Gods Drie Doelgroepen vlak voor de eindtijd

Jan van Barneveld • 76 - 2000/01 • Uitgave: 12
Veel theologen leren dat de eindtijd al in de tijd van de apostelen is begonnen. Immers Petrus zegt kort en krachtig: 'Het einde van alle dingen is nabij gekomen' (1 Petrus 4:7). Johannes legt er nog een flinke schep bovenop als hij zegt: 'kinderkens het is de laatste ure' (1 Joh.2:18). Maar deze opvatting dat de 'eindtijd' al bijna 2000 jaar aan de gang is, neemt veel van de spanning van onze tijd weg. De ernst van de vele 'tekens van de tijd' die we om ons heen zien gebeuren, wordt door deze definitie van de 'eindtijd' afgevlakt en kerken dreigen geestelijk in te slapen. Wij gaan er liever van uit dat de 'eindtijd' een periode van zeven of van drie-en-een-half jaar is die voorafgaat aan de komst van de Here Jezus op de Olijfberg. De Here Jezus noemt die tijd in Zijn eindtijd-rede 'de Grote Verdrukking' (Matt. 24:21) en de profeten Jeremia en Daniël spreken over een 'tijd van benauwdheid voor Jacob' (Daniël 12:1 en Jer. 30:7). Het grootste deel van het boek Openbaring beschrijft de rampen van die vreselijke oordeelsperiode tot in details. Ook een aantal profeten heeft flitsen uit die 'eindtijd' gezien. We leven nu in een tijd die elk moment in die 'eindtijd' kan overgaan. Tekens in de natuur, in de samenlevingen, in de economie en de politiek en vooral de ontwikkelingen in en rondom Israël zijn duidelijk leesbare tekens aan de wand van de snel naderende eindtijd. Wat vraagt de HEER van ons in deze periode vlak vóór de 'eindtijd'? Zeker, in de eerste plaats dat wij ons heiligen voor HEM. Want zonder heiliging zal niemand de Heer zien. En één van de laatste verzen van Openbaring dringt er bij ons op aan: 'wie heilig is worde nog meer geheildigd'. En Johannes roept ons op: 'wie deze hoop op Hem heeft (nl. van de komst van de Here Jezus) reinigt zich, zoals Hij rein is'. Maar er is meer. Een belangrijke vraag is: Wat zijn Gods prioriteiten voor deze tijd? Wat zijn de doelgroepen van de HEER in deze periode vlak voor de 'eindtijd'? Naar welke groepen gaat de bijzondere aandacht van de Heer uit? Op welke arbeid van de Heer moeten wij ons zolang het dag is, concentreren in onze gebeden, activiteiten en gaven?

AMSTERDAM 2000
De grote en nu al historische conferentie A2000 heeft veel aandacht van de pers getrokken. U zult de plechtige, maar helaas van weinig visie getuigende, -Amsterdam-Verklaring" vel hebben gezien. Geen enkele visie op het komende Koninkrijk, geen woord over Israël en nauwelijks enige profetische kracht. Een tijdloos, zwak document. Een Nederlandse Nieuwtestamenticus heeft vergeefs geprobeerd enkele passages over genoemde zaken toe te voegen, maar vergeefs. Deze 'Verklaring' moet zo snel mogelijk verdwijnen in de stoffige folianten van de geschiedenis van allerlei 'plechtige verklaringen' van theologen. Belangrijker is dat een kleine 10.000 evangelisten bemoedigd en geïnspireerd weer naar hun thuislanden zijn vertrokken. Zij zijn het die de Grote Opdracht 'Gaat heen in de hele wereld en verkondigt het Evangelie aan de hele schepping' gehoorzamen. Zij bereiken de onbereikte stammen. Evangelist Michael Ngundu uit Kenia vertelde mij dat hij zijn thuiskerk in Meru aan zijn opvolger overdraagt omdat de Heer hem roept naar nieuwe stammen. Hij is beslist niet de enige! Zij doen 'eindtijdwerk'. Immers als alle volken het Evangelie gepredikt is zal het einde pas aanbreken. Zo werken zij met kracht aan de komst van het Koninkrijk van onze Here Jezus Christus! Die onbereikte stammen en groepen behoren tot één van de doelgroepen van de Heer voor deze 'bijna-eindtijd'. Want onze Heer heeft haast. Daarom gaat Zijn Woord zeer snel in deze tijd. De A2000 evangelisten hebben honderden goede evangelie-projecten achtergelaten. Fietsen voor hun dorpsvoorgangers. Geluidsapparatuur om op markten en in dorpjes het Evangelie uit te dragen. Op hun werk dient de kerk van Christus zich in deze tijd te concentreren. Als we dat doen zijn we misschien één van de tien rechtvaardigen die nodig zijn om dit Sodom te redden van de onmiddellijke ondergang. Dan zijn we wellicht wat korreltjes zout die onze samenleving nog wat smakelijk maken voor de Here God. Bidt en geeft voor deze pionier-zendelingen!

