Feest in de hemel
‘Er is blijdschap voor de engelen van God over één zondaar die zich bekeert,’ zegt Lukas 15:10. In Israël is er opnieuw iemand tot geloof gekomen in de Messias, de Heere Jezus. Gods beloften worden werkelijkheid. ‘Het Evangelie van Christus is een kracht van God tot behoud voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood en ook voor de Griek’ (Romeinen 1:16).
Het aantal Messiaanse Joden in Israël groeit. Dit mag ons verheugen, bemoedigen. Gods werk gaat door, Zijn beloften worden vervuld. Elke keer komen we zo dichter bij de dag dat heel Israël zalig zal worden (Romeinen 11:26). Juist vandaag, nu ik deze woorden schrijf, hoorde ik de getuigenissen van twee Joodse mensen. Hun verhalen geef ik graag aan u door. Ter bemoediging. Tot aansporing om te bidden om de bekering van het hele Joodse volk.
Het eerste getuigenis is van dr. Golan Broshi, verbonden aan ‘One for Israel’, een organisatie in Israël die zich inzet om het volk van Israël te bereiken met het Evangelie.
Golan Broshi
“Ik groeide op in een zeer seculiere, communistische kibboets. Niemand had iets wat zijn of haar eigendom was. Maar het grootste probleem was dat de kibboets ook God niet had. Ik herinner me dat ik al als kind met God sprak. Alsof ik voelde dat er iets of iemand was die bij mij was. Ik deelde alles met God, alsof ik werkelijk geloofde dat Hij bestond.
In de kibboets was een ‘ulpan’, een school waar nieuwe immigranten Hebreeuws studeerden. Op een dag zond God een ‘engel’ daarheen. Een engel uit Zuid-Korea, die daar kwam om te studeren. Ik prijs de Heere daarvoor.”
“In haar ogen zag ik iets bijzonders, waarvan ik mij afvroeg wat het was. Dat kende ik niet. Eindelijk had ik de moed het haar te vragen. Toen vertelde ze over het Nieuwe Testament dat ze aan het lezen was. ‘Dat moet je ook doen’, zei ze, ‘dan zul je het ook ontdekken’.
Maar ik wist niet wat een Nieuwe Testament was, daar had ik nog nooit over gehoord. Toch kreeg ik er één te pakken. Eerst zocht ik de laatste pagina van het Oude Testament op en sloeg de pagina om, naar het Nieuwe Testament. Daar zag ik het Evangelie naar Mattheüs, in het Hebreeuws!”
‘Mesjogge’
“Ik aarzelde of ik het wel zou gaan lezen. Ik wist dat je in het Nieuwe Testament kon lezen hoe je Joden kon doden, dat was mij verteld. En ik dacht dat de Paus het Nieuwe Testament had geschreven.
Toch besloot ik verder te lezen. En tot mijn verrassing startte het Nieuwe Testament met het geslachtsregister van iemand die Yeshua werd genoemd, de nakomeling van Abraham en David. Het klonk heel Israëlisch, heel Joods. Ik las verder, ik kan niet anders zeggen dan dat ik overtuigd raakte dat ik de waarheid las en dat ik het geloofde.
Ik proefde de oprechtheid waarop over Yeshua werd geschreven, over Hem, Die opstond uit de dood. De schrijvers geloofden het echt en ook ik geloofde het. Misschien was het wel voor het eerst in mijn leven dat ik iets las waarvan ik wist dat het de waarheid was.”
“Tegelijk wist ik dat mijn moeder zou zeggen dat ik ‘mesjogge’ was, gek. En iemand anders van de kibboets zou zeggen dat ze gefaald had in haar onderwijs aan mij. Maar ik geloofde wat in het Nieuwe Testament over Yeshua werd gezegd. Ik geloofde dat het de waarheid was. Dat was genade van God dat ik het geloofde. En Hij leidde het zo dat ik later met die Koreaanse vrouw ben getrouwd, die besloot in Israël te blijven, bij mij.”
