Gezegend Nieuw Jaar? (2)

Jan Harmen Klein Haneveld • 92 - 2016 • Uitgave: 2
In het vorige nummer zagen we dat onze gelukwensen (“Gezegend Nieuw Jaar”) soms verkeerd kunnen overkomen bij iemand die in ernstige moeilijkheden verkeert. Toch is het juist in tegenspoed mogelijk om Gods liefdevolle aanwezigheid te ervaren. En dat is de grootste zegen die we hier op aarde kunnen ontvangen. In de Bijbel vinden we een aantal voorbeelden van personen van wie de tegenspoed tot grote zegen werd.

Job
Als we nadenken over het probleem van het lijden en wat Gods Woord daarover zegt, gaan onze gedachten onwillekeurig naar Job, de zwaar beproefde man uit het land Uz. Job verwerkte zijn lijden met de woorden: ‘De Here heeft gegeven, de Here heeft genomen, de naam des Heren zij geloofd!’ (Job 1:21) en: ‘Zouden wij het goede van God aannemen en het kwade niet?’ (Job 2:10). Onbewust van wat zich in de hemelse sferen afspeelde verwerkte Job zijn lijden zó dat God werd geëerd. En de eeuwigheid zal tonen van hoeveel waarde dat is geweest.

De apostel Paulus
De apostel Paulus handelde op dezelfde manier. In 2 Korintiërs 12:7-9 lezen we dat Paulus een doorn in het vlees was gegeven, een engel van satan, die hem met vuisten sloeg. Wat deze ‘doorn in het vlees’ precies geweest is, weten we niet. Waarschijnlijk had Paulus een lichamelijke kwaal, waardoor hij beperkt was in zijn functioneren. Hij wist dat het om een engel van satan ging. Toch heeft hij hierover drie maal gesmeekt tot de Here! Deze engel van satan was voor Paulus slechts een instrument in Gods hand. Zijn tegenspoed bracht hem ertoe Gods aangezicht te zoeken. En hij werd gehoord! Het antwoord was weliswaar niet wat Paulus wenste. De Here zei: ‘Mijn genade is voor u genoeg.’ En hoe heeft Paulus Gods genade mogen ervaren. En hij heeft voor zeer velen mogen getuigen van die genade. God gebruikte Paulus’ zwakte tot zegen.

En weer Paulus
Niemand van de apostelen heeft zich zo toegewijd aan het Evangelie van Gods genade als Paulus. Dan zou je toch denken dat hij wat geluk en voorspoed had verdiend. Maar Paulus heeft alle mogelijke tegenspoed gehad. Een schipbreuk, vervolging door zijn volksgenoten, steniging, een lichamelijke kwaal, tegenwerking van medechristenen en ten slotte gevangenschap in Rome. Geketend aan een Romeinse soldaat kon hij geen kant op.
Tijdens die gevangenschap kon Paulus niet veel anders dan brieven schrijven aan verschillende gemeenten en personen. En wat zijn die brieven tot een geweldige zegen geweest voor vele miljoenen in de afgelopen twintig eeuwen. Daar heeft Paulus, toen hij ze schreef vanuit zijn gevangenschap, geen enkel besef van gehad. God gebruikte Paulus’ gevangenschap tot zegen voor zeer velen.

Ten slotte: De Here Jezus Zelf
Het lijden van Christus is het duidelijkste voorbeeld van hoe de tegenspoed en het lijden van de Een tot zegen zijn voor zeer velen. De apostel Petrus schrijft daarover: ‘Hij, Die geen zonde gedaan heeft en in Wiens mond geen bedrog gevonden is; Die, toen Hij uitgescholden werd, niet terugschold, en toen Hij leed, niet dreigde, maar het overgaf aan Hem Die rechtvaardig oordeelt; Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout, opdat wij, voor de zonden dood, voor de gerechtigheid zouden leven’ (1 Petrus 2:22-24).
Moge de Here ons de genade geven dat wij Zijn zegenende aanwezigheid in onze tegenspoed mogen ervaren én dat wij dit komende jaar tot zegen voor anderen mogen zijn.

Jan Harmen Klein Haneveld