Geen vingerafdruk? Geen paspoort!

Jaap Spaans • 88 - 2012 • Uitgave: 19
Sinds 2006 worden in ons land paspoorten verstrekt voorzien van een chip met biometrische kenmerken. Een aantal Nederlanders heeft de verplichting om vingerafdrukken of gelaatskenmerken af te staan aangevochten. Op 7 augustus 2012 deed de Raad van State (RvS), onze hoogste algemene bestuursrechter, een uitspraak met mogelijk grote gevolgen.

Een Amsterdamse vrouw had in 2010 geweigerd haar vingerafdrukken te laten opnemen in een paspoortchip. Na een langdurig juridisch voortraject bij de gewone rechter, vroeg zij de RvS in een spoedprocedure om een oordeel. De gemeente had de aanvraag van verzoekster om afgifte van een paspoort zonder vingerafdrukken, niet in behandeling genomen. De vrouw meende dat de burgemeester haar wel een paspoort zonder vingerafdrukken moest afgeven. De RvS stelde de gemeente in het gelijk. De uitspraak heeft een voorlopig karakter, in afwachting van een bodemprocedure bij hetzelfde rechtscollege. De vrouw beriep zich op het feit dat de chip met vingerafdrukken een onaanvaardbare inbreuk betekende op haar privacy. Ter verdediging voerde zij onder andere aan artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, over eerbiediging van het privéleven. De RvS stelde dat Europese regels voorschrijven, dat een reisdocument moet zijn voorzien van een opslagmedium (chip) waarop de vingerafdrukken zijn opgeslagen.

Ethiek en levensbeschouwing
Hoewel iedere burger met dit ethische onderwerp te maken krijgt, laten theologen zich er exegetisch helaas zelden over uit. Toch leert de ervaring dat veel christenen bezorgd zijn over deze ontwikkeling. Om redenen van privacy, ethiek en levensbeschouwing. Vooral in behoudende kringen is men beducht voor een situatie zoals beschreven in Openbaring 13:11-18, waarin iedereen een merkteken krijgt. Voor de zuiverheid van de discussie over dit controversiële onderwerp, is een goede definiëring belangrijk. Biometrische identificatie houdt in dat unieke lichaamskenmerken als vingerpatronen, gelaatskenmerken, de samenstelling van de iris, DNA, etc. worden gebruikt voor identificatie. Deze geautomatiseerde identificatietechnologie werd in de negentiger jaren geïntroduceerd. De terreuraanslagen van ‘nine-eleven’ versnelden het proces. Het was overigens onze overheid zelf, die in het rapport At Face Value en het Publiek Debat Biometrie in 2000, de voor- en nadelen evenwichtig aan de orde stelde.
Door de computerisering van de samenleving en de toegenomen mobiliteit op de wereld, was er een snelgroeiende behoefte aan betrouwbare identificatie. Die behoefte werd versterkt door de toename van identiteitsfraude en computercriminaliteit (cybercrime). In de beginfase was er vooral zorg over het feit, dat biometrische gegevens kunnen worden gemeten zonder dat men dit weet, bijvoorbeeld bij gezichts- en stemherkenning. Analyse van de stem kan bijvoorbeeld ook emoties of depressieve gevoelens weergeven. DNA kan, naast identificatie, ook worden gebruikt om persoonlijke kenmerken vast te stellen zoals ras en genetische aanleg.
In 2010 plaatste het gezaghebbende adviesorgaan de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), in het rapport ‘Het biometrisch paspoort in Nederland, crash of zachte landing’, kritische kanttekeningen rond de proportionaliteit van het paspoortbeleid en de vraag waarom Nederland hierin verder gaat dan Europa voorschrijft (zie conclusies rapport, pagina 147). Daaraan kan nog een aspect worden toegevoegd. Als een centraal databestand met biometrische gegevens van burgers door computercriminelen wordt gekraakt, kan dat grote gevolgen hebben. ‘Diefstal’ van unieke lichaamskenmerken zou identiteitsfraude juist in de hand werken en iemand een leven lang kunnen achtervolgen. Een wachtwoord is vervangbaar, maar een uniek lichaamskenmerk niet. In 2011 besloot de Tweede Kamer een centrale opslag van biometrische paspoortgegevens (voorlopig) af te blazen. Onlangs werd bekend, dat gezichtsherkenning succesvol kan worden gekoppeld aan een uniek persoonsnummer (BSN), dat vervolgens als een ‘zoeksleutel’ kan fungeren om gegevens van mensen te koppelen. Waar critici herhaaldelijk voor waarschuwden, uit zich nu in de praktijk. Dat zou tenminste te denken moeten zetten.

Openbaring
Persoonlijk betreur ik de uitspraak van de RvS. In 2000 heb ik van diverse politici de toezegging gekregen, dat bij de invoering van wetgeving over biometrie, rekening zou worden gehouden met gewetensbezwaren. Die correspondentie is te lezen op mijn website www.jaapspaans.nl. In 2006 werd door de ChristenUnie nog een Kamermotie ingediend, waarin aandacht werd gevraagd voor gewetensbezwaarden bij moderne identificatiemogelijkheden.
Cruciale vraag is natuurlijk of de zorgen over biometrie terecht zijn? In Openbaring 13 gaat het niet alleen over een merkteken. Centraal staat een wereldomvattend persoonsregistratiesysteem, dat in staat is burgers te controleren, selecteren en manipuleren. De uiterlijke vorm van het merkteken kan door nieuwe ontwikkelingen als nanotechnologie nog ingrijpend wijzigen, want chips worden steeds kleiner en geavanceerder. Het systeem is al operationeel. Wat velen voor onmogelijk hielden, is technologisch haalbaar. Treffend voorbeeld is India, waar in 2010/2011 in een tijdsbestek van anderhalf jaar de totale volwassen bevolking werd geregistreerd en voorzien van een biometrische identiteitskaart. Het onderwerp dient wel nadrukkelijk te worden geplaatst in de context van andere tekenen. Belangrijk is in dat verband de vraag, of zorgen over de koers van de mensheid terecht zijn. Kan de mensheid op eigen kracht die betere wereld verwezenlijken waarnaar zij zo verlangt, of is het wachten op een Goddelijk ingrijpen? De geschiedenisboeken geven weinig reden tot optimisme. De Bijbel en het Profetisch Woord des te meer. Een gebroken schepping zucht en wacht met reikhalzend verlangen op Zijn Wederkomst (Romeinen 8:19,22).

Jaap Spaans