Eeuwige leven
“Er was nog iets. Twee keer per week ging ik voor religieuze studie naar de yeshiva (Talmoedschool). Daar hoorde ik totaal iets anders dan wat ik zelf in het Joodse Nieuwe Testament las. Slechts één van beide kon de waarheid zijn. Na een jaar werd het me steeds duidelijker. Ik had geen enkele twijfel meer. Er was slechts één weg, één waarheid, één echt Nieuwe Testament, vervuld in Yeshua. Hij is de vervulling van het Oude Testament.
Ik raakte steeds meer overweldigd door het geschenk dat ik van Hem had ontvangen: het eeuwige leven. Ik mag Hem danken voor mijn redding en verlossing. Niemand kan dat ooit meer van mij afnemen.”
Mottel Baleston
Ongeveer tegelijkertijd hoorde ik het getuigenis van een andere Joodse man, Mottel Baleston, die eveneens de Heere Jezus als zijn Redder en Verlosser leerde kennen. Ook toen hij tot geloof kwam, was er blijdschap in de hemel.
“Ik geloofde dat de Joden hun eigen Bijbel hebben en de christenen ook. De enige christenen die ik kende, waren Italiaanse rooms-katholieken. De ontdekking dat Jezus een Jood is, was een schok voor mij. Ik kon aanvankelijk ook niet geloven dat het Nieuwe Testament was geschreven door Joden.
Mijn grootouders hadden mij verteld dat het Nieuwe Testament beschreef hoe je Joden kunt vervolgen.
Maar toen ik de moed had verzameld zelf het Nieuwe Testament te lezen, was het eerste wat ik las het geslachtsregister van Jezus, de Messias, de Zoon van David, de Zoon van Abraham. Dit waren alle drie Joden. Ik was geschokt. Ik las het verhaal van een Joodse Man, geboren in een Joods dorp, die op een dag een Joodse synagoge binnenliep en vertelde dat Hij de Messias was.”
Adembenemend
“Hoe meer ik de woorden van Jezus las, hoe meer ik me tot Hem aangetrokken voelde. Nergens in ‘mijn Bijbel’ had ik zoiets moois gelezen. Toen ik tot geloof in Yeshua, Jezus de Messias, kwam, was het duidelijk het meest Joodse dat ik kon doen. Hij is geen overloper, geen verrader, zoals ik had geleerd, maar Hij is Degene Die is beloofd in onze Bijbel.
Het 53e hoofdstuk van Jesaja vind ik adembenemend. Als je alleen dat hoofdstuk zou lezen, zou je al zeggen: ‘Dat is een soort christelijke Bijbel, dit gaat over Jezus.’ Als je je dan realiseert dat dit hoofdstuk in het midden van onze Joodse Bijbel is… daar word je toch stil van.” Sceptisch “Toen ik tot geloof was gekomen, durfde ik het eerst niet aan mijn vader te vertellen. Ik wachtte daar maanden mee en toen ik het hem uiteindelijk vertelde, was hij erg sceptisch. Toch begon hij zelf ook over Jezus te lezen. Anderhalf jaar later vertelde ik hem dat de schrijver van één van de boeken over Jezus die hij had gelezen, binnenkort een lezing zou geven. Daar wilde hij graag naartoe. We zijn samen gegaan.
Eén van de meest bijzondere momenten in mijn leven was toen die schrijver vroeg: ‘Wil iedereen die een Joodse gelovige in Jezus is, zijn hand opsteken.’ Ik stak mijn hand omhoog. En ik zag dat ook mijn vader zijn hand omhoog stak.
Ik keek naar hem en zei: ‘Pap, hij zei niet dat alle Joden hun hand moesten opsteken, maar dat allen die in Jezus geloven, hun hand moeten opsteken’. Waarop mijn vader reageerde: ‘Ik hoorde wat hij zei’.”
Twee getuigenissen, die gemakkelijk met velen zouden kunnen worden aangevuld. God is aan het werk onder Zijn volk. Bid alstublieft mee voor de verspreiding van het Evangelie onder het Joodse volk. Ook voor Joodse mensen is het geloof in Yeshua, de Heere Jezus, de Messias de enige weg tot behoud en eeuwig leven.
Dirk van Genderen