Generatiekloof 9
’Evenzo moeten de oudere vrouwen in hun gedrag zijn zoals het heiligen past: geen kwaadspreeksters, niet verslaafd aan veel wijn, maar leraressen van het goede opdat zij de jongere vrouwen leren…goed te zijn (Titus 2:5).
Eén van de laatste dingen die Paulus benoemt in Titus 2 is om goed te zijn. Hij heeft het hier in eerste instantie niet over goed doen, maar om goed te zijn. Ieder mens denkt wel dat hij of zij goede dingen doet, maar Gods Woord is heel duidelijk: ’Er is niemand die goed doet, er is er zelfs niet één’ (Romeinen 3:12). En daar zit het grote verschil tussen een ongelovige vrouw en een godvruchtige vrouw.
Wij putten niet uit onze ‘eigen’ goedheid, maar we putten uit Gods goedheid. Zijn goedertierenheid is onze Bron. Op het moment dat we tot inkeer en geloof komen, worden we opnieuw geboren; de wedergeboorte. Dat is de enige reden waarom we goed kunnen doen, we zijn uit God geboren. Zijn Geest wijst ons dagelijks in alle omstandigheden op Zijn goedertierenheid en daardoor kunnen we ook goed doen.
We hebben allemaal wel een beeld bij ‘goed zijn’. Het Griekse woord voor ‘goed’ is ‘Agathos’. Het betekent: van goede aard, nuttig, heilzaam, prettig, blij, oprecht. Allemaal kenmerken waarbij ik moet denken aan het woord vriendelijkheid. ’Laat uw vriendelijkheid bij alle mensen bekend zijn…’ (Filippenzen 4:7). Vriendelijk zijn voor onze man, kinderen, broeders en zusters in de Heere en… voor de wereld. ‘Laten we daarom omdat we in de gelegenheid zijn, goed te zijn voor alle mensen, helemaal voor degene die tot de familie van gelovigen horen’ (Galaten 6:10).
Voor wat hoort wat
Het is heel makkelijk om selectief goed te doen, vriendelijk te zijn voor de mensen waarvan we houden. Maar kunnen we ook vriendelijk zijn tegen mensen die we niet zo aardig vinden? En geen schijnvriendelijkheid, maar een oprechte vriendelijkheid. Een mooie uitdaging om de Heere te bidden dat Hij ons hart wil laten overlopen van Zijn vriendelijkheid in al onze ontmoetingen.
We zijn allemaal snel geneigd om goed te doen tegen de mensen waarvan we ook ontvangen, of we verwachten iets terug als we iets voor een ander gedaan hebben. Als we kijken naar de liefde van de Heere Jezus naar ons toe, dan zien we toch wel iets heel anders: onvoorwaardelijke liefde voor iedereen. Gods genade is elke dag zo groot, soms delen we uit van Zijn goedheid en krijgen we op Zijn tijd door genade ook weer goedheid terug.
Titus 2 vrouw in 2021
De Bijbel noemt ons gelovige vrouwen ‘godvruchtige vrouwen’. Een vrucht heeft smaak, houdt het leven in stand en brengt iets op. Zo is het ook met onze levens. De Heere God gebruikt onze levens om Zijn goedheid uit te dragen, Zijn naam bekend te maken, ook nu er weer een nieuw jaar is gekomen. De wereld om ons heen wordt steeds donkerder, maar het is zo nodig dat we overvloedig worden in het goed doen. Vooral nu alle zekerheden wegvallen, kunnen we het verschil maken.
Ik hoop en bid dat er in ons hart een verlangen groeit om een vrouw te worden zoals Titus 2 deze omschrijft en een godvruchtig leven zichtbaar te maken. Zo kan de Heere Jezus nog krachtiger werken om mensen uit de duisternis te trekken. Laten we hierin elke dag bewust zijn van Zijn goedertierenheid: ’Het is de goedertierenheid van de Heere dat wij niet omgekomen zijn, dat Zijn barmhartigheid niet opgehouden is! Nieuw zijn ze elke morgen; groot is Uw trouw’ (Klaagliederen 3:22-23).
