wetenschap der hogere bijbelkritiek weet onze generatie het beter.
Wij wéten het gewoon, omdat het academisch is onderzocht en waar gebleken. Niemand uit de kringen van de bijbelkritiek zal er echter bezwaar tegen maken als een predikant de geijkte termen gebruikt, zoals opstanding, zonde, vergeving, eeuwig leven etc. Daar hoeft een modem theoloog zich niet meer druk om te maken. Die bocht is hij al door. Hij wéét hoe het zit. Die teddybeer is nu niet belangrijk meer. Maar die geijkte kerkelijke termen zijn geen garantie dat de dominee het ook echt gelooft!
Als we hier echter zeggen dat de Bijbel het betrouwbare Woord van God is, dat eeuwig zal standhouden, dan bedoelen wij dat in onze werkelijkheid, in de geschiedenis en in de concrete situatie van vandaag. Als wij de opstanding van Jezus belijden dan doen wij dat niet alleen met vrome woorden, die geen betekenis hebben, maar dan staan achter onze woorden de historische feiten, ook het feit van de lichamelijke opstanding van Jezus. Die feiten hebben wij van de heilige Schrift, de Bijbel. Wij staan erop dat Gods Woord serieus wordt genomen en we gelóven wat er staat, zonder ook maar iets wèg te filosoferen, wèg te discussiëren of wèg te theologiseren.
WE GELOVEN ZE NIET
Wij geloven in de Bijbel als het betrouwbare Woord van God, maar niet als vlucht uit de werkelijkheid! We zeggen niet dat we doof zijn voor de aangedragen argumenten van de bijbelkritiek, waarmee men de tekst ontkracht. Nee, we geloven die argumenten van de bijbelkritiek niet! De hele redenering, die uitgaat van de moderne wetenschapsfilosofie, onderschrijven we niet. Tal van bijbelgetrouwe wetenschappers hebben de eeuwen door, tot op vandaag, de betrouwbaarheid van de Bijbel aangetoond met plausibele en voor iedereen controleerbare argumenten.
Het grondige verschil tussen hen en de moderne bijbelkritiek is het vertrekpunt. De vraag is van wèlk vertrekpunt men wetenschap gaat bedrijven. Gaat men uit van de Bijbel zelf en toetst men zijn inhoud aan de omstandigheden, of gaat men uit van de omstandigheden, de eigen moderne filosofische kaders, en legt men de Bijbel op de snijtafel om hem in die kaders in te passen.
Iedere theologie die ons de Bijbel - als Woord Gods(!) - beter doet verstaan, is goede theologie. Zo'n theologie laat zich leiden en ook corrigeren door de Bijbel. Zij is een dienstknecht. De moderne bijbelkritiek is heer en meester over de Bijbel en onderwerpt hem aan de eigen inzichten. Zo is men vandaag de Bijbel als Woord Gods kwijtgeraakt. Men roept wel hard, men verkoopt de populaire boeken wel erg goed, maar men is arm geworden, straatarm.
De geestelijke leiders uit Jezus' dagen riepen om het hardst dat iedereen kon nagaan dat uit Nazareth niets goeds kon komen. Zeker de beloofde Messias niet. Immers, die zou uit Bethlehem komen.
Jezus heeft vervolgens nergens gezegd, dat Hij in Bethlehem ter wereld kwam, teneinde zich te verdedigen. Hij liet ze maar schreeuwen. Uiteindelijk misten ze alles. Feitelijk leken ze gelijk te hebben. Jezus van Nazareth was de rabbi met wie ze geconfronteerd werden. Zij bestreden Hem, omdat de Messias niet uit Nazareth kon komen. Oppervlakkig gezien hadden ze dus gelijk. En toch hadden ze geen gelijk. Er voltrok zich eigenlijk een groot drama. Dertig jaar eerder waren ze overigens niet gaan kijken, toen heel Jeruzalem ontstelde over de mededeling van de wijzen uit het Oosten dat de Koning der Joden geboren was. Ze hadden kunnen leven uit de verachting, omdat de profeet de tijdsperiode van Zijn komst duidelijk had aangegeven (Dan. 2:44). Maar hun aarde-gerichte theologie was kennelijk van groter belang dan een hemel-gerichte verwachting (Joh. 5:44).
Zij die wel in Jeshoe Messiach geloofden hadden dat geloof van de Heilige Geest zelf ontvangen (Matth. 16:16,17). Zij geloofden het Woord, zoals wij vandaag het Woord kunnen geloven. De heilige God zelf staat er helemaal achter (Hebr. 2:3,4).
Feike ter Velde