Evangeliseren in Israël?
Op doordeweekse avonden verzorg ik regelmatig Bijbelstudies, lezingen en spreekbeurten. Vaak ben ik dan eerst een uur aan het woord, waarna een pauze volgt. Daarna geef ik soms gelegenheid om te reageren met vragen of opmerkingen. Onlangs sprak ik ergens over het thema ‘Waarom christenen iets met Israël hebben.’
Een zorgvuldige bestudering van Efeziërs 2 leert ons dat het bijzondere van de Gemeente van Jezus Christus is, dat Joden en heidenen in eenheid met elkaar optrekken. We zijn geroepen tot één lichaam en een lichaam wordt gekenmerkt door eenheid in verscheidenheid. Efeziërs 2 leert ons dat wij als heidenen ver weg waren, dat we vervreemd waren van God omdat we niet bij Israël hoorden. Door Christus zijn wij dichtbij gekomen. Efeziërs 2 impliceert een beweging van heidenen richting Israël. Veel christenen konden en kunnen alleen maar denken aan een beweging van ongelovige Joden richting een heidense kerk. Maar zowel Efeziërs 2 als Romeinen 11 leren een beweging in de tegenovergestelde richting.
Antisemitisch christendom
Al vroeg in het christendom, nadat het de staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk en later het Byzantijnse Rijk was geworden, werden Joden verplicht het Jood zijn af te zweren en christen te worden. Op veel plaatsen werden zij verplicht zich te laten dopen, anders werden ze gedood.
Hiermee is het christendom radicaal ingegaan tegen wat Paulus schrijft in Romeinen 11 aan de niet-Joden (die op een gegeven moment ook tot geloof in Jezus begonnen te komen, nadat eerst vele tienduizenden Joden Hem waren gaan belijden als de Messias van Israël): beroem u niet ten opzichte van Israël!
Het christendom vergat dat er een wortel is die haar draagt en ging geloven dat zijzelf de wortel was geworden. De kerk vergat de betekenis van de woorden van Jezus: Het heil is uit de Joden. Het christendom verloor het zicht op haar eenheid met Israël en is zich willens en wetens gaan afsnijden van haar Joodse wortels en werd antisemitisch.
Wilt u ons vermoorden?
Na de pauze stelde iemand de vraag hoe het zit met evangeliseren in Israël. De mevrouw die deze vraag stelde was erg bezorgd omdat liefde voor Israël ertoe zou leiden dat wij hun het evangelie zouden onthouden. Voordat ik zelf op haar vraag inging was er een man uit de zaal die wilde reageren op haar vraag. Hij kwam uit Antwerpen en woonde al zijn leven lang dichtbij de vele (orthodoxe) Joden die daar ook wonen. Drie jaar lang had hij geëvangeliseerd onder de Joden in zijn omgeving. Hij probeerde met hen te praten en deelde christelijke traktaten uit. Maar hij was er mee gestopt. De reacties waren elke keer uiterst negatief en afwijzend. Een keer gaf hij een traktaat aan een Joodse man. Deze keek er even naar, begreep dat het ging om een poging om van hem een christen te maken, en reageerde toen geschokt: “Maar meneer, wilt u ons dan ook vermoorden?”
De opmars van de islam, een zegen
Die uitspraak zult u niet kunnen begrijpen als u niets weet van de geschiedenis. Maar wie zich verdiept in de geschiedenis van de Joden vanaf het begin van onze jaartelling zal deze uitspraak wel gaan begrijpen. Momenteel lees ik het boek van Werner Keller …En zij werden verstrooid onder alle volken. De auteur behandelt op meesterlijke wijze de geschiedenis van het Joodse volk sinds de tijd van de Bijbel. Zeer schokkende dingen treffen wij daar aan over hoe de christelijke kerk de Joden al van vroeg af aan is gaan beschouwen en behandelen. Laat me een detail met u delen wat mij bijzonder trof.
In de zevende eeuw verscheen de islam op het toneel. Mohammed leefde eind zesde, begin zevende eeuw. Kort na zijn dood veroverde zijn volgelingen niet alleen Arabië, de bakermat van deze nieuwe godsdienst, maar zo’n beetje het hele Midden-Oosten (waaronder Palestina, Babylonië, Perzië), het christelijke Byzantijnse Rijk (o.a. het huidige Turkije), Noord-Afrika (van Egypte tot Tunesië) en zelfs delen van Europa, zoals Spanje. In het thuisland van Mohammed zijn veel Joden gedood en moesten alle Joden het land verlaten.
U zult wel denken, wat een ramp, ook voor de Joden die in al die andere gebieden leefden waar het islamitisch kalifaat nu was gevestigd. Maar dat is helemaal niet waar. Integendeel, de Joden haalden opgelucht adem! Bijna overal kregen ze meer rechten, meer vrijheden en meer mogelijkheden hun godsdienst vorm te geven dan ze onder christelijke heerschappij hadden gekregen. Bijvoorbeeld, kalief Omar (een kalief is een soort islamitisch opperhoofd) veroverde Jeruzalem op de Byzantijnen. Onmiddellijk werd door hem de eeuwenoude, strenge beperking voor de Joden opgeheven: zij mochten Jeruzalem weer betreden en er weer gaan wonen. Ook mochten ze onder de moslims ongestoord op de heilige plaatsen hun godsdienst uitoefenen, tot grote ergernis van de christenen. Vanaf 135 na Christus (tijd van de Romeinen) was het Joden verboden in Jeruzalem te zijn en de christenen hebben dat eeuwenlang zo gehandhaafd. Voordat moslims hun heiligdommen op de tempelberg hebben gebouwd (eind zevende eeuw) hadden de christenen op de plek van de tempel een kerk gebouwd.
