Gods machtige daden in onze tijd

Jan van Barneveld • 78 - 2002/03 • Uitgave: 11
We willen even stil staan bij het diepe verdriet, de zware druk en de angstige trauma's die de laatste maanden diepe wonden slaan in het volk van Israël. Verdriet om de kinderen die er niet meer zijn. Weer 'weent Rachel om haar kinderen'! Druk vanwege de onveiligheid en de internationale steun voor het oprichten van een terroristische Palestijnse staat. Trauma's bij velen die
levenslang invalide zijn geworden door de aanslagen of net op het nippertje aan een terroristische aanslag zijn ontkomen. 'Troost, troost mijn volk' draagt de HERE ons op in zijn Woord. Let op het dringende, dubbele 'troost' en let ook op het 'Mijn volk'. Zelfs in Gods land, is Israël niet veilig. Hierover komt een oordeel over de hele wereld. Is er nog troost of bemoediging voor Israël in deze bijna hopeloze situatie? De haat tegen Israël ligt als een met explosieven 'versierd gewaad zelfs over Palestijnse baby's en wordt uitgeschreeuwd niet alleen op de straten van steden in Moslim-landen maar ook in Westerse landen. Zelfs bijbelgetrouwe christenen, die toch beter zouden moeten weten, roepen mee in het koor van de wereld en schrijven over 'fanatieke Joodse extremisten' en noemen Judea en Samaria 'bezette' gebieden! Kritiekloos praten ze anti-zionisten na, die de Joodse dorpen en steden in Judea en Samaria 'volkenrechtelijk onwettig' noemen.

We herkennen hier o.a. de berichtgeving in het Nederlands Dagblad. De haat tegen Israël en het Joodse volk zit zo diep dat geen Palestijnse staat, geen hekwerk, geen Israëlisch getto vrede zal brengen. Zelfs een Palestijnse staat in heel Israël (zoals nog steeds het doel is van dg Palestijnse Autoriteit) zal geen oplossing bieden. De situatie lijkt inderdaad hopeloos en velen in Israël zijn troosteloos. 'Troost, troost mijn volk' zegt de Here God. Als niemand troost, zal de Here het Zelf doen: 'Want de HERE troost Sion, Hij troost al haar puinhopen…' en 'Als iemand die zijn moeder troost, zo zal Ik u troosten; ja in Jeruzalem zult gij getroost worden' (Jesaja 51:3 en 66:13). 'De bergen van Israël (voornamelijk Judea en Samaria) zullen takken voortbrengen en vruchten dragen voor Mijn volk Israël, want nabij is zijn komst' (Eze. 36:8). Maar die komst, een tweede aliya, zal tegelijk oordeel over de volken brengen.

De schrik van de Heer
Vredesactivisten en politieke waarnemers zien geen tekens van hoop. De haat zit te diep en verspreidt zich als uitzaaiende kankercellen over de hele wereld. Wij weten dat hier geestelijke machten achter zitten. Iedereen kan dat constateren. Opgehitste massa's die schreeuwen 'Allah is groter'. Kinderen, verdoofd door valse beloften van een paradijs, blazen zichzelf in de naam van Allah op. Imams prediken haat. Het zijn uitingen van de haat van de godheid van de Islam tegen de God van Israël. Allah van de Koran zet 'zijn' volgelingen op tegen de God van de Bijbel. Er is niets nieuws onder de zon. Tijdens de uittocht uit Egypte ging het om een strijd tegen de goden van Egypte. Eeuwen later werden de goden van Babel door de God van Israël vernietigd. Dikwijls als de toestand hopeloos leek, greep de God van Israël op een machtige wijze in. Vaak op een bijzonder opzienbarende wijze. Gods oordelen tijdens de Uittocht maakten zo'n diepe indruk dat veertig jaar later de schrik er bij de volken van Kanaan nog inzat. Als de God van Israël de vijanden van Israël schrik aanjaagt heeft dat een doel: 'Vervolg hen zo met Uw storm, verschrik hen met Uw wervelwind; overdek hun aangezicht met schande, opdat zij Uw Naam zoeken o, HERE. Laten zij voor altijd beschaamd en verschrikt worden… Opdat zij weten, dat alleen Uw Naam is: HERE (JHWH), de Allerhoogste over de ganse aarde' (Psalm 83:16-19). Zo zal het ook nu gaan: Ze zullen het weten!

