Gemeenschapszin in de gemeente van Christus

Joop Schotanus • 76 - 2000/01 • Uitgave: 6
Zij hadden alles gemeenschappelijk' (Hand. 2 :45). Het verschil van een geestelijk kind van God en een vleselijk kind van God heeft alles te maken met Pinksteren. De Heilige Geest kan zorgen voor een totale ommekeer. Die ommekeer houdt een absolute verandering van leef- en denkrichting in. We zijn van nature gericht op onszelf, maar het Pinkstergebeuren maakt het mogelijk om helemaal op Christus afgestemd te zijn. Dit zijn mooie woorden, maar hoe komt dit tot uitdrukking in de praktijk van het christen-leven? Ook als we in de meest letterlijke zin niet alles gemeenschappelijk hebben in een plaatselijke geloofsgemeenschap, waaruit kan dan blijken dat de Geest toch ook op het relationele vlak zijn baanbrekend werk heeft gedaan en doet? De vraag is in welke mate de gemeenschapszin aanwezig is in een gemeente.

HET ALLESBEHEERSENDE
Wat vult onze gedachten? Wat staat voorop in ons leven? Waar draait het alles om? Het kan van alles zijn dat ons in beslag neemt. Heel rechtmatige zaken kunnen ons beheersen. Onze tijd en onze krachten gaan vaak op aan dingen die noodzakelijk zijn om onszelf, ons gezin en ons hele bestaan in stand te houden. Een of twee generaties geleden gold voor velen dat hun leven veelal totaal in beslag genomen werd door hard en voortdurend werken. Vakantie en snipperdagen waren onbekende zaken voor velen. We vragen ons nu wel eens af hoe ze het vol konden houden. Tegelijkertijd hebben we de indruk dat het leven met de Here vaak minder problematisch en meer openhartig kon zijn in die tijden van moeite en zorgen dan in deze tijd van overvloed en welvaart. Welvaart is niet synoniem met welzijn. Als er ooit een tijd is geweest om het geheim van het allerbelangrijkste bij voortduring te beleven dan is het in onze huidige tijd. Hierbij zijn we volkomen afhankelijk van de doorwerking van de Heilige Geest.

LEVEN OP EEN MINIMUM
Hierbij denken we natuurlijk direct aan geld. Kloosterlingen spraken ook van een 'minimum vivatum' (waar je het nog net mee kon doen). Dit betekent zo ontspannen leven dat je er helemaal niet op gericht hoeft te zijn om over te houden. Armoedige huishoudens waren er op gericht om rond te komen. Ondertussen was men zelfs blij dat er ook nog een februari-maand was met een paar dagen minder, omdat dat weer een beetje ruimte schiep. Voorheen was dat bij een maandsalaris niet ongewoon, maar tegenwoordig kent men dat weinig meer. In die tijd was het ook niet ongewoon dat mensen vanuit hun armoede elkaar toch nog bijstonden. Er was nog iets van gemeenschapszin. Bij waarachtige christenen gaat de Heilige Geest een materialistische levenshouding doorbreken. Bezittende als niet bezittende mag de levenshouding zijn van een kind van God. dat zich geleid weet door de Geest. Dat zal de houding zijn van de gemeente die de Geest als zodanig ervaart.

EEN GROTER PROBLEEM
Over het algemeen gaat het delen met elkaar op materieel gebied ons nog wel aardig af. Natuurlijk kan dat nog wel veel overvloediger. Maar gelet op het goede resultaat van allerlei geldacties e.d. is de geest van het delen nog wel aanwezig, ook wei onder de ongelovigen. Maar uit recente onderzoeken is gebleken dat kerkmensen in het algemeen hier nog gunstig bij afsteken. Er is een immaterieel probleem, waar velen onder lijden en waar de Heilige Geest nog een radicaal werk moet doen. Graag wil ik dit immaterieel probleem in de Gemeente van Christus hier verder illustreren. Gelukkig zijn er goede uitzonderingen, maar er kunnen zich ook ten hemelschreiende toestanden in kerken en geloofsgemeenschappen voordoen.

DE WEDUWNAAR
Je kunt alleen maar een praktische invulling aan je geloof geven als je vervuld bent met de Heilige Geest. De wereld zit daar niet op te wachten, maar het is wel nodig dat het door haar gezien wordt. Het resultaat van de gemeenschapszin in de eerste gemeente was de gunst van het hele volk. Ik kies even voor het probleem van de weduwnaar, ook omdat hierover een brief bij de redactie is binnen gekomen. Het wordt er voor de alleenstaande man met enige kinderen financieel vaak niet gemakkelijker op als zijn vrouw komt te overlijden. Toch is de financiële kant niet altijd het grootste probleem. Het gebrek aan initiatief vanuit een kerk of gemeente om bij te springen is veelal een groter probleem. Er is een grote behoefte aan vrouwen in de gemeente die in zo'n geval kunnen inspringen. Het gebeurt, maar er is nog grote nood op dat gebied. Ook in de Gemeente van Christus. De Heilige Geest moet de ogen openen van zusters in de gemeente die de nood zien van de alleenstaande man. De gemeente moet bevangen zijn door de gemeenschapszin van Handelingen 2. De geloofsgemeenschap moet wegen zoeken en vinden om houvast te schenken aan de alleengaanden.

ER MOET IETS VERANDEREN
In z'n algemeenheid is dit het probleem van het individualisme. In concreto kan het gemakzucht zijn. Veel vrouwen kunnen in hun eigen levensonderhoud voorzien. Alleenstaande zusters gaat het meestal vaak gemakkelijk af om eigen huishouden te besturen dan weduwnaars met kinderen. In andere opzichten kunnen de zusters het even moeilijk hebben (of zelfs moeilijker) dan de alleengaande broeders natuurlijk. Zij zijn evenzeer aangewezen op de gemeenschapszin vanuit de Geest, zoals in Handelingen 2. Als de Heilige Geest tot heerschappij komt zullen de ogen open gaan voor elkanders noden. De verandering van ik-gerichtheid naar gemeenschapsgerichtheid is dringend noodzakelijk.

HET WEDERZIJDS ASPECT
De gemeente moet steeds meer open oog krijgen voor de smart, de grote nood van de alleengaanden (weduwe, weduwnaar, gescheiden). In dit artikel stond even de broeder centraal, maar ook voor de zusters is de gemeenschapszin van groot belang. Het is prachtig verwoord in lied 378 van Opwekkingsliederen. In eerste instantie ligt hierin een boodschap voor ons allemaal, maar de alleengaanden zijn hier ten zeerste op aangewezen. Bij de inzegening van het huwelijk van een van onze kinderen hebben zoon en schoondochter, bij wijze van wederzijdse belofte deze verzen beurtelings voor elkaar opgezegd, maar het geldt ieder in de gemeente van Christus.:

Ik wil jou van harte dienen en als Christus voor je zijn
Bid dat ik genade vind, dat jij dat ook voor mij kan zijn

Wij zijn onderweg als pelgrims, vinden bij elkaar houvast
Naast elkaar als broer en zuster, dragen wij elkanders last

Ik zal Christus licht ontsteken, als het duister jou omvangt
Ik zal jou van vrede spreken, waar je hart naar heeft verlangd

Ik zal blij zijn als jij blij bent, huilen om jou droefenis
Al mijn leeftocht met je delen tot de reis ten einde is

Dan zal het volmaakte komen, als wij zingend voor Hem staan
Als wij Christus weg van liefde en van lijden zijn gegaan


Jezus zegt: "Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke! Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien". Dit zei Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwame ontvangen zouden.

Joop Schotanus