Geef niet op
‘Door Mij zullen uw dagen talrijk worden, en zullen jaren van leven u worden toegevoegd’ (Spreuken 9:11)
‘Je handen gaan trillen en je benen gaan krom staan. Je tanden vallen uit je mond. Je ogen zien niets meer. Je oren horen niet meer wat er buiten gebeurt. Je stem is bijna niet te horen. Je hoort het geluid van de vogels niet meer. Je durft geen heuvel meer op te klimmen. Je vindt het gevaarlijk op de weg. Je haren zijn grijs geworden en je komt nog maar met moeite vooruit’ (Prediker 12, BIGT).
Ik heb ervoor gekozen om dit te citeren uit de Bijbel in Gewone Taal om de begrijpelijkheid ervan. Maar in de ‘gewone’ Bijbel wordt dit dramatische ouderdomsproces prachtig poëtisch beschreven. Ik raad u aan om dat ook te lezen.
Oud worden is behoorlijk moeilijk. Je gehoor wordt minder en je ziet slechter. Je hebt een doseerbakje nodig voor al je medicijnen. Spieren en gewrichten gaan niet meer zo soepel. Op een zeker moment heb je een rollator nodig of je belandt in een rolstoel.
Toch beschrijft de Bijbel ouder worden ook als mooi. En dat wil ik zo graag benadrukken.
2 Korintiërs 4 zegt: ‘Daarom verliezen wij de moed niet; integendeel, ook al vergaat onze uiterlijke mens, toch wordt de innerlijke mens van dag tot dag vernieuwd’ (vers 16).
Wat een belofte, maar ook: wat een opdracht! De opdracht is: we geven niet op als ons lichaam ouder en zwakker wordt. De belofte is: Hij vernieuwt ons van binnen door Zijn Geest. Daar mogen we ons naar uitstrekken door veel met Gods Woord bezig te zijn en door tijd te nemen om te bidden. Als ons lengte van jaren wordt gegeven, is dat een neergang van het lichaam maar ook een opgang van de geest. Het geloof kan zich verdiepen en verrijken tot op zeer hoge leeftijd. Met het klimmen der jaren kunnen onze overgave aan God en ons vertrouwen in Hem groeien.
Oud is nieuw goud. We mogen milder, begripvoller en wijzer worden. Daardoor kunnen we nog zoveel voor onze omgeving betekenen, niet door wat we doen maar door wie we zijn. Als wij goed met het ouder worden omgaan, laten we een belangrijke erfenis na. Het zal een onuitwisbare indruk achterlaten op ons nageslacht en de mensen om ons heen. Laat dat onze uitdaging zijn!
Het is dus niet zo dat het leven doelloos en uitzichtloos is als we oud zijn. Verre van dat! Dat vertelt ons een prachtige tekst uit 2 Korintiërs 4. Daarover de volgende keer.
Els ter Welle
‘Je handen gaan trillen en je benen gaan krom staan. Je tanden vallen uit je mond. Je ogen zien niets meer. Je oren horen niet meer wat er buiten gebeurt. Je stem is bijna niet te horen. Je hoort het geluid van de vogels niet meer. Je durft geen heuvel meer op te klimmen. Je vindt het gevaarlijk op de weg. Je haren zijn grijs geworden en je komt nog maar met moeite vooruit’ (Prediker 12, BIGT).
Ik heb ervoor gekozen om dit te citeren uit de Bijbel in Gewone Taal om de begrijpelijkheid ervan. Maar in de ‘gewone’ Bijbel wordt dit dramatische ouderdomsproces prachtig poëtisch beschreven. Ik raad u aan om dat ook te lezen.
Oud worden is behoorlijk moeilijk. Je gehoor wordt minder en je ziet slechter. Je hebt een doseerbakje nodig voor al je medicijnen. Spieren en gewrichten gaan niet meer zo soepel. Op een zeker moment heb je een rollator nodig of je belandt in een rolstoel.
Toch beschrijft de Bijbel ouder worden ook als mooi. En dat wil ik zo graag benadrukken.
2 Korintiërs 4 zegt: ‘Daarom verliezen wij de moed niet; integendeel, ook al vergaat onze uiterlijke mens, toch wordt de innerlijke mens van dag tot dag vernieuwd’ (vers 16).
Wat een belofte, maar ook: wat een opdracht! De opdracht is: we geven niet op als ons lichaam ouder en zwakker wordt. De belofte is: Hij vernieuwt ons van binnen door Zijn Geest. Daar mogen we ons naar uitstrekken door veel met Gods Woord bezig te zijn en door tijd te nemen om te bidden. Als ons lengte van jaren wordt gegeven, is dat een neergang van het lichaam maar ook een opgang van de geest. Het geloof kan zich verdiepen en verrijken tot op zeer hoge leeftijd. Met het klimmen der jaren kunnen onze overgave aan God en ons vertrouwen in Hem groeien.
Oud is nieuw goud. We mogen milder, begripvoller en wijzer worden. Daardoor kunnen we nog zoveel voor onze omgeving betekenen, niet door wat we doen maar door wie we zijn. Als wij goed met het ouder worden omgaan, laten we een belangrijke erfenis na. Het zal een onuitwisbare indruk achterlaten op ons nageslacht en de mensen om ons heen. Laat dat onze uitdaging zijn!
Het is dus niet zo dat het leven doelloos en uitzichtloos is als we oud zijn. Verre van dat! Dat vertelt ons een prachtige tekst uit 2 Korintiërs 4. Daarover de volgende keer.
Els ter Welle