Globalisering van de godsdienst

Joop Schotanus • 77 - 2001/02 • Uitgave: 11
Deze keer een artikel wat u misschien wat extra inspanning zal kosten. Er komen zoveel indrukken op ons af die vaak alleen maar te verklaren zijn als we de moeite nemen om wat dieper te graven. Op onze planeet gebeuren er indrukwekkende zaken. Deze 21ste eeuw kunnen we, ondanks alle weerstand en vandalistische tegenactiviteiten, waarschijnlijk wel de eeuw van de globalisering noemen. Van alle kanten is er een roep om een nieuwe wereldwijde economie. Alles vraagt om een wereldwijde toepassing of beter gezegd om een wereldwijde toepasbaarheid. Niet alleen op het gebied van de economie, maar ook op het gebied van de godsdienst. Die wereldwijde toepasbaarheid noemen we globalisering. Om de godsdienst wereldwijd toepasbaar te maken moet er een soort samensmelting plaatsvinden van de wereldgodsdiensten. Dat proces heet syncretisme. Het is een poging om de Bijbelse waarheden in overeenstemming te brengen met elementen uit andere religies. Het resultaat van dat pogen is een verwaterd christendom, dat acceptabel moet zijn voor allerlei andere niet-christelijke godsdienstige stromingen.

DE VOEDINGSBODEM
De voedingsbodem voor het samengaan met anderen ligt in de verslapping van eigen christelijke overtuiging. Vaak zijn we verbaasd over het gemak waarmee mensen om ons heen onder invloed raken van bijvoorbeeld oosterse godsdiensten. Het is alarmerend hoe de waarheden die men van de christelijke school en van de kerk hebben meegekregen los gelaten worden en men de toevlucht zoekt in andere zaken. Dit betekent dat men het evangelie en het verzoeningswerk van Christus nooit echt heeft verstaan. Een verstandelijke kennis van de Bijbel en over de Here Jezus is niet voldoende om weerstand te bieden tegen onbijbelse invloeden. We horen zelfs van predikanten die het reïncarnatie-geloof uitdragen. Zowel de intellectueel orthodoxe als de vrijzinnige benadering van het Evangelie vormen een vruchtbare voedingsbodem voor het syncretisme.

ONZE ZENDINGSMENSEN
In een artikel over tolerantie noemde ik reeds professor dr. Verkuijl als een ware tegenstander van het syncretisme. Hij wist dat een tolerante houding tegenover de niet-christelijke godsdiensten in de praktijk zou leiden tot een verzwakking van het getuigenis. Ook de zeer bekende missioloog Hendrik Kraemer was ook een ware bestrijder van het syncretisme. Hij omschrijft het als een systematische poging om tegenstrijdige elementen in de verschillende godsdiensten te verdoezelen. Deze beide zendingsmensen kunnen in hun omgaan met die anderen beslist niet beschuldigd worden van een gebrek aan fijngevoeligheid ten opzichte van andersdenkenden. Toch willen ze het unieke van het christendom recht overeind houden. Dit geldt evenzeer voor Dr. Visser't Hooft, die wel onderscheid maakt tussen een ogenschijnlijk en een werkelijk syncretisme. Hierover ga ik even verder.

OMSCHRIJVING
We mogen de term syncretisme voorbehouden aan die benaderingen:
- die niet uitgaan van een unieke openbaring van bovenaf
- die beweren dat er vele wegen naar de goddelijke werkelijkheid leiden
- die zeggen dat alle formuleringen van godsdienstige waarheden slechts deelwaarheden zijn
- die het noodzakelijk vinden om allerlei waardevolle elementen samen te smeden tot één universele godsdienst

Het is duidelijk dat dit soort benaderingen een bedreiging is voor alle zending en evangelisatiewerk. Elke neiging tot samensmelting van allerlei waarheden doet tekort aan de wezenlijke boodschap van het Evangelie. Daarom moeten we op onze hoede zijn voor deze ontwikkelingen.

EEN EVANGELISCHE VERKLARING
Al vele tientallen jaren geleden is er een Zendingscongres in Wheaton gehouden, waarin duidelijk op het gevaar van syncretisme is gewezen. De evangelische wereld werd opgeroepen om niet mee te doen met hen die allerlei elementen van het Evangelie willen uitsluiten om dichter bij die ander te komen. Ook moeten er niet allerlei elementen aan het Evangelie toegevoegd worden om meer acceptabel te zijn voor andersdenkenden. Er mag niets afgedaan worden en niets toegevoegd worden aan het Evangelie. Wel mogen er wegen gezocht worden om effectiever te zijn in het brengen van het Evangelie van Christus in andere culturen. Daarbij moet men ervoor waken dat men eigen cultuur en traditie niet vermengd met het Evangelie. Het is van groot belang om goede kennis te nemen van de cultuur waarin men het Evangelie wil doen landen. Voor onze zendingscandidaten is het daarom belangrijk dat men in de opleiding hiermee kennis heeft gemaakt. Dit gebeurt bij het vak missiologie en in de voorbereidende oriëntatie cursussen van de organisatie waar men voor uitgezonden wordt. Ook op de Mission Congressen, zoals er ook deze jaarwisseling weer een zendingsjeugdcongres in Zuidlaren gehouden wordt, wordt hier in de lezingen aandacht aan geschonken. Hopelijk zullen er ook uit Nederland veel jongeren aan deel nemen.

Joop Schotanus