Geld in crisis

Feike ter Velde • 84 - 2008 • Uitgave: 22
Geld in crisis

Het bouwde snel op - de Amerikaanse hypotheekcrisis. Toen de crisis eenmaal aan de horizon verscheen duurde het een aantal maanden voordat de ernst en de diepte ervan zichtbaar werden. Nu zit de hele wereld midden in de sores van een falend financieel systeem. De zichzelf verrijkende top van het bankwezen was de afgelopen dagen opmerkelijk stil. Ze zitten op hun miljoenen aan oneerlijk opgestreken bonussen. Ligt aan deze crisis niet morele verdorvenheid ten grondslag?


In een recente ontmoeting met de econoom professor Bob Goudzwaard hoorde ik van hem een mooie typering: 'de god van het geld is van zijn troon gevallen'. De verwarring in de financiële wereld is groot, de onzekerheid in de economie mogelijk nog groter en de zorgen van iedereen terecht. Er is een crisis gekomen die haar weerga niet kent in de geschiedenis, zo groot en zo omvangrijk en diep ingrijpend. Banken vielen om, overheden pompten honderden miljarden in de geldstroom, maar niets leek echt te helpen. Het vertrouwen over de gehele breedte in de aandelenbeurzen en het bankwezen is diep geschokt en men likt nu de pijnlijke wonden.
Wat bovendien heel uniek en opmerkelijk is, is dat de liberale regering van Bush in de Verenigde Staten met zevenhonderd miljard dollar van de belastingbetaler de financiële wereld te hulp is geschoten. Dat is wel het laatste waaraan een Republikeinse president had kunnen denken. Immers; de vrije markt is zo een beetje het hoogste goed in Republikeinse politieke filosofie - en daar zit een hoop waars in. Zo redeneert ook onze regering, hoewel anders dan de Amerikaanse Republikeinen - verwant aan de Nederlandse liberalen, zeg maar de VVD, hoewel op onderdelen ook weer anders. Maar de vrije markt ontspoorde ook in ons land en wat sinds de communistische revolutie van 1917 in Rusland niet meer gebeurde in de Westerse wereld: onze regering nationaliseerde een grote bankinstelling - Fortis-ABN/Amro met zo’n vijfenveertigduizend werknemers en de beheerder van heel veel spaargeld en bedrijfskapitaal. Een grote stap, een moedige stap, nodig en verstandig van onze regering, hoewel niemand weet wat de uitkomst uiteindelijk gaat worden.

De Amerikaanse burger leeft op schulden. Vijf tot tien creditcards binnen een gezin, die allemaal in het rood staan, is niet ondenkbaar. Dan ook nog een veel te hoge hypotheek op het eigen huis, lenen op de overwaarde van dat huis (dus de nooit zekere marktwaarde van het moment) speculeren op de beurs met dat geleende geld - allemaal zaken die een enorme luchtbel in de economie hebben geschapen. Die luchtbel - en dat kon ook niet anders - is nu uit elkaar gespat. De Amerikaanse droom verdampte. Niemand weet precies hoe het verder moet.
De oorzaak kan niet alleen de Amerikaanse regering worden verweten, hoewel de overheid altijd een toezichtverplichting heeft. Die was in Amerika vooral afwezig. De grote bankinstellingen hebben overal - ook in Nederland - lopen wapperen met geld. Lenen, lenen en nog eens lenen was de leus en er werden allerlei ondoorzichtige constructies bedacht die de hebzucht van mensen opwekte, zodat ze gingen lenen, of de overwaarde van hun huis gingen beleggen op de beurs. De geldwolven op de bank zagen ongebruikte miljarden in de markt liggen - die overwaarde van het eigen huis dus - en kwamen met ingewikkelde en ondoorzichtige verhalen door de snelle verkopers in het strakke pak, die vertelden hoe weelderig de wereld van de eigen huis bezitter er uitzag als hij met zijn overwaarde de beurs op ging, een boot zou kopen of grote buitenlandse reizen zou maken. 'Het geld is er toch, waarom zou je zuinig zijn? Je doet jezelf te kort, de rente is laag, hier hebt u het geld, úw geld!' En zo werden mensen op hun hebzucht aangesproken en velen trapten erin. Naast een soms falende overheid als het gaat om het verstrekken van leningen is ook de mentaliteit van de hebzucht en de drang tot overmatig consumeren in onze cultuur een belangrijke, zo niet de belangrijkste oorzaak van deze financiële malaise.

