Geestelijke lessen uit de Exodus-geschiedenis

Peter de Haan • 90 - 2014 • Uitgave: 9
Alles wat er in het Oude Testament staat is gebeurd als voorbeeld voor ons, schrijft Paulus (1 Korintiërs 10:6). Tijdens de Zoeklicht Studiedag op 12 april gebruikte Henk Schouten de geschiedenis van Israëls exodus als leerstof voor nu. Dat dit geschiedenis is, dus echt gebeurd is, was de kern van het betoog van Kees Noorlander. Gods Woord is waar en relevant voor vandaag.

Hoe komt het toch dat er van de uittocht van Israël uit Egypte nauwelijks archeologisch bewijs gevonden is? Volgens Kees Noorlander is er op de verkeerde plaatsen gezocht. “In veel Bijbels staan kaartjes afgedrukt van de route van het volk Israël door de woestijn. Er zijn wat problemen met die route. Zo is de afstand tussen Gosen en Raämses te kort en stond er in de Bittermeren te weinig water om een Egyptisch leger in te verdrinken.”
Noorlander laat foto’s zien van een strand bij Pi-Hachirot, een plek op het Sinaï-schiereiland aan de Golf van Akaba. Deze plaats heet nu Nuweiba. Op dit strand is een pilaar gevonden als gedenkteken aan de doortocht. Aan de Arabische kant van het water stond ook zo’n pilaar, zoals in Jesaja 19:19 ook staat beschreven.
Dit strand is alleen te bereiken via een canyon. “Het volk Israël staat aan de zee en kan geen kant op. De farao kwam achter ze aan, ze zitten als ratten in de val. Mozes krijgt de opdracht om de Schelfzee (of Rietzee, of Rode Zee, al naar gelang de Bijbelvertaling) te splijten. De Golf van Akaba is 2 km diep en 15 km breed, maar is precies op dit stuk wat minder diep, zodat de oever niet te stijl was om met een heel volk met kinderen en dieren te beklimmen.”

De berg Sinaï
Nog belangrijker dan de plek van de oversteek is echter de ligging van Midjan. “De geleerden zijn het erover eens dat Midjan in Arabië ligt. Dat was vlakbij de berg Sinaï, lezen we in Exodus 3:1. De berg Sinaï moet dus in Midjan liggen, dus in Saoedi-Arabië.” Dat is dus niet in wat nu bekend staat als de Sinaï-woestijn. De schoonvader van Mozes, Jetro, wist dat Mozes met het volk Israël in de buurt was, valt op te maken uit Exodus 18:5-7. Noorlander: “Op luchtfoto’s is in dit gebied bovendien een berg te zien met een zwartgeblakerde top en daarnaast een grote vlakte waar een volk gelegerd kon zijn. Deze berg heet nu Jabal Maqla. De bergtop stond geheel in rook, aldus Exodus 19, omdat God Zelf hier verbleef en aan Mozes de Stenen tafelen gaf met de tien geboden.” In de buurt van de berg zijn bovendien restanten gevonden van een altaar en een plateau waarop een rotstekening staat van een kalf dat wordt aanbeden. Omdat dit gebied in Saoedi-Arabië ligt, is het voor wetenschappers onmogelijk om hier onderzoek naar te doen.

Een God die hoort
De geschiedenis is niet alleen een historisch feit, maar heeft ook een inhoudelijke boodschap, vertelde Henk Schouten de bijna honderd bezoekers. De eerste les zien we bij de tien plagen: wie dit volk zegent, wordt gezegend, wie het vervloekt, die zal vervloekt worden. “Israël is bovendien een bedwelmende beker voor de volken rondom en een steen die moeilijk te tillen is voor alle volken. We zien nu dat de volken in de regio niet helder kunnen denken en dat de VN zich maar uit blijft spreken tegen Israël.”
De geschiedenis heeft een voorbeeld, inspirerend en vermanend, ook voor ons. “We kunnen ons wel vergelijken met volk dat uittrok, door de zee naar het beloofde land. Het volk wordt onderdrukt, een eindeloos lijden is haar deel. In de farao mogen wij de boze herkennen, die de mens tot slaaf heeft gemaakt, gevangen houdt. Herkennen wij de situatie nog wel, of leven we comfortabel ons leven? We zullen pas leren wanneer we onze eigen situatie herkennen. Maar God hoort, dacht aan Zijn verbond. Dat maakt alles anders. Hoe onze situatie ook is, we mogen het uitroepen, er is een God die hoort. Israël riep het uit in Egypte. God verbond zich aan de mens. Als je roept is daar een relatie. Er is iemand die wil horen. God laat zich horen via Mozes en Aaron en het volk trekt uit. Allen waren onder de wolk. De Here ging voor hen uit.”

Gij geheel anders?
Henk Schouten haalde tijdens deze studiedag de tekst uit 1 Korintiërs 10:6 een aantal maal aan. “Deze dingen zijn als voorbeeld gebeurd en wij moeten daar geestelijke lessen uit trekken. Vandaag zien we 1,5 tot 2 miljoen vluchtelingen uit Syrië in kampen in Libanon en Turkije. Het is schrijnend en mensonwaardig, een faillissement van de mensheid. Vierduizend jaar geleden waren er naar schatting 3 tot 3,5 miljoen mensen. Zoveel mensen met elkaar in de woestijn, dat moet fataal aflopen.” Volgens Schouten was de wanhoop haast tastbaar bij de Israëlieten. Hun twijfel aan God is voor ons niet voor te stellen. “Maar wij hebben het voorbeeld van dit volk in de woestijn en dat God hen bijstond. Dat hadden zij niet.”
Het gebrek aan water was een groot probleem. “In Exodus 15:25 lezen we dat Mozes een stuk hout in het water gooit. Dat stuk hout is door God aangewezen. Wanneer Mozes een ander stuk hout had gebruikt, dan was het water bitter gebleven.”
Later, bij Massa en Meriba (vert: ‘verzoeking’ en ‘onenigheid’), ontstaan er nieuwe problemen (Exodus 17:3). “Ging het eerder om overleven, daar ging het om terugverlangen. Is dat ook niet een probleem van veel christenen? Wij lopen achter de wereld aan. ‘Gij geheel anders’ hoor je niet veel meer.”

Leven met verwachting
Ook het manna kan ons veel leren. Allereerst is het een wonder. “Er wordt gezocht naar wetenschappelijke verklaringen. Het blijft echter onverklaarbaar dat het manna steeds maar één dag goed blijft, maar voor de sabbat twee dagen. Maar we hebben ook een God van wonderen en dat moet je willen zien.”
We zien een volk dat water en brood nodig heeft. “Wanneer u hoort tot de gemeente van Jezus Christus, dan behoort u tot een volk dat onderweg is naar het beloofde land. Wat is uw voeding? Er is de belofte van een heilvolle toekomst, namelijk dat we daar zullen zijn waar God is. We leven met een hoop, verwachting en perspectief. Dat land daar, nu nog verborgen, maar straks… Hebt u een hoop die gebaseerd is op de verwachting van de Here God?”

Peter de Haan