Generatiekloof 4

Channa Tomassen • 96 - 2020 • Uitgave: 3
’Evenzo moeten de oudere vrouwen in hun gedrag zijn zoals het heiligen past: geen kwaadspreeksters, niet verslaafd aan veel wijn, maar leraressen van het goede opdat zij de jongere vrouwen leren verstandig te zijn…’ (Titus 2:4).

Paulus is in Titus 2 begonnen met het gedrag aan te scherpen van oudere vrouwen. Hier hebben we de afgelopen artikelen bij stilgestaan en zijn we de ‘gedragingen’ stuk voor stuk langsgegaan. Paulus gaat verder met het noemen van zeven leeronderwerpen. Het eerste behandelen we nu: dat oudere vrouwen de jongere vrouwen leren verstandig te zijn.

We willen graag allemaal verstandig zijn of in ieder geval verstandig overkomen op de ander. Paulus heeft het hier over verstandig zijn, wat juist de oudere vrouwen hebben geleerd als ze dicht aan het hart van de Heere Jezus geleefd hebben. Verstandig zijn begint bij de Heere Jezus, om Hem als bron te hebben, zodat Hij in allerlei facetten onze levens doorstroomt en Christus zichtbaar wordt in het huwelijk, in het gezinsleven, in de bediening die we hebben en op alle wegen waar de Heere ons leidt.

Onze verantwoordelijkheid
Waar Paulus de verantwoordelijkheid voor jongere vrouwen voornamelijk in het huisgezin legt, roept hij de oudere vrouwen op om verder te kijken dan hun eigen huisgezin. Ze moeten datgene wat ze zelf hebben geleerd weer delen met de jongere vrouwen. Als we naar de vertaling van het Griekse woord ‘sophro’nizo’ (leren verstandig te zijn) kijken, zien we meerdere facetten die daarbij horen en gaat het wel iets verder dan het alleen maar delen van je eigen levenservaring. Het gaat hier namelijk ook om een stukje training; tot rede te brengen, tuchtigen, aan haar plicht herinneren, vermanen. Omdat we allemaal door de individualisering op onze eilandjes leven klinkt dit allemaal spannend en houden we van nature onze voordeuren het liefst gesloten voor de ander. Christus leert ons echter anders.

Ontnemen of uitdelen?
Durven we als oudere vrouwen onze verantwoordelijkheid op ons te nemen om een jonge vrouw te ‘trainen’? Willen we de jongere vrouwen uitnodigen om een kijkje te nemen in ons leven? Daarbij mogen we eerlijk zijn, mogen de maskers af en hoeven we niet te laten zien dat we perfect zijn, maar dat we door de Heere gevormd zijn door de omstandigheden heen. De jongere vrouwen hebben het nodig om aangemoedigd te worden. Wij mogen uitstappen om Gods Woord te delen. Juist in deze tijd waarin ook onder christenen het aantal scheidingen zo hoog ligt, is het noodzakelijk dat de grondbeginselen van het geloof gedeeld worden. We mogen jongere vrouwen leren om de Heere Jezus uit te nodigen in de omstandigheden van het leven.
Heeft een jonge vrouw een druk gezin, waar kunnen we dan bijspringen? Een keer met een maaltijd, dat we een luisterend oor zijn, dat we even helpen poetsen. Staan we klaar om Zijn handen en voeten te zijn? Het allerbelangrijkste is dat we ze brengen bij de troon van genade. De Heere God is de Enige Die ze kan laten groeien, daar mogen we voor bidden.

Weigeren of leren?
Staan we als jonge vrouw open om ons te laten trainen door een oudere vrouw? Staan we nog stil bij het leven van een oudere gelovige vrouw? Durven we vragen te stellen waarom ze dingen op een bepaalde manier doen? Durven we ons hart open te stellen om vermaand te worden, zonde te belijden en zo gelijkvormig te worden aan Christus? Willen we het op onze manier doen en denken we waar bemoeit ze zich mee? Of willen we de Heere Jezus uitnodigen in al onze omstandigheden en zo van de oudere vrouw te leren om verstandig te zijn?

Channa Tomassen