Geen oppervlakkigheid, maar diepgang

ds. Yme Horjus • 89 - 2013 • Uitgave: 21
In de zomerperiode is er door CIP (christelijke internetkrant) een onderzoek naar de prediking uitgevoerd. Er waren 1800 respondenten die antwoord hebben gegeven op een veelheid van vragen. Ik dacht op voorhand wel: hoe zal dat uitpakken? Zullen al die mensen nu de gelegenheid te baat nemen om hun ongenoegen breed uit te meten? Wij Nederlanders (en vaak ook christenen) mekkeren graag heel wat af! Murmureren heet dat geloof ik in het Oude Testament…

Per dag werd een deel van het onderzoek wereldkundig gemaakt. Mijn aanvankelijke vrees werd onmiddellijk bewaarheid: er kwam meteen een top 5 van preekergernissen tevoorschijn. Ik noem ze hier even op: 1. Herhaling, herhaling, herhaling, herhaling… Onnodig herhalen van gemaakte punten irriteert christenen het meest. 2. Weinig diepgang. Mensen willen diepgang. Sprekers vervallen vaak in oppervlakkigheid en clichés. 3. Onsamenhangend. Christenen hebben behoefte aan een duidelijk en samenhangend verhaal. 4. Toontje dominee. Het zangerige toontje van de dominee irriteert, zodat hij hierdoor niet authentiek overkomt. 5. Missen van de praktische toepassing. Er is behoefte aan preken die je in de 21e eeuw in praktijk kunt brengen.
Ik loop het gevaar dat dit stukje een narrige reactie wordt van een voorganger die zich op zijn teentjes getrapt voelt. Dat is dan maar zo. Maar valt het me inderdaad op dat CIP opent met de ergernissen en pas later een wensenlijstje aanlevert van de 1800 respondenten over de vraag hoe het allemaal beter kan. Ik denk dat voorgangers en sprekers zich geen houding moeten aanmeten van ‘wij weten wel hoe het moet’, want daarmee trap je in de valkuil van de professionele aanmatiging die niet wil luisteren naar de stem van mensen die preken aanhoren. Ik denk persoonlijk dat je altijd moet willen blijven leren en jezelf altijd de vraag moet blijven stellen: ‘hoe kan het beter’? De hoorder van vandaag is misschien wel veeleisender dan die van vroeger. Iemand als de communicatiedeskundige Paulien Vervoorn liet via de CIP-krant een aantal behartigenswaardige tips voorbijkomen.

Schatkamers van het Woord
Predikanten zijn in Nederland doorgaans goed opgeleid. Ze weten uit de diepten van de tekst vele dingen naar boven te brengen. Toch klinkt het verwijt van te weinig diepgang. Hoe kan dat nu? Men klaagt over oppervlakkigheid en clichés. Ik lees ook wat de verklaring is: ‘Vaak ontbreekt het in een preek niet zozeer aan diepgang, danwel het vermogen om wat in de Bijbel staat als ‘diepgaand’ te communiceren. Wat wel met zekerheid gezegd kan worden, is dat mensen geraakt willen worden door de boodschap en dat het diep in hun hart doordringt.’
Dus het verstandsniveau is hierbij niet in het geding. Het gaat niet om elementaire kennis die verdiepend werkt voor het begrip van de tekst en de boodschap van de Bijbel, maar of iets ons op een gevoelsniveau kan raken en ontroeren. Er wordt hier onnodig een tegenstelling gecreëerd tussen verstand en gevoel. De verbazingwekkende diepte van de tekst doet iets met ons verstand (het verlicht ons verstand), maar kan ons evengoed ook emotioneel aanspreken. We hoeven dat niet tegen elkaar uit te spelen. Te veel christenen hebben een afkeer van ‘studeerkamergeleerdheid’, terwijl wij toch theologen en Bijbelleraren nodig hebben om de schatkamers van het Woord te ontsluiten. Daar moeten we niet neerbuigend over doen.

Diepgang in emotie
Wat ons in toenemende mate parten speelt, is dat de prominente rol van de predikant in de gemeente langzamerhand is overgegaan op die van de aanbiddingsleider. De diepgang die in veel gemeenten van evangelische snit wordt verlangd, moet komen van de aanbiddingsleider. Die moet de gelovigen meevoeren naar grote hoogten van lofprijzing en aanbidding. Ik krijg via het internet regelmatig berichten over concerten met bekende aanbiddingsleiders en het valt op hoe zij op bewonderende toon worden aangekondigd. Vaak is de kaartverkoop zo overrompelend succesvol dat velen teleurgesteld achter het net vissen. Ik vermoed dat hierachter een tendens in de evangelische wereld schuilgaat: de diepgang wordt gezocht in de emotie! Dat geldt ook voor de muziek en zang in de gemeente. Alles wat ons ráákt, is van hogere orde. Dat brengt ons meer in verbinding met God. We hebben liever een gezalfde aanbiddingsleider dan een gestudeerd predikant.

Diep spitten
Ik ben echt overtuigd van het gegeven dat de bedoeling achter het onderzoek onder de 1800 respondenten niet is geweest om nu eens het falen en tekortschieten van predikers bloot te leggen. Daarvoor weet ik te veel van de oprechte wil van Ron van der Spoel om de prediking op een hoger plan te brengen. Juist omdat daar veel van afhangt! Zegt Paulus niet: ‘Hoe geloven in Hem, van wie zij niet gehoord hebben? Hoe horen zonder prediker?’

Het zal in de gemeente nooit mogen ontbreken aan een gezonde prediking, die gedegen is en diepgaand. Dan moet er ook gespit worden in de Bijbel, onderste lagen omgewoeld, de goudaders onthuld! Daar hebben we goedopgeleide predikers voor nodig. Laten we die koesteren! Laten we die niet ontmoedigen door ladingen kritiek over hen uit te storten. Het gemekker over de prediking is in vele gemeenten niet van de lucht.
Predikers zijn dienstknechten van de Here. Schrijft Paulus ook niet over oudsten die het Woord bedienen dat zij dubbel eerbewijs dienen te ontvangen? Wat zijn wij altijd royaal met kritiek en zuinig met complimenten… Misschien moeten we ons dat woord uit de Hebreeënbrief maar eens wat meer aantrekken: ‘Houdt uw voorgangers in gedachtenis, die het woord Gods tot u hebben gesproken; let op het einde van hun wandel en volgt hun geloof na’ (Hebreeën 13:7).

Ds. Yme Horjus