Gods lijdende knechten

Jan van Barneveld • 89 - 2013 • Uitgave: 24
God werkt meestal door ‘knechten’. De belangrijkste Knecht van de HERE is de Here Jezus. Hij heeft ‘de reiniging van de zonden tot stand gebracht’ (Hebreeën 1:3). Het beloofde koninkrijk en de heerlijkheid voor Zijn knecht Israël zijn toen uitgesteld. De rol en plaats van Gods knecht Israël wordt momenteel steeds duidelijker en belangrijker. Toch liggen er een paar belangrijke vragen.
Waarom komt er zoveel lijden over Gods knechten? Waarom moeten Israël en wij zolang wachten? Hoe en wanneer eindigt deze zware weg voor Gods knechten? Israël, profeten en de Gemeente van de Here Jezus gaan deze weg. Gods lijdende knecht Job (1:8, 2:3 en 42:7,8) vroeg zich af of dit eerlijk is.


Islam
De Koran spreekt met respect over de Here Jezus als profeet. Maar een van de belangrijkste belijdenissen uit het NT, ‘Jezus is de Zoon van de Allerhoogste God’, wordt door de islam fel tegengesproken. De Koran leert herhaaldelijk: ‘Allah heeft geen zoon’ en dat Isa (=Jezus in de Koran) schijndood was en door Allah is opgenomen in de hemel (Soera 4:157-159). In de eindtijd zal Isa door Allah teruggestuurd worden om de islamitische messias, de Mahdi, te helpen Jeruzalem te veroveren, Israël te vernietigen en ons, christenen, te bekeren tot de islam.
Meer dan 13 eeuwen was de moslimwereld ‘onbereikt gebied’ gebied voor het Evangelie. De laatste tien, twintig jaren komen zeer veel moslims tot geloof in Jezus, de Zoon van God en de Verzoener van onze zonden. Schattingen van aantallen lopen sterk uiteen. Deze zijn ook moeilijk te geven, omdat velen uiterlijk moslim blijven. In hun hart geloven ze in Jezus Messias. Vrijdags gaan ze naar de moskee, want hun leven loopt ernstig gevaar door familie en buren. Dank de HERE voor het machtige werk van Zijn Geest en bidt voor de honderdduizenden nieuwe medegelovigen. Duidelijk is dat de HERE nu moslims een kans geeft. Deze genade voor de (moslim)wereld betekent weer uitstel van de komst van de Here Jezus en Zijn Koninkrijk.

Lijden en profetie
Dit verheugende werk van God onder moslims betekent tegelijk lijden voor Gods knechten. Zijn er ook profetische aspecten? We beginnen met Gods werk onder moslims.
• Egypte is een land waar veel moslims tot geloof komen, vooral jonge mensen. De leider van de Geloofskerk vertelde mij dat zij, sinds het begin van de opstanden, elf nieuwe gemeentes mochten stichten. Ik vroeg aan zijn zoon, die jeugdwerk in de kerk doet, waarom zoveel jongeren tot geloof komen. Hij zei: “Ze schamen zich voor hun moslimleiders en voor het terrorisme.” Let nu even op Psalm 83. Daar wordt beschreven hoe islamitische landen rond Israël plannen maken Israël te vernietigen om ‘de woonsteden van God in bezit te nemen.’ Precies wat ze al 65 jaar proberen. Wat bidt Israël? ‘Overdek hun aangezicht met schande… laten zij voor altijd beschaamd worden.’ Inderdaad schamen ze zich. Waartoe, wat is het doel? ‘Opdat zij uw naam zoeken, o HERE.’ Zo staat het geschreven en zo gebeurt het momenteel.
• Een tweede profetisch aspect is Gods haast. Jesaja 60 is een hoofdstuk dat gaat over de toekomstige heerlijkheid van Israël. Het hoofdstuk eindigt met ‘Ik. De HERE, zal het te Zijner tijd met haast volvoeren.’ Alles gaat razendsnel. De Here Jezus heeft voorzegd: ‘Aan alle volken moet eerst het evangelie gepredikt worden’ (Marcus 13:10). Dan pas wordt de eindtijdgeschiedenis afgewikkeld naar de beloofde heerlijkheid voor Israël. Dan pas ‘zullen zij Mij aanschouwen Die zij doorstoken hebben’ (Zacharia 12:10 en Openbaring 1:7). Blijft de vraag waarom dit langdurige en vaak vreselijke lijden voor knechten van de HERE, voor Israël, voor vervolgde christenen? Is dat eerlijk? ‘Hoe lang nog?’ bidt Israël in veel Psalmen.
• Gods grote en onuitsprekelijke genade en geduld geven een gedeeltelijk antwoord op deze vragen. Immers alles wat God doet beoogt bekering. De HEER kijkt voortdurend en verlangend toe of Hij een reden kan vinden oordeel uit of zelfs af te stellen. De zware rampen en oordelen van de eindtijd uit Openbaring zijn Gods laatste oproepen: ‘Bekeert u’. Een kleine twintig eeuwen heeft God het geprobeerd met het Evangelie, met waarschuwen en waarschuwende oordelen. De zegelgerichten, bazuingerichten en schaalgerichten uit Openbaring zijn een laatste poging van God de mensen te bekeren. We lezen herhaaldelijk dat de Heilige Geest dan verdrietig constateert: ‘toch bekeerden zij zich niet’ (Openbaring 9:20,21 en 16:9,11). Israël moet wachten vanwege Gods grote geduld met en liefde voor de hele wereld.

