Gevaarlijke verandering in de islam in Afrika

Hans Frinsel • 95 - 2019 • Uitgave: 9
Het is snikheet in het overvolle ‘toca-toca’ busje, dé vorm van openbaar vervoer in Bissau, de hoofdstad van Guinée-Bissau. Ik wurm mijn 1,90m op een piepklein zitplaatsje. Voor en achter mij zitten enkele Afrikaanse vrouwen, verstopt onder een zwarte boerka. Hoe houden ze het vol in deze hitte! Maar wat me nog meer bezighoudt, is dat de boerka steeds meer de traditionele kleurrijke hoofddoeken van Afrikaanse moslimvrouwen verdringen. Het illustreert een gevaarlijke verandering in West-Afrika.

‘Geweldsexplosie in Burkina Faso’ kopte een reportage in het RD van 13 juni jl. Opnieuw zijn er kerken aangevallen en christenen vermoord. Dit is geen incident; het is een alarmerende trend en niet beperkt tot Burkina Faso. Steeds vaker vinden zulke dodelijke aanvallen op kerken in Afrika plaats, maar nooit krijgt dat diezelfde mate van betrokken aandacht zoals bij de afschuwelijke aanslag op twee moskeeën in Nieuw-Zeeland die enkele dagen het nieuws in Nederland beheerste. Regering en parlement gaven nadrukkelijk blijk van hun afschuw en nu nog worden we af en toe op de hoogte gehouden hoe de rechtszaak verloopt. Ook de vreselijke aanvallen op drie kerken in Sri Lanka kwamen volop in het nieuws, al leek de aandacht daarvoor sneller te verminderen.

Vermoord
In Burkina Faso viel een groep jihadisten een kerkdienst binnen. Ze gijzelden de predikant en zes gelovigen en wilden hen dwingen zich tot de islam te bekeren. Ze weigerden en werden vermoord. Het is slechts één van vele aanvallen. In Noord-Nigeria lijden christenen al jaren onder zulke terreurdaden van islamisten met duizenden doden tot gevolg. Deze ontwikkeling breidt zich uit naar buurlanden als Centraal-Afrika, Tsjaad, Niger en Mali. Toch blijven het berichtjes in de marge van ons nieuws. Er is geen demonstratieve uiting van afkeer van de kant van onze overheid, zoals in geval van Nieuw-Zeeland. Wat is het verschil?
Voelen we ons meer verwant met het blanke Nieuw-Zeeland, dan met het problematische Afrikaanse continent waar zoveel misgaat? Maakt dat het minder erg? Of vindt men het lastig om te benoemen dat dit toenemende terrorisme van islamitische kant komt?

Indoctrinatie
Ik wil stellen dat het probleem in Afrika ernstiger is dan in Nieuw-Zeeland. Daar ging het om een ‘lone wolf’ – iemand die alleen opereerde. De opkomst van het rechts-extremisme is een dreiging die beslist niet onderschat moet worden. Toch is deze klein in vergelijking met die van de radicale islam. De wortels van het jihadisme zitten veel dieper in de islamitische leer en geschiedenis dan men graag wil geloven. Daardoor is er een potentieel van miljoenen die er door aangesproken kunnen worden. Dit vormt een groot structureel gevaar. De beelden van een opgezweepte menigte moslimfundamentalisten in Pakistan die de dood van Asia Bibi eisten, spreken boekdelen. Na de aanslag in Nieuw-Zeeland vroegen sommigen om extra bescherming voor moskeeën in Nederland. Maar de talrijke aanslagen van jihadisten in de laatste paar decennia op moskeeën in bijvoorbeeld Irak, Pakistan en Afghanistan, suggereren dat moslims meer te vrezen hebben van radicale tegenstanders binnen hun eigen godsdienst.
Ik schrijf dit artikel vanuit Guinée-Bissau in West-Afrika waar ruim 50 procent van de bevolking islamitisch is. Islamitisch terrorisme als in Burkina Faso is dit land tot nu toe bespaard gebleven, maar gezien de ontwikkelingen denk ik dat het slechts een kwestie van tijd is, voordat de kerk er ook hier mee te maken krijgt. Ik heb de kleine, gemoedelijke islamitische gemeenschap waar ik al 35 jaar contact mee heb, de afgelopen jaren significant zien veranderen qua karakter. Het gebeuren in Burkina Faso staat niet op zichzelf. Het is het resultaat van een indoctrinatie die al enkele decennia uitgevoerd wordt door Saoedi-Arabië en de golfstaten. Zij hebben hun grote olierijkdommen ingezet voor een actief ‘zendingsbeleid’ om hun vorm van de Soennitische islam op te leggen aan moslims in delen van de islamitische wereldgemeenschap die ‘minder zuiver’ in de leer zijn.

