Gevoelsveiligheid

Jaap Spaans • 88 - 2012 • Uitgave: 9
De term ‘gevoelstemperatuur’ is ingeburgerd in onze taal. Er wordt mee bedoeld dat de temperatuur die mensen aanvoelen afwijkt van de feitelijke metingen. Tien graden vorst kan veel kouder aanvoelen bij een snijdende oostenwind. Onlangs hoorde ik uit de mond van een veiligheidsdeskundige een nieuw begrip: ‘gevoelsveiligheid’. Hij doelde op een situatie, waarbij het veiligheidsgevoel van burgers afwijkt van cijfers en statistieken. Hoe veilig voelen we ons eigenlijk?

Jaarlijks verschijnt het rapport ‘Criminaliteit en rechtshandhaving’. Uit de kwantitatieve gegevens over 2010 blijkt dat er sprake is van een daling van het aantal gepleegde delicten. Een kwart van de Nederlanders van 15 jaar en ouder werd in 2010 slachtoffer van een of meer delicten en eenzelfde percentage voelde zich weleens of vaak onveilig. Afgaande op cijfers en statistieken kan de argeloze burger denken, dat het dus de goede kant uit gaat met de criminaliteit. We hebben het echter wel over drie tot vier miljoen burgers die zich onveilig voelen. Onze gevoelsveiligheid blijkt dus de gunstige cijfers te weerspreken.
Veel mensen denken dat de situatie slechter is dan de kille cijfers ons willen doen geloven. Ik denk dat zij gelijk hebben. De kritiek dat Nederlanders zich bij dit ingewikkelde maatschappelijke dossier te veel laten leiden door emoties, vind ik dan ook niet terecht. Cijfers over criminaliteit zijn gebaseerd op aangiftes, slachtofferenquêtes en andere geregistreerde en verifieerbare informatie. Er is echter ook veel niet-geregistreerde criminaliteit, bijvoorbeeld bij huiselijk geweld of agressie op de werkplek. Naar de omvang daarvan valt slechts te gissen, maar de invloed op ons veiligheidsgevoel is aanzienlijk.

Getuige via de media
Via de media worden we overvoerd met harde feiten over criminaliteit. Filmpjes op internet maken ons getuige van overvallen op hardwerkende ondernemers. Nieuws en actualiteitenprogramma’s confronteren ons met indringende beelden over criminaliteit. We ervaren tevens dat het probleem zich verplaatst. Criminelen verleggen dan hun werkterrein, heet dat in het deskundigenjargon. Omdat banken, benzinestations en supermarkten zich steeds beter beveiligen, zien we een sterke toename van het aantal overvallen op woningen. Zelfs voor geweld tegen kwetsbare medemensen als bejaarden en gehandicapten, deinzen gewetenloze criminelen niet terug. Onlangs werd bekend dat criminele bendes woningen en boerderijen in de grensstreken observeren, om een aantal dagen later keihard toe te slaan. De opsporing wordt bemoeilijkt omdat men weer snel de landsgrens over vlucht. Na het weekeinde zijn op veel plaatsen de gevolgen van vandalisme en overmatig drankgebruik zichtbaar. Al deze feiten en indrukken hebben een negatieve invloed op onze gevoelsveiligheid. Persoonlijke ervaringen maken kennelijk meer indruk dan cijfers en statistieken.

Agressie en geweld
Agressie en geweld vormen een hoofdstuk apart. Daders worden steeds gewelddadiger. Soms lijkt het er op dat ieder inlevingsvermogen met het lijden van de slachtoffers ontbreekt. Een bepaalde categorie criminelen is bereid voor een buit van een paar tientjes een mes of pistool te trekken. Bij geweldsdelicten is er steeds vaker sprake van ontremming door alcoholmisbruik. Een groeiend probleem, omdat alcohol zo gemakkelijk verkrijgbaar is. Ik heb niets tegen het genot van een glas wijn. De alcoholexcessen in onze samenleving zijn echter zo groot, dat die niet langer kunnen worden genegeerd. Vers in ons geheugen liggen nog de uit de hand gelopen strandrellen in Hoek van Holland en de supportersrellen in Rotterdam. Beelden van nerveuze politieagenten die met getrokken pistolen ‘feestende’, maar veelal laveloze of onder invloed van drugs verkerende jongeren in bedwang moesten houden. Ook de discussie over het snel groeiende aantal comazuipende jongeren, heeft ons met de neus op de harde feiten gedrukt.

Gebrokenheid
Met inachtneming van de regels van de Grondwet, rust op de overheid de zware taak ons te beschermen. Romeinen 13:4 leert dat zij daarvoor over het geweldsmonopolie (zwaardmacht) beschikt. We leven echter in een door de zondeval gebroken schepping. Een overheid kan door een goed handhavingsbeleid criminaliteit en excessen beheersbaar houden, maar niet totaal uitbannen. Werkprogramma’s als ‘Nederland veiliger’ en actieplannen om criminaliteit te beheersen zijn nodig, maar bieden niet de ultieme oplossing voor een probleem met een diepe geestelijke oorzaak. Ook het streven naar een geldloze samenleving en stimuleren van pinnen en digitaal betalen, is niet de ‘Haarlemmerolie’ die de criminaliteit zal oplossen. De geschiedenis leert dat kwaadwillenden altijd weer mogelijkheden zien om ‘hun werkterreinen te verleggen’. In het licht van de strijd die de overheid voert om de criminelen voor te blijven, sprak een minister onlangs over een ‘ratrace’. Globalisering, vervagende landsgrenzen en maatschappelijke problemen als gevolg van de economische situatie, zullen het proces versterken en de druk op onze gevoelsveiligheid opvoeren.
Als burger maak ik mij zorgen over de toekomst en de staat van ons land. Als christen mag ik vertrouwen hebben en kan ik dankbaar zijn voor het Bijbelse toekomstperspectief dat ik heb in Jezus Christus. Een anker der ziel, dat veilig en vast is (Hebreeën 6:19).

Jaap Spaans