God stapt onze tijd binnen

Feike ter Velde • 90 - 2014 • Uitgave: 25/26
Met de geboorte van de Here Jezus in onze wereld, zo’n tweeduizend jaar geleden, gebeurde er een groot wonder, waar de Bijbel ons duidelijk op wijst. Toch gaat dat wonder aan veel mensen voorbij.
Samenvattend zouden we het hier zó kunnen zeggen: de eeuwigheid breekt de tijd open. De eeuwige God komt onze tijd binnen, omdat Hij Zijn handelen eerst moest afstemmen op onze tijd. Daarom zegt de Bijbel dat Jezus in de volheid van de tijd kwam! Dat was niet zo maar wat!


Het begrip tijd bestaat alleen in onze wereld en onze werkelijkheid en heeft te maken met ons menselijk bestaan. Buiten onze tijd zijn de eeuwige dingen. Daar is geen tijd en die werkelijkheid kunnen wij niet binnentreden. Dat gaat ons verstand eenvoudig te boven. Tijd is ons leefgebied, zonder echter dat wij tijd kunnen waarnemen. We kunnen de tijd alleen aflezen en verstaan als er een beginpunt is waarvan wij kunnen uitgaan. Dan kunnen we meten hoe lang een gebeurtenis duurt.

Geestelijke ogen
Dit ijkpunt voor de tijd en de tijdsmeting hebben we niet los van de geschapen hemellichamen en de rotatiesnelheid van de aarde. Pas in Genesis 1:14 wordt gesproken over tijd. Het wonder van de schepping is dat God dag en nacht schiep los van de schepping van de zon. Het geschapen licht van vers drie – dat was niet het zonlicht(!) – was het licht van de dag. Dat licht kwam voort uit het gesproken Woord van God: “Er zij licht” en er was licht.
Dit licht was het licht uit God. Het is de heerlijkheid uit Hem, uit de levende God (Openbaring 21:23). Het licht van deze heerlijkheid is sterker dan het zonlicht. We komen hier aan een groot geheimenis dat we alleen door middel van openbaring door het Woord kunnen zien. Zien met geloofsogen, geestelijke ogen! Het gaat om geestelijk licht, waarin ook het leven en het licht der mensen is (Johannes 1:4-5). Dit is het licht waaruit alles is geworden, geschapen. We hebben Gods licht nodig om Gods licht te kunnen zien (Psalm 36:10)!
Dit goddelijke licht heeft geen directe relatie met tijd. De tijd begint pas bij de schepping van de zon. Dan stelt de Schepper van hemel en aarde het tijdsbegrip in, dat voor de mens uiteraard van grote betekenis is. De mens wordt geschapen binnen de werkelijkheid van de tijd. Hij wordt naar Gods beeld en gelijkenis geschapen, maar niettemin met een beperking die God zelf niet heeft, namelijk de beperking van tijd en ook van ruimte. De hele schepping is binnen deze ‘beperking’ tot stand gekomen en kan zich daaraan niet ontworstelen. Dit besef alleen al moest ons bescheiden maken over het wonder van al het geschapene.

Leven uit geloof
De eeuwige God wordt niet beperkt door tijd en ruimte. Bij Hem zijn zeer veel dimensies méér beschikbaar, hoewel wij niet weten hoeveel. Maar we weten dit wel: met de komst van Jezus naar deze wereld, in ons menselijk vlees, heeft de Eeuwige een ongekend grote stap gezet, namelijk vanuit de eeuwigheid naar het gebied binnen de grenzen van onze leef-werkelijkheid, die van tijd en ruimte. De Here Jezus, die van eeuwigheid God is, doet afstand van Zijn onmetelijkheid om binnen te treden in onze sterfelijkheid. Hij wordt er deel van en neemt er deel aan! God de Zoon waagt het erop te gaan leven als een mens, namelijk als een mens die leeft uit geloof.
Zo af en toe blijkt dat Hij niet alwetend is, om maar een voorbeeld te noemen. Zie je wel, zegt men – en niet de eerste de beste(!): Jezus is geen God, want Hij weet niet alles. Dat is natuurlijk een schaamteloos argument, bedoeld om Jezus te verlagen, te vernederen, te degraderen. Hij is God, die ervoor koos om één te worden met de mensheid, teneinde als Verlosser van Zijn lotgenoten te kunnen optreden. Er was immers niemand die een broeder kon loskopen (Psalm 49:8). Dát is de achtergrond van Zijn komen in ons vlees.

De tijd open gebroken
Dat was een geweldige natuurkundige operatie waaraan elke voorbeeld mank gaat. Het is nergens mee te vergelijken, omdat het nooit eerder is gebeurd. De eeuwige Zoon van God wordt Zoon des mensen. Er gebeurde toen iets – maar toch wezenlijk anders – dat gelijkt op de zondeval. De mens was naar Gods beeld en gelijkenis geschapen, maar gaat door de zonde uit die hoge staat weg om een verloren sterveling te worden. Vanuit een eigen, verkeerde, keuze.
Jezus heeft ook een keuze gemaakt toen Hij mens werd. Hij ging over vanuit de grootse eeuwigheid in een onzekere tijdelijkheid. Dit is te groot voor een mens om te doorgronden. De eeuwige God paste Zijn heilsplan in in onze tijd. Hij koos een tijdstip dat de volheid des tijds wordt genoemd (Galaten 4:4).
Het is daarom wonderlijk dat bepaalde vormen van theologie bedrijven worden losgekoppeld van de menselijke geschiedenis. Men schept dan beelden van de heilsgeschiedenis los van de menselijke geschiedenis. Dat is in dit licht fundamenteel onjuist. God zelf koos, met de komst van Zijn Zoon in de wereld voor die andere weg: Hij treedt met Zijn heil de menselijke geschiedenis binnen, verbindt zich daar geheel mee, om zo de losprijs binnen de menselijke werkelijkheid te kunnen voldoen. Er was niet in de goddelijke eeuwigheid gezondigd, maar in deze mensenwereld.

Ongelofelijke krachten
Daarmee was onze mensenwereld een gesloten systeem geworden, waarin zonde en dood heerschappij hadden. Dat gesloten wereldsysteem werd doorbroken toen Jezus vanuit de eeuwigheid onze sterfelijkheid binnenstapte. Ik kan vol ontzag kijken naar een ruimteschip dat onze dampkring binnenkomt. Dan komen ongelofelijke natuurkrachten los. De hitteschilden kunnen het nauwelijks houden. Hoe was het in de geestelijke wereld toen Jezus als Redder uit de eeuwigheid op aarde kwam? Satanische weerstand zien we manifest worden in de kindermoord van Bethlehem, in de woedende houding van geestelijke leiders: Farizeeërs en Schriftgeleerden.
Maar alle weerstanden ten spijt: Gods reddende liefde bleek sterker. Hij brak alle krachten van de duisternis toen Hij als het Licht en het Leven der mensen op aarde verscheen. Laten wij Hem, Jezus, God in ons vlees, de Immanuël, vol bewondering aanbidden!

Feike ter Velde