Geloofsvervolging dichtbij

Kim ter Berghe • 92 - 2016 • Uitgave: 20
Niemand kan zeggen dat Jezus Zijn discipelen erin geluisd heeft. Op verschillende plaatsen in de evangeliën staat vermeld hoe Hij Zijn volgelingen verzekerde dat hen een hoop ellende te wachten stond. ‘Ze hebben mij vervolgd, ze zullen ook u vervolgen.’ Toen op Golgotha duidelijk werd hoe ver deze vervolging zou kunnen gaan, hadden ze alle kans er tussenuit te knijpen. Maar ze deden het niet, want ze hadden hem lief. En toen de Geest kwam, verdween het laatste restje terughoudendheid.

De rest is geschiedenis. Er werd een kerk geboren in een vijandige wereld die haar verdrukte, belachelijk maakte, marginaliseerde en probeerde te vernietigen. Een lijdende kerk, die als lichaam van Christus zijn littekens meedraagt. Een kerk die uitziet naar de dag van haar verlossing. Een kerk waar ook wij als Westerse christenen in deze eeuw deel van zijn.

We zijn (nu nog) bevoorrecht
Vervolging kent vele gedaanten. Dankzij het werk van allerlei organisaties die voor vervolgde christenen opkomen, weten we veel over hoe de Chinese kerk door haar lijden heen gegroeid is, hoe de Noord-Koreaanse christenen nog steeds vermoord kunnen worden voor het bezitten van een Bijbel, over de laatste christenen die verdreven worden uit Irak en over de Eritrese gelovigen in gevangenschap. Als leden van een lichaam bidden we voor hen en helpen we waar we kunnen. Wij, die in de bevoorrechte positie verkeren dat we in vrijheid ons geloof mogen belijden.
Maar tijden van vrijheid en onderdrukking wisselen elkaar altijd af. Onze vrijheid is niet automatisch voor de lange termijn gegarandeerd. En in Europa zijn er genoeg tekenen die erop wijzen dat we weer toegroeien naar een tijd van vrijheidsbeperking.
Voor ik daar verder op in ga, is het goed om op te merken dat het woord ‘geloofsvervolging’ ook heel verkeerd gebruikt kan worden. Er zijn christenen die ondoordachte standpunten op provocerende wijze uitdragen en die dan ‘vervolging!’ piepen als er commentaar op komt. Ook als christenen ter verantwoording geroepen worden omdat ze bijvoorbeeld zijn betrapt op immoraliteit of fraude, dan is dat geen geloofsvervolging. Kortom, als wij als christenen geconfronteerd worden met hoon, tegenwerking, wantrouwen, enzovoort, dan moeten we ons eerst afvragen in hoeverre we dat misschien wel verdiend hebben, of hadden kunnen voorkomen door verstandiger te werk te gaan.

Vervolging komt dichterbij
Naast deze ‘schijnvervolging’ zijn er wel degelijk zorgwekkende ontwikkelingen in ons land en werelddeel. Allereerst is daar de vervolging en bedreiging van gelovigen met een moslimachtergrond. Waren ze vroeger veilig bij ons, nu is dat maar de vraag. Vooral asielzoekers zijn kwetsbaar in de periode dat ze gehuisvest worden in AZC’s. Wie beschermt hen? Ook in de politiemacht zitten moslims die soms, zoals de laatste tijd blijkt, andere loyaliteiten hebben naast en boven de Nederlandse wet.
Hoewel deze vervolging de meeste Nederlanders niet persoonlijk raakt, komt het zo toch wel heel dichtbij. Christenen worden zich bewuster van de offers die soms gebracht moeten worden. Ons geloof is niet alleen een fijne krachtbron waar je iets aan hebt als het moeilijk is. Het is een schat waarvoor je, als je hem een keer gevonden hebt, alle andere dingen wilt opgeven. Naast deze broodnodige herinnering aan de waarde van ons geloof, krijgen we door de nood van deze broeders en zusters de gelegenheid om concrete offers te brengen. Het zal bijvoorbeeld soms nodig zijn om noodopvang te verlenen of zelfs om fysieke bescherming te bieden.