Channa Tomassen
Eén van de laatste dingen die Paulus benoemt in Titus 2 is om goed te zijn. Hij heeft het hier in eerste instantie niet over goed doen, maar om goed te zijn. Ieder mens denkt wel dat hij of zij goede dingen doet, maar Gods Woord is heel duidelijk: ’Er is niemand die goed doet, er is er zelfs niet één’ (Romeinen 3:12). En daar zit het grote verschil tussen een ongelovige vrouw en een godvruchtige vrouw.
Wij putten niet uit onze ‘eigen’ goedheid, maar we putten uit Gods goedheid. Zijn goedertierenheid is onze Bron. Op het moment dat we tot inkeer en geloof komen, worden we opnieuw geboren; de wedergeboorte. Dat is de enige reden waarom we goed kunnen doen, we zijn uit God geboren. Zijn Geest wijst ons dagelijks in alle omstandigheden op Zijn goedertierenheid en daardoor kunnen we ook goed doen.
We hebben allemaal wel een beeld bij ‘goed zijn’. Het Griekse woord voor ‘goed’ is ‘Agathos’. Het betekent: van goede aard, nuttig, heilzaam, prettig, blij, oprecht. Allemaal kenmerken waarbij ik moet denken aan het woord vriendelijkheid. ’Laat uw vriendelijkheid bij alle mensen bekend zijn…’ (Filippenzen 4:7). Vriendelijk zijn voor onze man, kinderen, broeders en zusters in de Heere en… voor de wereld. ‘Laten we daarom omdat we in de gelegenheid zijn, goed te zijn voor alle mensen, helemaal voor degene die tot de familie van gelovigen horen’ (Galaten 6:10).
Voor wat hoort wat
Het is heel makkelijk om selectief goed te doen, vriendelijk te zijn voor de mensen waarvan we houden. Maar kunnen we ook vriendelijk zijn tegen mensen die we niet zo aardig vinden? En geen schijnvriendelijkheid, maar een oprechte vriendelijkheid. Een mooie uitdaging om de Heere te bidden dat Hij ons hart wil laten overlopen van Zijn vriendelijkheid in al onze ontmoetingen.
We zijn allemaal snel geneigd om goed te doen tegen de mensen waarvan we ook ontvangen, of we verwachten iets terug als we iets voor een ander gedaan hebben. Als we kijken naar de liefde van de Heere Jezus naar ons toe, dan zien we toch wel iets heel anders: onvoorwaardelijke liefde voor iedereen. Gods genade is elke dag zo groot, soms delen we uit van Zijn goedheid en krijgen we op Zijn tijd door genade ook weer goedheid terug.
Titus 2 vrouw in 2021
De Bijbel noemt ons gelovige vrouwen ‘godvruchtige vrouwen’. Een vrucht heeft smaak, houdt het leven in stand en brengt iets op. Zo is het ook met onze levens. De Heere God gebruikt onze levens om Zijn goedheid uit te dragen, Zijn naam bekend te maken, ook nu er weer een nieuw jaar is gekomen. De wereld om ons heen wordt steeds donkerder, maar het is zo nodig dat we overvloedig worden in het goed doen. Vooral nu alle zekerheden wegvallen, kunnen we het verschil maken.
Ik hoop en bid dat er in ons hart een verlangen groeit om een vrouw te worden zoals Titus 2 deze omschrijft en een godvruchtig leven zichtbaar te maken. Zo kan de Heere Jezus nog krachtiger werken om mensen uit de duisternis te trekken. Laten we hierin elke dag bewust zijn van Zijn goedertierenheid: ’Het is de goedertierenheid van de Heere dat wij niet omgekomen zijn, dat Zijn barmhartigheid niet opgehouden is! Nieuw zijn ze elke morgen; groot is Uw trouw’ (Klaagliederen 3:22-23).
Channa Tomassen