GODS TWEEDE DOELGROEP
Tijdens A2000 heeft de actie Operatie Schoenendoos ook veel aandacht. U kent die actie wel: Kinderen uit het Westen vullen een schoenendoos met cadeautjes voor een kind in een ander land. Dit jaar verwacht men 4 miljoen kinderen blij te maken met zo'n versierde schoenendoos vol cadeaus. Het blijkt dat deze actie, in het buitenland Operation Christmas Child genoemd, buitengewoon gezegend wordt. Niet alleen leren onze kinderen 'geven en delen'. Duizenden vrijwilligers helpen enthousiast mee. Kerken in de ontvangende landen gaan samenwerken en krijgen door deze actie openingen om het Evangelie te brengen in sloppen, ziekenhuizen, vluchtelingenkampen, kinderhuizen en op scholen. Gelovigen van andere godsdiensten zijn stomverbaasd als ze zien dat hun kinderen niet vergeten worden en krijgen belangstelling voor het Evangelie. Operatie Schoenendoos tovert niet alleen een blije glimlach op het gezicht van miljoenen kinderen, maar heeft onverwachte gezegende bijeffecten.

Waarom wordt juist deze campagne zo gezegend? Omdat het zo'n leuke actie is? Omdat de medewerkers deze actie zo bekwaam en enthousiast oppakken? Omdat… zo zijn er heel wat redenen te bedenken. De reden van het succes van Operation Christmas Child is dat men 'toevallig' of misschien wel geleid door Gods Geest, één van de drie belangrijkste doelgroepen van de Here God op het oog heeft. Die doelgroep is de meest bedreigde groep in de wereld: Kinderen!

In Afrika bedreigd door AIDS, armoede en (burger)oorlogen. Heel wat van de A2000 projecten werden ingediend door voorgangers die iets voor die miljoenen wezen willen gaan doen. In onze samenleving worden de kinderen vermoord door abortus en door de verleidingen van onze welvaartssamenleving. De hele wereld is een bedreigende en gevaarlijke plaats voor onze kinderen geworden. De Here Jezus zegt: 'Laat de kinderen tot Mij komen en verhindert ze niet tot Mij te komen' (Matt. 19:14). Zeer ernstig is Zijn vermaan: 'Een ieder die één van deze kleinen die in Mij geloven tot zonde verleidt, het zou beter voor hem zijn, dat een molensteen om zijn hals was gehangen en hij verzwolgen was in de diepte van de zee' (Matt. 18:6). De wereld verleidt de kinderen niet alleen, maar vermoordt onze kinderen. Daarom hangt vanwege de misdaden die onze samenlevingen aan kinderen begaan, de molensteen van Gods Toorn en oordelen over de wereld. Wellicht vormen Operation Christmas Child Schoenendoos en andere goede kinderprojecten, zoals papieren adoptie, ook één van de tien rechtvaardigen die nodig zijn om ons Sodom te redden van de onmiddellijke ondergang. Want de ogen van de Here Jezus zijn op deze door Hem zo geliefde doelgroep, op de kinderen. Laten ook wij in onze gebeden omzien naar de kinderen.

GODS DOEL MET ISRAËL
Vanaf Abraham tot op de dag van heden is Israël de toetssteen geweest voor Gods zegen voor de volken. Het woord dat de HERE sprak tegen Abraham (Gen.12:3), tegen Jacob (Gen. 27:29) en door de mond van de heiden-profeet Bileam (Num. 22:6) is al ruim 4000 jaren van kracht gebleken: 'Ik zal zegenen wie u zegent en wie u vervloekt zal Ik vervloeken en met u zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden'. Zeker, deze zegen komt van de Here Jezus Messias. Maar al te vaak wordt over het hoofd gezien dat Paulus gezegd heeft: 'De Verlosser zal uit Sion komen' (Rom. 11:26) en dat 'hun aanneming leven uit de doden zal zijn' (Rom. 11:15). De zegen van de komende Messias is niet los te koppelen van Israël. Daarom is de HERE, de God van Israël, nu zo actief bezig met Zijn volk Israël. Zijn verlossend handelen is aan de hand van het profetische Woord te volgen. Er wordt van ons verwacht dat we zelfs meer doen dan 'acht slaan op het profetische Woord' (zie 2 Petrus 1:19). Biddend, zegenend en waar we kunnen helpen, staan we achter Israël. Hij verloste het land en Palestijnen zijn nu bezig, met steun van hun Arabische broeders, het land aan Israël te ontnemen. Hij bracht Jeruzalem, de 'stad van de Grote Koning' weer onder Israëls beheer en nu vertilt bijna de hele wereld zich aan die 'zware steen' en de Islamitische Arabieren worden helemaal bedwelmd door de Heilige Stad (zie Zach. 12:2,3). Maar de God van Israël is een werk begonnen aan Zijn volk en zal dat ook afmaken. Dat heeft Hij altijd gedaan. Maar onze rol hierbij is belangrijk. Bidt dat de God van Israël verhindert dat Israël een verbond sluit met de inwoners van het land, met de Palestijnen. Dat is streng verboden (zie Exo.23:32, 34:12,15). Bidt dat God spoedig tot Zijn doel komt met Zijn volk. Want dat zal zegen betekenen voor heel de wereld. Als de kerk van Christus zó achter Israël staat zou dat best twee van de tien rechtvaardigen kunnen betekenen die nodig waren om (ons) Sodom te redden en die nodig zijn om ons zondige en goddeloze land nog toekomst te geven voor het Aangezicht van de Here God.

drs. Jan van Barneveld