In onze tijd
In de recente geschiedenis hebben we verschillende malen kunnen zien hoe God ingrijpt voor Zijn volk. In 1948 vielen vijf Arabische legers de pas opgerichte staat Israël binnen. Ze werden verslagen en de wereld stond verbaasd. De Arabieren gaven niet op en jaren werd het Zuiden van Israël geplaagd door terroristen (toen nog gewoon Arabieren en geen Palestijnen). Israël verjoeg ze en versloeg Egypte in de Sinai-oorlog in 1956. Maar de Arabische landen maakten zich klaar voor een grote slag in 1967. Toen gaf de HERE, de God van Israël aan zijn volk een grote, opzienbare overwinning en weer werden de Islamitische Arabieren diep vernederd. Jeruzalem en Judea en Samaria kwamen onder Israël. Een belangrijke stap in Gods herstelplan voor Israël. Daarna volgde in 1973 de Yom Kippur Oorlog. Op Grote Verzoendag vielen Egypte en Syrië Israël binnen. Een paar dagen was de situatie uiterst kritiek voor Israël. Maar weer greep de HERE in en de bewoners van Damascus en Cairo zagen tot hun schrik de Israëlische troepen heel dichtbij komen. Sinds 1973 hebben Palestijnse terroristen het voortouw in de strijd tegen Israël genomen. De godheid van de Islam is steeds meer op de voorgrond getreden: Jeruzalem werd steeds heiliger voor de Islam en de oorlog tegen Israël en het Joodse volk werd een heilige plicht, een 'jihad'. Nu is de hele wereld intensief bij de strijd om het land van de HERE betrokken. Alleen de VS staat nog min of meer achter Israël. Zodra deze wereldmacht Israël laat vallen, zal de HERE de VS laten vallen en zullen zeer waarschijnlijk rampen en oorlogen losbarsten.

Eerst de Jood
De wereld zal pas vrede kennen als er vrede is in Jeruzalem. Zolang de wereld, de VN, de Europese Unie en de Arabische landen de Palestijnse terroristen steunt, zal wereldwijd het terrorisme explosief toenemen. De waarschuwende oordelen van de HERE gaan nu al over de wereld. Hoe meer Palestijnse vlaggen over ons land wapperen, des te meer problemen zullen er over ons komen. Ook voor deze situaties geldt: 'Eerst de Jood, maar ook de Griek'. Deze wetmatigheid zal de komende maanden steeds duidelijker worden. Zo lang de wereld Israël de terroristische kastanjes uit het vuur laat halen en zelfs die terroristen steunt, zullen de politieke, economische en sociale problemen toenemen en zal het ene land na het andere door natuurrampen of door de mens veroorzaakte rampen getroffen worden. Het 'Gezegend die u zegenen en die u vervloeken vervloekt!' (Num.24:9) is een bijbelse wetmatigheid, die nog steeds van kracht is. Israël zal uit bovenstaande niet veel troost putten. Het is een duidelijke waarschuwing voor ons. Omdat de toestand voor Israël hopeloos lijkt, weten we dat de HERE op een opzienbarende manier zal ingrijpen. De vraag is alleen hoe en wanneer.

Gods ingrijpen
We doelen nog niet op de eindtijdoordelen. Gods ingrijpen zal een nieuwe en heel duidelijke vernedering zijn van de (godheid van de) Islam. Immers het is ten diepste een strijd van Allah tegen JHWH, de God van Israël! De HERE zal Allah diep vernederen. Er is nog een belangrijke reden waarom we dat vermoeden. Er zijn immers meer dan een miljard Islamieten die voor een groot deel onbereikbaar zijn voor het Evangelie. Onder hen zijn er veel eenvoudige mensen, die niets te maken hebben met de oorlogen van hun leiders tegen Gods volk. Zij hebben weinig of geen kans gehad om het Evangelie te horen en te aanvaarden. Misschien gaat de HERE een smadelijke vernedering van de godheid van de Islam gebruiken om nog miljoenen Islamieten tot geloof in de Here Jezus Messias te brengen!

Eindtijd
Na de tijd van de antichrist, de eindtijdoordelen en de wederkomst van de Here Jezus op de Olijfberg zal het Vrederijk aanbreken. Dan zal alle knie zich voor Hem. buigen. Maar God kan in zijn grote liefde, geduld en genade de 'gewone mensen' onder de Islam nog een kans geven om zich te bekeren voordat de nacht over de wereld aanbreekt. We leven in wonderlijke tijden en wij, als kerk van de Here Jezus Christus moeten aandachtig letten op de tekens van de tijd. We steunen en troosten Israël waar en hoe we maar kunnen. We moeten ook bidden en klaar staan voor wonderlijke kansen die Hij nog kan en wil geven voor het Evangelie, juist voor onze Islamitische medemensen.

drs. Jan van Barneveld