Gewenning aan de wereld?

Jef de Vriese • 92 - 2016 • Uitgave: 8
De zonden die van de gemeente te Pergamum worden genoemd, zullen voor de bedrijvers ervan minder zwaar hebben geschenen dan voor ons vandaag (Openbaring 2:12-17). Afgodenoffers eten stond min of meer gelijk met deelnemen aan het normale sociale leven van die dagen. ‘Ontucht plegen’ kan betrekking hebben op huwelijken van gelovigen met ongelovigen. Dat was in elk geval wat te Baäl-Peor gebeurde (Numeri 25:1,6). De wereld kreeg ongemerkt een plaats in de gemeente. De wolf in schapenvacht is binnen. De vervolger die niets bereikt, wordt verleider. Hij hult zich in het kleed van de gelovige, lijkt er bij te horen, maar behoort tot de tegenstander.
In Pergamum was de gemeente besmet met een heidense geest. Er was syncretisme, dat is het samen laten gaan van twee overtuigingen. In Pergamum waren sommigen van mening dat aanpassing aan de omgeving de beste manier van handelen was. Sommigen heulden openlijk of verhuld mee met de cultuur van hun tijd. Ze deden mee om geen nadeel te ondervinden van hun omgeving. Ze hadden waarschijnlijk goede argumenten om aan te tonen dat ze als christenen niet te fanatiek moesten zijn, maar zich zoveel mogelijk moesten aanpassen en tolerant zijn.
Het jammerlijke is dat sommige gemeenteleden die in Pergamum woonden, ook probeerden er hun thuis te maken en erbij te horen om vervolging te voorkomen! Ze raakten gewend aan hun omgeving en werden er door beïnvloed. Een christen die zich thuis voelt in de wereld, is op een gevaarlijk pad. Immers, wij zijn vreemdelingen en bijwoners… (Hebreeën 11:13; 1 Petrus 2:11).

Jef De Vriese