Gods onderwijs

Gieneke van Veen-Vrolijk • 88 - 2012 • Uitgave: 12
Vorige keer bespraken we het Hebreeuwse werkwoord ‘lmd’ dat het begrip ‘leren’ uitdrukt. Afhankelijk van de vorm waarin dit werkwoord voorkomt betekent het ‘leren’ of ‘onderwijzen’.1 We bespreken ditmaal ‘limmed’ met de grondbetekenis: onderwijzen, onderrichten, leren, trainen. Het gaat om de grondgedachte dat ‘iemand een ander iets leert’. ‘Limmed’/onderwijzen komt vooral voor in Psalmen, Deuteronomium en in enige mate bij Jeremia.
‘Limmed’/onderwijzen kan slaan op uiteenlopende vormen van kennis en/of vaardigheden. Het kan gaan om zaken van praktische aard, zoals het leren lezen en schrijven in een vreemde taal (Daniël 1:4). In het merendeel van de gevallen betreft ‘limmed’/onderwijzen echter godsdienstig onderwijs. We lezen over Prediker die een wijs man wordt genoemd, die het volk wijsheid ‘limmed’/onderwees (Prediker 12:9). ‘Limmed’/onderwijzen kan tevens inhouden dat men door veelvuldig oefenen datgene waarin men is onderwezen zich volkomen eigen maakt. Zo lezen we dat in Davids tijd de zonen van Asaf, Heman en Jeduthun getraind waren in het zingen en musiceren tot Gods eer en worden beschreven als “…limmed’/onderwezen in het lied voor de HERE, allen volleerd…” (1 Kronieken 25:7).2

Onderricht in Deuteronomium
Aan de vooravond van de intocht in het ‘beloofde Land’ ontving Israël dit laatste Thoraboek, vooral bedoeld als handboek voor hun leven als Gods verbondsvolk. Hierin vinden ook wij rijke geestelijke lessen. Kenmerkend voor Deuteronomium is deze oproep: “Nu dan, Israël, luister naar de verordeningen… die Ik u ‘limmed’/leer te doen, opdat u leeft” (4:1). Mozes spreekt, maar het is de Here die het onderwijs biedt. Soortgelijke woorden volgen: “Zie, ik heb u ‘limmed’/geleerd… zoals de Here, mijn God mij geboden heeft, om zo te handelen” (5:1; vgl. vers 14). Bij herhaling krijgt Mozes de opdracht het volk Gods te ‘limmed’/onderwijzen: “…alles wat u hen ‘limmed’/leren zult…” (5:31). Mozes had naar Gods bevel het volk bijeen geroepen, want de Here had gezegd: “…dan zal Ik hun mijn woorden laten horen, die zij moeten ‘limmed’/leren, om Mij te vrezen, alle dagen… en die zij ook hun kinderen moeten ‘limmed’/leren” (5:10).
Het gaat hierbij niet om louter theoretische kennis, beperkt tot weten en kennen. Het leren van Gods Woord is immers bedoeld om in dagelijkse levenspraktijk om te zetten: “de geboden… die de HERE uw God geboden heeft om u te ‘limmed’/onderwijzen, opdat u ze doet…” (6:1). Het gaat om de praktische uitwerking van de Schrift in de relatie met de Here God. Het volk Israël mocht echter niet de gruwelpraktijken van de omringende volken ‘limmed’/leren (20:17-18).
God roept op Zijn woorden in het hart te dragen om daardoor in staat te zijn ze aan de kinderen te ‘limmed’/onderwijzen (13:18-19).

Bijbelonderricht
De Godvrezende koning Josafat spande zich in om het onderwijs van Gods Woord onder het volk te bevorderen. Hij zond mannen “…om te ‘limmed’/onderwijzen...” “En zij ‘limmed’/onderwezen in Juda en het Wetboek van de HERE was bij hen… en zij ‘limmed’/leerden onder het volk” (2 Kronieken 17:7-9).
Slechts wie zich richt op grondige studie en onderzoek van Gods Woord, is bekwaam om anderen hierin te ‘limmed’/onderwijzen. Zo was dat bij Israëls grote leider en leraar Ezra - priester en schrijver (Nehemia 8:10) - die toegewijd was aan de studie van Gods Thora en zijn hart richtte op onderwijs aan Israël. “Ezra had zijn hart erop gericht om de Thora van de Here te onderzoeken, om die te doen en in Israël te ‘limmed’/onderwijzen” (Ezra 7:10). We zien hier dat gedegen studie van de Schrift niet los staat van het ‘doen’; dat samen maakte Ezra tot een gezaghebbend, bekwaam leraar.

De Here onderwijst
In de Psalmen komt de Here naar voren als Leraar. Hij leert de mens de weg ten leven: “Goed… is de HERE, daarom ‘limmed’/onderwijst Hij de zondaren op de weg…” (Psalm 25:8). De psalmist nodigt te luisteren, want hij ‘limmed’/onderwijst in de vreze van de HERE (Psalm 34:12). Rijk gezegend de mens die van de Here wordt ‘limmed’/onderricht vanuit Zijn Thora, eveneens te duiden als ‘leer’ (Psalm 94:12). “Leer mij uw verordeningen” (Psalm 119:12).

“HERE, maak mij uw wegen bekend, ‘limmed’/leer mij uw paden.
Leid mij in uw waarheid en ‘limmed’/leer mij”
(Psalm 25:4-5).

Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk

1 Zo duidt de (reeds besproken) vorm ‘lamad’ op ‘leren’ en de vorm ‘limmed’ op ‘onderwijzen’. Er is weliswaar een betekenisoverlap tussen beide vormen van hetzelfde basiswerkwoord ‘lmd’.
2 We noemen hier en verder het ww. in de basisvorm ‘limmed’.