Overheidstoezicht mag ook van onze overheid worden verwacht en onze politici hebben daarin een belangrijke taak. De Amerikaanse mentaliteit is optimistischer ten aanzien van de vrije marktwerking en stelt dat iedereen voor zichzelf verantwoordelijk is, ook bankinstellingen en beleggers op de beurs. Maar tot die beleggers op de beurs behoren ook onze pensioenfondsen, die ons opgespaarde pensioen beheren. Als zij grote verliezen lijden op de beurs dan kan ook ons pensioen in gevaar komen. Daar zijn wel grotere buffers aangelegd, vooral na de ingrijpende beurscrisis van 1987 - maar zeker is tegenwoordig bijna niets meer.
De Amerikaanse hypotheekcrisis gaat ook ons in Europa niet voorbij. Europese banken hebben in die ongebreidelde en ondoorzichtige geldhandel ook geld gestoken in Amerikaanse banken, door duizenden van die zwakke hypotheken over te nemen. Geld moet rollen, dus verkochten Amerikaanse banken delen van de hypotheekmarkt aan Europese en Aziatische banken. Zo rolt de een na de andere bank om. Vooral omdat inmiddels zo veel wantrouwen is ontstaan bij de banken onderling dat ze aan elkaar geen geld meer uitlenen. Daardoor kunnen bedrijven minder of geen investeringen meer doen, omdat de bank geen krediet meer wil of kan verstrekken. Dat is weer slecht voor het bedrijf. Er wordt ingekrompen, mensen worden ontslagen en zo is direct het gevolg van deze kredietcrisis in de economie, in Amerika, maar straks ook voelbaar in ons land en de rest van Europa. We kunnen gerust spreken van een dramatische ontwikkelingen en niemand kan ons zeggen waar licht is aan de horizon.

Samenvattend kunnen we zeggen: de moraal, de zorgeloosheid en de wetteloosheid van mensen heeft het klimaat geschapen waardoor de gekte van de geldzucht en het luxe leven konden toeslaan. De Bijbel zegt:
'Weet wel, dat er in de laatste dagen zware tijden zullen komen: want de mensen zullen zelfzuchtig zijn, geldgierig, pochers, vermetel, kwaadsprekers, aan hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, liefdeloos, trouweloos, lasteraars, onmatig, onhandelbaar, afkerig van het goede, verraderlijk, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan voor God, die met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben' (2Tim. 3:1-5).

Toen de grote ramp van New York plaatsvond op 11 september 2001 en de Twin Towers van het Wereldhandelsgebouw instortten, kelderden de beurzen van Wall Street - enkele straten verder als waar de vliegtuigen zich in de gebouwen boorden - ook ineen. Maar de vinger Gods werd niet opgemerkt, de grote stad aan de zee rookte (Op. 18:14-19) en de economie kreeg een grote klap. Maar de handelslieden gingen door en nog een graadje erger. Juist de laatste jaren nam het grote graaien aan de top ongelofelijke vormen aan. Hoe meer winst, des te meer bonussen en uitkeringen kregen topmanagers op hun privé-bankrekening gestort. Zij bleken geheel bereid steeds grotere risico’s te nemen bij het snel maken van winsten en dat ging een tijdje goed.
De aandeelhouders wreven zich in de handen en telden gretig hun winsten uit. De miljardenwinsten, behaald met het geld van spaarders en bedrijven, door speculaties en vage bankproducten, werden echter geschapen door een bedrieglijke luchtballon. Nu die uiteen is gespat zit de gewone man, de gewone spaarder, de kleine bedrijven zoals de middenstanders, er onthutst en verbijsterd bij te kijken. Als straks ook nog massaontslagen bij bedrijven zullen volgen door een neergaande economie is de ellende nauwelijks te overzien.

Overheden mogen er niet van uitgaan dat grote bedrijven en topmanagers over voldoende verantwoordelijkheidsbesef beschikken om het graaien in de geldpot te beperken. Zelfregulering bleek de afgelopen jaren niet te werken. De topman van ABN-Amro ging er met een geldbuidel van achttien miljoen euro vandoor, terwijl hij het niet zo goed had gedaan. De veel te hoge prijs voor een gretige en naar macht jagende Fortis-top beloonde dezelfde gretige aandeelhouders met een forse prijs voor het aandeel, zonder verantwoordelijkheid te willen dragen voor het voortbestaan van de beide banken. Scoren, graaien en op korte termijn de buit binnenhalen is de griezelige oorzaak van wat we aan maatschappelijke ellende aan onze ogen zien voltrekken.

De Bijbel spreekt van 'zware tijden' door de hebzucht en de zelfzucht van mensen. Laten we het ons allen aantrekken. De Babelcultuur heeft ons allen in de greep. Laten we eerst sparen en dan kopen. Niet lenen of op afbetaling kopen met een rente die tot zestien(!) procent kan oplopen, enkel en alleen omdat we niet kunnen wachten, maar het nú willen hebben. Bekering, inkeer, soberheid, verootmoediging en eenvoud zijn het antwoord op de nood van de tijd. De 'economie van het genoeg' is een uitdrukking van prof. Bob Goudzwaard, en is het antwoord aan mensen die nooit genoeg hebben. Het grote Babylon van de eindtijd zal op een zekere dag definitief vallen en niet meer opstaan. De halleluja's van Openbaring 19 zullen dan de bruiloft des Lams inluiden (Op. 19:7).

We zien vandaag een overvloed aan tekenen van de tijd waaronder de kredietcrisis en haar oorzaken in het hart van de mens.

Feike ter Velde