Gods lievelingszoon en de ‘bezette gebieden’

Jan van Barneveld • 89 - 2013 • Uitgave: 9
Zegt de Bijbel iets over de ‘bezette gebieden’? Wie is de echte ‘bezetter’? Wie horen thuis in die gebieden? Komt er een Palestijnse staat in Judea en Samaria? Is het Joodse volk binnen Israël alleen Juda, Benjamin en Simeon plus veel Levieten, of zitten Israëlieten van de ‘tien verloren stammen’ verborgen onder de Joodse Israëli’s? Komen Efraïm en stammen die daarbij horen nog terug? Wat hebben die stammen met ‘de gebieden’ te maken?
Naar deze vragen wordt momenteel veel wetenschappelijk, Bijbels en volkenrechtelijk onderzoek gedaan. In dit artikel alleen enkele gedachten vanuit profetieën die verband houden met deze vragen.


Twee stukken hout en koning David
In Ezechiël 37:15-28 lezen we dat Ezechiël twee stukken hout moet nemen en samenvoegen. Het ene stuk is voor Juda en de stammen die daarbij horen. Waarschijnlijk ook enkelen van de andere stammen, zoals de profetes Hanna, die uit Aser stamde (Lucas 2:36). Het andere stuk hout is voor Efraïm en de stammen die daarbij horen. De HERE maakt de symboliek duidelijk: “Ik haal de Israëlieten weg uit de volken naar wier gebieden zij gegaan zijn… En Ik zal hen tot één volk maken in het land… en mijn knecht David zal koning over hen zijn.” Dan zal de HERE eindelijk tot Zijn doel gekomen zijn met Israël, Zijn volk. Juda wordt eerst genoemd en is inderdaad voor een groot deel terug. Efraïm nog niet. Manasse is onderweg. Een voorbode die aankondigt: Efraïm komt eraan? Efraïm zal zeker komen want de HERE noemt hem Zijn lievelingszoon, een troetelkind (Jeremia 31:20).

Bezet gebied
‘Het huis van Jakob zal zijn bezittingen weer in bezit nemen’ (Obadja :17). Die bezittingen waren meer dan 18 eeuwen bezet en verwaarloosd door verschillende volken. In 1948 is, door de stichting van de staat Israël, gedeeltelijk een einde gekomen aan die bezetting. (Gefeliciteerd Israël, met jullie 65e verjaardag, 15 mei).
Na de Zesdaagse Oorlog (1967) kwamen Judea en Samaria ook bij Israël. De stamgebieden van Efraïm, Benjamin en de halve stam van Manasse. Gebieden waar de hele wereld nu een Palestijnse staat wil zien. Bezet dus door de zogenaamde Palestijnen. Maar er is meer. In het Overjordaanse (nu Jordanië) woonden Ruben, half Manasse en Gad. Let op de volgende profetie: ‘Waarom heeft Milkom Gad in bezit genomen?’ Milkom is de afgod van de Ammonieten. Die woonden in het huidige Jordanië. In een oorlog zal Israël ook ‘dat gebied weer in bezit nemen’ (Jeremia 49:1,2). Voor de stammen Gad, Ruben en half Manasse.

Oorlogen?
We citeren nu twee Psalmen die over ‘de gebieden’ gaan.
1) ‘Wek Uw sterkte op vóór Efraïm, Benjamin en Manasse en kom tot onze verlossing. O God, herstel ons, doe uw aanschijn lichten, opdat wij verlost worden’ (Psalm 80:3,4). Het gaat over de stammen waarvan het grondgebied nu bezet wordt door de Palestijnen. Eerst komt het natuurlijk herstel van het volk en het land. Daarna een geestelijk herstel, als de HERE ‘zijn aanschijn doet lichten’ over Israël en dan komt de verlossing. Niet alleen van Israël, maar ook van de wereld. Want Paulus profeteert: ‘De Verlosser zal uit Sion komen’ (Romeinen 11:26). Eerst komt Hij als Verlosser voor Sion (Jesaja 59:20). Daarna voor de wereld.
2) ‘God heeft gesproken in zijn heiligdom. Ik wil juichen. Ik wil Sichem verdelen… Mij behoort Gilead en mij Manasse. Efraïm is de schutse van mijn hoofd. Juda is mijn heersersstaf. Moab is mijn wasbekken, op Edom werp ik mijn schoen, over Filistea juich ik’ (Psalm 60:8-10). Wat uitleg: Sichem is het huidig Nablus. Gilead is de Golan. Moab en Edom liggen in Jordanië, dat aanvankelijk ook aan het Joodse volk is toegezegd. In Filistea heerst de Hamas. Het komt allemaal toe aan Israël, dat ook deze bezette gebieden in bezit zal nemen. Het hoe en wanneer weet ik (nog) niet. Misschien in een oorlog? Of een vredesovereenkomst? Maar wel weten we dat de HERE God aan een machtig werk voor Zijn volk bezig is en dat Hij dit ook zal voltooien.