Jihad komt naar Afrika
Tot vijftig jaar geleden was de Soefi beweging de belangrijkste islamitische stroming in West-Afrika. Dit is een apolitieke tak van de islam, gericht op zelfbeschouwing, met meer aandacht voor mystiek en rituelen dan voor de leer. Door haar aard neigt het soefisme tot syncretisme, wat ertoe bijdroeg dat bevolkingsgroepen met verschillende religieuze achtergronden relatief vredig naast elkaar leefden. Soennieten beschouwden hen echter altijd als ketters.
In een artikel in Wallstreet Journal (8-2-2016), getiteld ‘Jihad comes to Africa’, beschrijft journalist Yaroslav Trofimov hoe de invloed van Saoedi-Arabië de islam in West-Afrika de afgelopen decennia drastisch heeft veranderd.
Muhammed Ibn Abdul Wahhab, de achttiende-eeuwse islam-hervormer, wiens onderwijs – dat bekend staat als wahhabisme of salafisme – de grondslag vormt voor de Saoedische staat, leerde dat soefi’s ketters zijn die bestreden moesten worden. Saoedi-Arabië ziet het daarom als haar religieuze plicht om zulke onzuivere vormen van de islam te bekeren tot de ware islam. Saoedische religieuze organisaties vestigden zich de afgelopen vijftig jaar in Afrika en duizenden jonge West-Afrikaanse moslimstudenten werden naar het Midden-Oosten gestuurd om daar in de ‘zuivere islam’ onderwezen te worden. De verleiding van een studiebeurs in het Midden-Oosten lokt triest genoeg niet alleen moslimjongeren. Een fanatieke islamleraar vertelde een collega-zendeling van mij dat hij oorspronkelijk uit een evangelische kerk kwam voor hij naar Saoedi-Arabië vertrok voor studie.

Drakeneieren
Eind zeventiger jaren zette een Saoedi-Arabische ‘zendingsorganisatie’ – nu bekend onder de naam Izala Society – zo’n hervormingswerk op in Noord Nigeria. Eén van de belangrijkste vruchten van dat werk was Mohammed Yusuf. Deze fanatieke Yusuf vond echter dat Saoedi-Arabië niet zuiver genoeg was en te veel westerse invloeden toeliet. Hij vermoordde uiteindelijk zijn Izala leermeester en richtte Boko Haram op. Dit gebeuren illustreert de oorzaak-gevolgrelatie tussen het salafisme en jihadisme. De kiem van radicalisme en geweld zit diep in de islam zelf.
Men spreekt vaak over de ‘politieke islam’, doelend op radicale groepen. Dat is verhullend taalgebruik. De islam is per definitie ‘politiek’. Het is daarom beter te zeggen dat er naast de eigenlijke islam zoiets is als ‘niet-politieke islam’, bijvoorbeeld de soefi sekte. Er zijn veel gematigde moslims, maar de islam zelf kan niet gematigd zijn. Islam betekent onderwerping en tolereert geen gelijke. Door zijn verbond met Medina maakte Mohammed zijn nieuwe godsdienst tot een politieke en militaire beweging. Islamisten die terug willen naar de kern van de islam, komen altijd uit bij radicale politiek, dwang en zelfs geweld. En al wijst Saoedi-Arabië geweld af voor het bereiken van haar doel, het heeft salafistische drakeneieren gelegd die nu uitkomen en een gevaar vormen voor de wereldvrede.

