Geloof met een hoog testosterongehalte

ds. Yme Horjus • 90 - 2014 • Uitgave: 6
In de pers heeft eind 2013 een pittige discussie gewoed rond de beweging van de 4e Musketier, die in Nederland spraakmakend aan de weg timmert. De theologe Miranda Klaver heeft de initiatiefnemers behoorlijk bevraagd op hun uitgangspunten en ook vraagtekens geplaatst bij de legitimiteit van het man-beeld dat in deze beweging wordt gehanteerd.

Op zich is het nog zo vreemd niet dat in de christelijke wereld aandacht wordt gevraagd voor een sekse-specifieke benadering van mannen, zoals vrouwen ook hun koffie-ochtenden hebben waarop een spreekster(!) van buiten op een bij vrouwen aansluitend onderwerp behandelt. Vrouwen hebben het over ‘vrouwendingen’ en mannen mogen het over ‘mannendingen’ hebben. Al wat langer geleden zijn er mannenbewegingen actief geweest die de rol van de man binnen het huwelijk en het gezin aan de orde hebben gesteld: de man als ‘priester in het gezin’. In zoverre past de 4e Musketier, die nu ruim vijf jaar bestaat, in een bepaalde traditie van nadruk op ‘mannendingen’. Niets nieuws dus.

Echte man
Wel nieuw is de pure lichamelijkheid waarmee dat gebeurt. Mannen moeten van alles in een soort van survivaltocht ondernemen. Zich niet alleen fysiek inspannen, maar ook uitputten. Tijdens karakterweekenden gaan mannen gevechten met elkaar aan met een houten zwaard en schild; ze waden vele honderden meters tot borsthoogte door rivieren; dragen boomstammen op hun schouders gedurende een aantal kilometers. Zo geven zij gehoor aan de uitdaging om voor Jezus fysieke inspanningen te leveren. Ze beleven dat ook gezamenlijk: komen voor elkaar op, vuren elkaar aan, geven niet op en ondersteunen elkaar.
Het ‘echte-man-zijn’ is hierin de opvallende trek. Er wordt gewerkt aan een geloof met een hoog testosterongehalte. Henk Stoorvogel, de leider van de beweging, geneert zich niet om dat ook als doel van de karakterweekenden aan te geven: de man moet in zijn kracht komen te staan en gaan leven vanuit de Bijbelse principes van geloof, kracht en overwinning. Stoorvogel: “Als een vrouw wordt als Jezus, wordt ze mooi; een man wordt sterk.”

Kwetsbaar
Het bezwaar dat Miranda Klaver tegen dit spierballengeloof aantekent, heeft te maken met het contrast dat zij ziet tussen de man als held en het beeld van de navolging zoals de Bijbel die schetst. De rol van een leerling en pelgrim die Jezus volgt is wezenlijk anders dan de rol van held die geroepen is om grote daden voor God te verrichten. Het man-beeld van de 4e Musketier is er een van masculiene heroïek, van lichamelijke superioriteit. De vraag is hoe dit zich verdraagt tot de bekende Bijbelse metaforiek van zwakheid, machteloosheid en kwetsbaarheid.
Stoorvogel vindt op zijn beurt dat Miranda Klaver zijn beweging geen recht doet, want er is wel degelijk plaats voor zwakheid en tekortschieten in lichamelijk vermogen om aan de uitdagingen te beantwoorden. Hoogtepunten in de karakterweekenden zijn volgens hem de verwerkingsvormen waarin mannen durven te verliezen, hun kwetsbaarheid tonen, praten over eenzaamheid, lust of problemen en knielen voor het kruis. Uiteindelijk is het fundament voor het leven de genade van Jezus Christus, die openbaar wordt in de gebrokenheid van de kwetsbare mens. Stoorvogel kent geen plek op aarde waar meer gehuild en geknuffeld wordt dan bij de 4e Musketier.

Het kruis van Simon van Cyrene
Gemakkelijk is het om ongenuanceerd de beweging van de 4e Musketier weg te zetten als een eigentijdse hype, die wel weer over zal waaien en theologisch geheel niet spoort. Ik heb in mijn gemeente twaalf mannen hun getuigenis horen geven in een kerkdienst over wat dit karakterweekend met hen had gedaan. Ik proefde daaruit dat de fysieke inspanningen en ‘breekmomenten’ hen echt een ervaring met God hadden bezorgd. Dat wil ik laten staan vanuit de overtuiging dat de Here God ook ongedachte wegen kan bewandelen om mensen aan te raken. Paulus zegt dat ergens ook: welke bijbedoelingen of oogmerken ook gediend zijn, Christus wordt verkondigd (Filippenzen 1:16-18)!
Ik waag het evengoed ook een kritisch geluid te laten horen. Ik krijg de indruk dat de ‘breekmomenten’ intrinsiek horen bij het succes van de survivalopzet. Ik geloof dat God in het leven van sommige mensen zo kan doorbreken. Laat dat gezegd zijn. Dat de trots van een mens gebroken kan worden door een fysieke inspanning die uitputtend is.
Maar kom je dan dichtbij het ‘breekmoment’ dat in ieders leven aanwezig moet zijn als het gaat om onze verlorenheid en zonde? Is dat huilen en knuffelen tijdens de karakterweekenden wel omwille van het verdriet dat wij God de Vader aangedaan hebben door in het leven zelfgekozen wegen te willen gaan? Als je staat voor de poel van je eigen zonde en je mag dan Jezus ervaren als je Redder, die je bevrijdt van die zonde, ja dán mag je huilen en snotteren. Dan is er verbreking, niet fysiek, vanwege lichamelijke uitputting, maar als gevolg van de verslagenheid die je ervaart, omdat je weet hebt van je eigen verdorvenheid in Gods oog! Een ‘breekmoment’ waarbij je erdoorheen zit omdat je lichamelijke krachten ontoereikend zijn, is niet wat Paulus bedoelt met de ‘droefheid naar Gods wil’ in 2 Korintiërs 7:9,10.
Als de deelnemers aan de karakterweekenden van de 4e Musketier met een kruisbalk op hun rug lopen, hoop ik dat zij weten dat zij niet meer zijn dan Simon van Cyrene, die dat ook een poosje deed. Voor Simon van Cyrene kwam later ook nog dat ‘breekmoment’ waarbij hij Jezus aan het kruis zag hangen en wist: Hij doet dat voor mij!

Ds. Yme Horjus