Gemeente als gemeenschap

Joop Schotanus • 76 - 2000/01 • Uitgave: 16
De christelijke gereformeerde studenten in Apeldoorn hadden 'hoog bezoek' uit Amerika, althans dat is de indruk die we krijgen uit verslagen. Men wilde graag wat meer weten over Willow Creek en dat wel uit de eerste hand. Neen, deze keer niet de bekende Bill Hybels, maar de man, waar deze beweging in hoofdzaak haar ideeën aan heeft ontleend. Toch ontdekte ik in een persoonlijk gesprek met Hybels, toentertijd in Arnhem, dat hij allerlei invloeden had ondergaan om hem bij het licht van de Bijbel op dit spoor te zetten. Onder andere ook van de 'Body Life' beweging van Ray Stedman.

WAT IS DE GEMEENTE?
Even stilstaan bij dat 'hoog bezoek'. Wie is toch de spreker en wat is het onderwerp? Dr. B., waar we in Nederland bijna niets van af wisten, houdt een Seminar in Apeldoorn over de stelling: 'De Gemeente is een gemeenschap en geen instituut onder leiding van een kerkenraad'. Geen kleinigheid om in het hart van het reformatorische denken zo'n stelling te moeten verdedigen.

Het verslag in de krant laat niet veel weten over de details van het gebeuren. Wel staat er in het ND van 2 oktober een reactie van professor dr. W. van 't Spijker. Hij geeft toe dat het door de eeuwen heen wel onderwerp van discussie is geweest. Dat het onderwerp van de stelling vandaag weer actueel is zou te maken hebben met een gevoel van onbehagen over de huidige situatie in de kerk. Maar dat mensen voor de benadering van Dr. B. voelen heeft vooral ook te maken met een flinke dosis onkunde ten aanzien van de posities die ooit in de gereformeerde tradities werden ingenomen. Door mij samengevat: als de mensen nu maar niet zo dom zouden zijn!

EEN BIJZONDERE DIENST
Enige jaren geleden hadden we het voorrecht om een Willow Creek delegatie in onze gemeente in Veenendaal te mogen ontvangen. Het was een groepje Amerikaanse broeders en zusters, die met Bill Hybels meereisde op zijn tour door Europa. Op de zondagmorgen na de conferentie in Musis Sacrum in Arnhem, waren ze bij ons in de dienst, waar ik die keer mocht voorgaan. Hoe zouden ze de dienst ervaren, waarin gesproken werd vanuit het bekende gedeelte uit Efeze 4 over de gaven in de Gemeente. Een bevreemdende reactie was, dat ze vonden dat er teveel gezongen werd. Die tijd zou toch beter gebruikt kunnen worden voor getuigenissen van mensen, die in de loop van de voorafgegane week iets bijzonders met de Heer beleefd hadden (of was er niets beleefd?). Er was nog iets dat hen opviel: Er was helemaal niet geapplaudiseerd. Was er dan helemaal niets dat de hoorders op een bijzondere manier had aangesproken? Het was toch geen saaie preek die ze via vertaling hadden meegemaakt. Eén keer hebben ze het er toen zelf maar op gewaagd om te applaudiseren, maar dat was aan het eind van de dienst (in het afscheidswoordje) net voor de zegenbede, toen ik uit persoonlijke ervaring nog even iets bijzonders over hun Dr. B. kon vertellen, wat zij nog niet wisten. Wat ik hen kon vertellen had te maken met mijn bijbel-schoolopleiding in Frankrijk aan het Institut Biblique Européen in een voorstad van Parijs. Daar kenden we Dr. B toentertijd (ongeveer 45 jaar geleden) gewoon als Monsieur Gilbert. Hij was onze kerkgeschiedenisleraar. Die verrassende mededeling was hen wel een applaus waard.

WIE IS DR. B.?
Gilbert was afkomstig uit Libanon, zoals ook sommige van onze Armeense medestudenten op de bijbelschool uit die tijd. Met Gilbert en die anderen gingen we zondags wel mee om de kleine Armeense kerken in Parijs te bemoedigen met onze aanwezigheid en met ons getuigenis. Na de diensten gingen we met hem een eindje lopen door Parijs, waar hij ons inlichtte over de verschillende bouwstijlen van kerken en kathedralen. Behalve lesgeven aan onze school volgde Gilbert een universitaire theologie studie in het land van Calvijn. Uiteindelijk is hij doctor in de theologie geworden. Toen werd het Dr. Belizikian (z'n achternaam die ik nog even achter gehouden had), die nu bij de Willow Creek mensen bekend staat als Dr. B.

ONKUNDE MET KERKGESCHIEDENIS
Met het verwijt van onkunde door Van't Spijker mogen we wel enige moeite hebben. Volgens hem kennen de mensen, die zo ingenomen zijn met de Willow Creek benadering, de geschiedenis van Bucer en Calvijn niet goed. Deze reformatoren hebben hun kerkorde gebaseerd op een diepgaande studie van de bijbelgedeelten over de gaven. In het licht van de studie van Dr. Gilbert Belizikian in Frankrijk lijkt het onbegrijpelijk dat Dr. B. daar geen weet van zou hebben. Het zou kunnen betekenen dat prof. dr. W. van 't Spijker die gegevens over Bucer en Calvijn anders interpreteert dan prof. dr. G. Belizikian. Maar nog afgezien daarvan mag de vraag gesteld worden: hoe het mogelijk is dat, als de bijbelgedeelten over de gaven in de Gemeente zo doorslaggevend waren voor Bucer en Calvijn, de uitwerking daarvan in de geschiedenis zo weinig merkbaar is geweest?

Als elke vorm van hiërarchie werd veroordeeld, hoe kon men komen tot een kerk van rangen en standen? Waarom moest de Woordbediening zo beveiligd worden door zo'n groot aantal kerkordelijke waarborgen? Hoe kon het functioneren van een plaatselijke gemeente zo toegespitst zijn op de zeer hoogopgeleide voorganger? Als we er vanuit gaan dat het echt waar is dat Bucer en Calvijn zoveel nadruk hebben gelegd op het priesterschap van alle gelovigen, hoe komt het dan dat daar zo weinig doorwerking van geweest is in de loop der geschiedenis? Als we deze vragen op ons in laten werken ontdekken we dat de Willow Creek benadering dan ook niet te wijten kan zijn aan onkunde ten aanzien van de posities die in de gereformeerde tradities ooit werden ingenomen. Deze benadering is veeleer een huidige reactie op wat er in de loop der jaren van de oorspronkelijke kerkopvatting terecht is gekomen. Die huidige kerkopvatting lijkt meer een zich afzetten tegen de Schriftgegevens die handelen over de gaven in de Gemeente. Het beleven van de oecumene van het hart wordt gehinderd door de gestructureerdheid van een kerkopvatting, die onderling heel veel drempels voor elkaar heeft en aan elkaar maar heel weinig open deuren biedt. Dat kan nooit echt bijbels zijn, omdat in de Bijbel de wezenlijke eenheid altijd voorop staat. Als er over onkunde gesproken mag worden dan gaat het om een schrijnende onkunde ten aanzien van de wezenlijke eenheid van de gelovigen.

De Bijbel zegt
“…opdat thans door middel van de Gemeente aan de overheden en de machten in de hemelse gewesten de veelkleurige wijsheid Gods bekend zou worden.” Ef. 3:10

Joop Schotanus