Spanningen
Een artikel uit ‘360 – Het beste uit de internationale pers’ (6-9-2018 Blendle) door Jeremy Luedi, getiteld ‘Saoedi-Arabië en Iran verplaatsen hun strijd naar Senegal’, schetst de gevolgen hiervan in de Sahel regio in West-Afrika. Senegal was jarenlang een oase van politieke en religieuze stabiliteit, juist door de invloed van de gerespecteerde soefi imams. Dat is nu aan het veranderen. In deze arme omgeving is het Saudi-Arabië met behulp van haar rijkdom gelukt veel moslims tot het salafisme te bekeren. Recenter is ook het sjiitische Iran in Senegal actief geworden. Beide landen hebben een universiteit in de hoofdstad, waar ze elkaars leer bestrijden en verketteren. Maar bovenal verdringen zij het relatief vredelievende soefisme en daarmee groeit de religieuze onverdraagzaamheid. Dezelfde ontwikkelingen zien we ook in Guinée-Bissau, een buurland van Senegal. Er ontstaan spanningen tussen de oude soefi geestelijken en de nieuwe soennitische imams. Ook hier infiltreert Iran en ontstaat spanning tussen soennieten en sjiieten. Een nieuwe partij in dit land speelde in de afgelopen verkiezingen de ‘religieuze kaart’ met de valse claim dat de regerende partij bewust moslims van de macht uitsluit. Daarmee stimuleert het bewust agressieve religieuze sentimenten.

Onvoorbereide kerk
De kerken hier, die gewend waren aan de gematigde soefi islam, beseffen te weinig welke ontwikkelingen hier spelen en weten niet goed om te gaan met deze nieuwe, agressieve vorm van islam die duidelijk politieke ambitie heeft. De nu nog verdeelde moslimgemeenschap kan wellicht tot ‘eenheid’ gesmeed worden door zich te keren tegen een ‘gezamenlijke vijand’: de christelijke kerken. Rampzalig in dit verband is dat moslimleiders niet-moslim politici vaak als ‘cristãos’ – christenen – betitelen, hoewel het gros van hen animistisch is, behoudens enkele rooms-katholieken. Christenen zijn hier nog steeds een minderheid, maar door zulk taalgebruik wordt er een vooroordeel gekweekt.
Wat de nieuwe radicale soennitische en sjiitische bewegingen in de kaart speelt, zijn de zwakkere intellectuele en economische posities van de traditionele soefi leiders en de onvrede onder jongeren vanwege de uitzichtloze economische omstandigheden. Internet en de media spelen ook een grote rol. Islamitische jongeren vinden allerlei aansprekend radicaal gedachtegoed op internet dat een contrast vormt met de gematigde leringen van hun traditionele leiders.

Haat zaaien
De houding van moslims ten aanzien van andersdenkenden verhardt. Islamitische ‘zendingsmethodes’ werken dat bewust in de hand. Enkele jaren geleden kwam ik bij een goede moslimkennis in een dorp en merkte een verandering in zijn houding. Een islamitische organisatie had een film over de kruistochten vertoond in het dorp. “Vreselijk wat christenen ons moslims hebben aangedaan”, was zijn commentaar. Een ex-moslim gelovige vertelde mij dat hij als tiener diezelfde film had gezien en hoe het een haat voor christenen in zijn hart had gekweekt. Terwijl christenen evangeliseren met films over de liefde van Christus, doen islamitische ‘zendelingen’ dat met films die bewust haat zaaien.
De kerk in West-Afrika gaat een moeilijke tijd tegemoet en ze is er niet op voorbereid. Het gevaar is dat ze deze haat met dezelfde munt gaat terugbetalen. Zendingswerk in West-Afrika zal zich meer moeten richten op toerusting van de gemeente om in een tijd van verdrukking het ware karakter van Christus en Zijn liefde uit te dragen.

Hans Frinsel