Zichtbaar
Dat de afzonderlijke stammen duidelijk zichtbaar zullen worden, vinden we op een aantal plaatsen in de Schrift terug. In Ezechiël 48 wordt het land, waarschijnlijk in het begin van het Duizendjarig Rijk, opnieuw onder 13 stammen verdeeld. Jozef is daar opgesplitst in Manasse en Efraïm. Het tweede voorbeeld vinden we in Openbaring 7. Johannes ziet hoe 144.000 verzegeld worden uit ‘alle stammen van Israël’. Opvallend is dat Dan en Efraïm ontbreken. Efraïm valt dan onder Jozef, die er wel bij staat. Over de reden waarom Dan niet is veel gespeculeerd. Overigens, onze Joods-messiaanse broeders hebben nog heel wat te doen, want zij tellen nog lang niet de 144.000, die verzegeld zullen worden. In elk geval, de stammen worden en blijven zichtbaar tot in het Nieuwe Jeruzalem. Want ‘de namen op de poorten zijn die van de stammen van Israël’ (Openbaring 21:12). Dat is de tijd dat ‘heel Israël behouden zal worden/zijn’ (Romeinen 11:26).

Bezette bergen
Een belangrijk hoofdstuk over het herstel van Israël is Ezechiël 36. Het herstel van het verwoeste land, de terugkeer van Israël en het geestelijk herstel worden duidelijk voorzegd. We bekijken alleen het woord van de HERE over de ‘bergen van Israël’, die bezet zijn door ‘Palestijnen’. Het woord van de HERE: ‘Omdat de vijand van u gezegd heeft: ha, eeuwige hoogten zijn in ons bezit gekomen… opdat gij het bezit zou worden van het overblijfsel van de volken… en voor het overblijfsel van de omwonende volken tot buit en tot voorwerp van spot bent geworden… en mijn land voor zichzelf tot een erfdeel hadden bestemd’ (samenvatting van de verzen 2-5).
Enkele aandachtspunten: 1. Dat zeggen de Palestijnse vijanden inderdaad: ‘Dat is ons land, ons bezit.’ 2. ‘Eeuwige hoogten’. Dat is het gebied waar Abraham en Jakob eeuwen geleden met hun gezinnen en kuddes rondzwierven. 3. ‘Het overblijfsel van de volken’. De Palestijnen stammen inderdaad voor het grootste deel af van arme Arabieren uit volken rond Israël. Hun voorouders zochten in de eerste decennia van de vorige eeuw werk bij Joden in die gebieden. 4. Vol spot claimen ze nu dat gebied voor zichzelf als erfdeel van hun godheid Allah. 5. Let op het nadrukkelijke ‘Mijn land’ dat de HERE over dat gebied zegt.

Reactie van de HERE
Nu kort de duidelijke reactie van de God van Israël. ‘Maar gij, bergen van Israël, zult uw takken voortbrengen en uw vruchten dragen voor mijn volk Israël, want nabij is zijn komst… Ik zal de mensen op u talrijk maken, het hele huis van Israël’ (Ezechiël 36:8-15). Dus Israël, met name Efraïm, Benjamin en Juda zullen hun oude ‘bezittingen weer in bezit nemen’. De HERE is een Waarmaker van Zijn woord.

Jan van Barneveld