Verwikkeld in geestelijke strijd
Een andere ontwikkeling is de toenemende dreiging van terreuraanslagen tegen christelijke doelen. In Frankrijk heeft dit onlangs al het leven van een priester gekost. We bidden dat we bewaard blijven, maar het is niet ondenkbaar dat zulke aanslagen ook in Nederland gaan plaatsvinden. Als Nederlandse kerk hebben we erg weinig ervaring in huis met dit soort situaties en hoe we daar zowel praktisch als geestelijk mee om moeten gaan. Hoe zullen we reageren als de dreiging concreet wordt? Thuisblijven? Al het zendingswerk onder moslims stoppen om maar niet te provoceren? PVV stemmen? Of kunnen we leren om weer moedig te zijn? Om te vergeven? Om haat met liefde te beantwoorden?
De dreiging van terreur kan ons in elk geval wakker schudden uit onze luxe theologische discussies over interessante futiliteiten (uit welk liedboek zullen we eens zingen?) en ons eraan herinneren dat we verwikkeld zijn in een geestelijke strijd. Zal God dit gebruiken om ons dichter naar Hem toe te trekken?

Buigen voor dreigementen
Een andere gedaante van geloofsvervolging is de dreigende beperking op evangelisatie. In Engeland zijn er al bepaalde buurten waar evangelisten niet meer getolereerd worden. Ik ben bang dat Nederland ook die kant op gaat. In Almere was er onlangs een akkefietje waarbij de politie een evangelist op de vingers tikte voor het verspreiden van een evangelisatiestripboek dat moslims ‘beledigend’ vonden.
Nu geldt ook hier weer dat we vervolging over ons af kunnen roepen door onverstandig te werk te gaan. Maar hoe verstandig je ook bent, er zullen altijd moslims zijn die fel tekeer zullen gaan als iemand onder hun mensen evangeliseert. In de komende jaren zal blijken of in zulke gevallen de Nederlandse overheid de evangelisten zal beschermen, of zal buigen voor dreigementen vanuit de moslimgemeenschap. En zullen wel zelf buigen? Of zal het ons aansporen om creatief te worden en nieuwe manieren te zoeken om moslims te vertellen over de God die hen liefheeft?
Bedreiging van geloofsvrijheid komt echter niet alleen vanuit de radicale islam. Wereldwijd gezien werden en worden vele miljoenen christenen vervolgd door niet-religieuze overheden, zoals in China. Deze overheden hebben het meestal niet exclusief op het christendom gemunt, maar op religie in het algemeen, dat ze zien als bedreiging van de centrale macht van de overheid.

Vrijheid verliezen
In Nederland leek repressie vanuit de overheid lange tijd ondenkbaar. Decennia van secularisatie hebben bij ons het christendom als religie immers al lang ‘onschadelijk’ gemaakt. Kerken zijn leeggelopen. Macht en invloed heeft de kerk nauwelijks meer. Vervolging was hiervoor niet eens nodig, de krachten van materialisme en individualisme waren sterk genoeg. De seculiere maatschappij is nog wel bereid om het laatste restje christenen te tolereren of zelfs te faciliteren. Want je mag geloven wat je wilt, als je maar niemand anders in zijn vrijheid beperkt.
Maar nu is er een religie in opkomst waarop het seculiere denken geen vat lijkt te hebben. En die lak heeft aan waarden als gewetensvrijheid, de scheiding van kerk en staat, geweldloosheid en gelijkheid van man en vrouw. Een seculiere overheid heeft geen handvatten om daar wat tegen te doen. Bepaalde godsdienstige uitingen verbieden gaat in tegen de overtuiging dat alle godsdiensten gelijkwaardig en ten diepste goedaardig zijn. Ik denk daarom dat de problemen veroorzaakt door de radicale vormen van islam ertoe zullen leiden dat er een steeds luidere roep komt om dan maar alle publieke uitingen van godsdienst te verbieden. Het is goed mogelijk dat de kerk daardoor een aantal van haar vrijheden gaat verliezen, met name de vrijheid van christelijk onderwijs.

We hebben veel te verliezen als Westerse christenen en vrijheden verliezen doet pijn. Maar misschien is het nodig dat de kerk van het Westen loskomt van haar comfortabele bestaan, zodat ze weer vol verwachting kan gaan uitzien naar de komst van haar Heer.

Kim ter Berghe