FOMO, het gevaar van de social media

Henk van Blijderveen • 93 - 2017 • Uitgave: 7
FOMO, Fear of missing out, ofwel de angst om sociale media berichtjes te missen. Het is een aandoening die zo snel voortraast, dat het nog voordat het in de Dikke van Dale staat al een maatschappelijk probleem is.

Onderzoek toont aan dat een groot deel van de natie rijp is voor een digitale detox. Volgens de Nationale Academie voor Media & Maatschappij lijdt namelijk 68 procent van de 18- tot 34-jarigen aan FOMO. Dit is de groep die is gevormd door het on-demand-tijdperk, waarin behoeftes vrijwel direct kunnen worden vervuld. Met films, etentjes, drank, vertier en de allernieuwste gadgets. Zoals een recent smartphone vlaggenschip, inclusief de meest courante social media-apps. Apps die prima passen in het patroon van snelle behoeftebevrediging.
Het geven en ontvangen van likes, shares, retweets en weinig zeggende whatsappjes is namelijk een fluitje van een cent. En doordat het allemaal zo gemakkelijk en inhoudsloos is, devalueren die kleine blijken van aandacht razendsnel. Het goede gevoel dat ze veroorzaken is net zo snel weer verdwenen als het was verschenen. Met het gevolg dat de FOMO-lijder voortdurend bezig is met het zoeken naar nieuwe digitale bevestiging. En blijft die ook maar even achterwege, dan wordt hij besprongen door digitale verlatingsangst.

Is voorlichting voldoende?
Een jaar of 5 geleden aanschouwde ik hoofdschuddend de eerste verschijnselen van FOMO op het fietspad: jongelui waarvan de handen en ogen aan mobieltjes kleefden. Gestuurd werd er met de ellebogen. Toen nog een rariteit, maar inmiddels is het volkomen normaal. Ik hou mijn hart vast, want de fietsgeneratie schuift vanzelf door naar de auto. Na een jarenlange afname van verkeersongelukken is er sinds enige jaren weer een toename. Een toename die op het conto komt van digitaal geoccupeerde fietsjongeren en van automobilisten die popupjes en andere meldingen niet kunnen weerstaan.
En wie gelooft dat voorlichting volstaat, is naïef. Want als een mobielverslaafde de keus wordt gelaten tussen een verhoogd risico om anderen aan te rijden en het uitzetten van zijn heilige der heiligen, dan kiest hij voor het eerste. Nee, alleen een wettelijke ingebouwde wifi-blokkade bij een snelheid van meer dan 5 kilometer per uur. zal echt helpen. De toeterende files voor stoplichten moeten we dan wel voor lief nemen. Want tijdens dat halve minuutje rood, staat de wifi veel te kort op groen.
Al met al vrees ik dat FOMO nog maar het begin is van veel meer smartphone-gerelateerde maatschappelijke ellende. Binnen 10 jaar zullen er tal van aandoeningen bijkomen en een naam krijgen.

FOMO onder christenen
Omdat Facebook ook op het christelijke erf hét middel is om contacten met broeders en zusters te onderhouden, loopt ook hier het aantal FOMO-lijders rap op. Met een FOMO-mes dat aan twee kanten snijdt. Aan de ene kant is er de groep die niet de extra Facebookaandacht krijgt die ze zouden wensen. En aan de andere kant is er de groep die zich, in het kader van ‘heb je naaste lief als jezelf’, suf liket en die nooit bij is. Met alle stress van dien. Want je moet er toch niet aan denken dat je aan een zuster, die de afgelopen week haar griep met dagelijkse updates in geuren en kleuren, heel hygiënisch digitaal met de wereld deelde, de vraag stelt: "En? Een gezegende week gehad?"
Het had voorkomen kunnen worden door even snel een huilbekkie bij een van de griepposts te plaatsen. Ook het vergeten van een verjaardag kan er bij FOMO besmette FB-gebruikers aardig inhakken!

Terug naar het echte leven
Tja, sociale media… Het is veelal een schijnwereld, waar mensen zichzelf portretteren zoals ze hadden willen zijn. Een wereld van oppervlakkige likejes, icoontjes en standaardzinnetjes, die de illusie geven dat je bij een groep hoort. Een aandacht die in de verste verte niet in de buurt komt bij de aandacht zoals God die bedoeld heeft.
Deel uitmaken van Gods familie heeft namelijk vooral te maken met persoonlijke aandacht. En niet met instant aandacht. Zoals de digitale kerstkaarten die met een druk op de knop, à la Bol.com en Hallmark, aan het hele adressenbestand worden gebulkt. Of met duimpjes, lachebekjes, en retweetjes.
Maar wél met handen die geschud, wangen die gekust en armen die om schouders geslagen worden. Met woorden die met oren gehoord worden, met ogen die contact maken en met benen die gebruikt worden om daar te komen waar God ons wil hebben.

Ik stel voor dat we de sociale media niet langer als vervanging, maar als ondersteuning van het persoonlijke contact inzetten en dat we terugkeren naar het echte leven.

Henk van Blijderveen