Een tragische kloof
In een pas uitgekomen boek van Willem Ouweneel voert hij een ‘verdiepend gesprek’ met rabbijn Lody van de Kamp. De rabbijn legt uit waarom de ‘christelijke Messias’ niet de Bijbelse Messias kan zijn. Kort samengevat: Hij heeft niet de beloofde verlossing en heerlijkheid voor Israël gebracht. Ouweneel concentreert zich op de profetieën over de lijdende Knecht van de HERE in bijvoorbeeld Jesaja 53 en de Psalmen 22 en 69. Rabbijnen zijn gewoon deze profetieën op Israël toe te passen. Van de Kamp brengt ‘schaamrood op de kaken’ van Ouweneel en van ons, als hij de lange, beschamende geschiedenis van vervolgingen van de Joden en van kerkelijk antisemitisme en anti-Judaïsme aanroert. Een bijna onoverbrugbare kloof. Wanneer komt er een einde aan al dat lijden?

Paulus wist het
Het is aan Paulus geopenbaard: ‘Heel Israël zal behouden worden.’ En: ‘HIJ zal zich over hen allen ontfermen’ (Romeinen 11:26 en 32). Wanneer zal dat gebeuren? Als ‘de volheid van de heidenen binnengaat’ (Romeinen 11:25). Welke volheid? Israël is, als knecht van de HERE, ook een toetssteen voor Gods zegen of vloek. De boosheid en haat van heidenen tegen de Schepper van hemel en aarde, de God van Israël, wordt afgereageerd op Gods knechten. Antisemitisme en antizionisme zijn oude en moderne voorbeelden. Dit is deel van het lijden van Gods knecht Israël. Dit is al een heel oud gegeven. God sloot een verbond met Abraham. Hem werd verteld dat Israël 400 jaar verdrukt zou worden in Egypte. ‘Want eerder is de maat van de ongerechtigheid van de Amorieten niet vol’ (Genesis 15:13-16). Wanneer is in onze ‘bijna-eindtijd’ die maat vol? Dat lezen we in Zacharia 12-14. De hele wereld voert dan oorlog tegen Jeruzalem en Juda. God wil er een eind aan maken (12:8). Eerst krijgt de wereld nog één kans. ‘Hij die zij doorstoken hebben’ wordt geopenbaard. Israël komt vol berouw en ontroering tot geloof en wordt gereinigd (12:9-14 en 13:1-6). De wereld niet. De haat van de volken tegen Israël en Jeruzalem barst los. De volheid (van de boosheid) is aangebroken. De Heer komt terug op de Olijfberg (14:1-4). Dan maakt Hij alles goed. Ook het lijden van al zijn knechten, zoals Job. ‘Want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid.’

Jan van Barneveld