De verovering van de christelijke wereld door de moslims was goed nieuws voor de Joden. Op veel plaatsen in de diaspora begonnen de Joodse gemeenten weer op te bloeien, kregen zij weer veel meer kansen om carrières na te volgen en mochten zij hun geloof weer vrij beleven en belijden. Toen in latere tijden de christenen weer gebieden terug veroverden op de moslims – denk ook aan de verschrikkelijke periode van de kruistochten – betekende dit opnieuw een enorme mate van discriminatie, onderdrukking en verdrijving van de Joden, tot en met de meest walgelijke moordpartijen op de Joden in heel Europa en in het ‘bevrijde’ Palestina. Het meest hadden de Joden te vrezen voor de christelijk religieuze leiders, nog meer dan voor politieke machthebbers. De christelijke bisschoppen en pausen riepen de kruisvaarders op om, op weg naar het Heilige Land, overal waar ze Joden tegenkwamen, deze te doden.
Nu begrijpen we iets meer van de reactie van de Joodse man uit Antwerpen. U wilt mij christen maken? Wilt u mij dan ook doden?
Er is geen onderscheid
Evangeliseren in Israël? Dat ligt daarom natuurlijk wel een beetje gevoelig. Joden wereldwijd kennen hun eigen geschiedenis. Want meer onderlegde Joden kennen natuurlijk ook de geschiedenis van de relatie tussen de christelijke wereld en de Joden. Denk daarbij ook aan de holocaust van de vorige eeuw, die in het zogenaamd ‘christelijke Europa’ heeft plaatsgevonden. Dan is het op zijn minst logisch dat zij niet openstaan voor het christelijk geloof. Vanuit historisch oogpunt zullen zij meer open staan voor de islam.
Wij geloven dat ook Joden het evangelie nodig hebben en dat er maar één Naam gegeven is onder de hemel waardoor mensen behouden worden. Er is geen onderscheid, allen hebben gezondigd. Zowel Jood als niet-Jood wordt alleen behouden uit genade door geloof. Maar we moeten daarbij waken voor een ongezonde bekeringsdrang. Met zo’n houding gaan we ook niet om met onze ongelovige buren, collega’s of familieleden. Als wij hen voornamelijk benaderen om hen voor ons geloof te winnen, dan stoten wij hen van ons af. Beter kunnen we proberen lief te hebben, relatie te leggen en een goed voorbeeld te zijn. Daarbij kunnen we getuigen van ons geloof in Jezus en uitleggen dat we liefhebben en goed willen doen omdat we Jezus willen volgen. Dan kan het zijn dat anderen geïnteresseerd raken in ons geloof omdat ze jaloers worden op onze manier van leven, waardoor we meer kunnen vertellen over de Heere Jezus en waarom wij in Hem geloven. Maar daarvoor is er wel een bepaalde relatie nodig.
Bouwen aan bruggen van liefde
Gezien de verschrikkelijke houding die het christendom eeuwenlang heeft gehad richting het Joodse volk is die relatie bepaald niet een vanzelfsprekendheid. Van daaruit pleiten velen voor een voorzichtige, nederige en respectvolle houding jegens het volk Israël. Trouwens, Paulus pleit daar ook voor in zijn brieven, op die plekken waar hij in het bijzonder tot de heidenen schrijft. Het betekent niet dat we daarmee geloven in een zogenaamde tweewegenleer, of dat iedere Jood behouden is omdat hij of zij een Jood is. Dat geloofden Mozes en de profeten niet, dat leerde Jezus ook niet en dat is natuurlijk niet te rijmen met de brieven van Paulus. Het is genade alleen, het is Christus alleen en het is Soli Deo Gloria.
Wie er door Hem behouden zijn laten we aan Hem over, wij mogen niet plaatsnemen op de rechterstoel van God. Maar van het begin van de mensheid, tot op de laatste mens die behouden zal worden, zullen mensen alleen gerechtvaardigd worden door geloof, op grond van het volbrachte werk van de Messias.
Het betekent ook niet dat we het evangelie aan Israël willen onthouden. Met alles wat we doen willen we heenwijzen naar onze Heer en Heiland, Jezus Christus. Maar als het gaat om het Joodse volk is het in het bijzonder nodig dat we door onze liefde laten blijken dat we willen bouwen aan het herstel van de relatie met Israël. We moeten als christenen zelf tot bekering komen, namelijk van onze hoogmoed ten opzichte Israël. We bouwen aan bruggen van liefde, omdat we lezen in de Bijbel dat Jezus kwam om verzoening te brengen, in het bijzonder tussen Joden en heidenen.
Oscar Lohuis
Een zorgvuldige bestudering van Efeziërs 2 leert ons dat het bijzondere van de Gemeente van Jezus Christus is, dat Joden en heidenen in eenheid met elkaar optrekken. We zijn geroepen tot één lichaam en een lichaam wordt gekenmerkt door eenheid in verscheidenheid. Efeziërs 2 leert ons dat wij als heidenen ver weg waren, dat we vervreemd waren van God omdat we niet bij Israël hoorden. Door Christus zijn wij dichtbij gekomen. Efeziërs 2 impliceert een beweging van heidenen richting Israël. Veel christenen konden en kunnen alleen maar denken aan een beweging van ongelovige Joden richting een heidense kerk. Maar zowel Efeziërs 2 als Romeinen 11 leren een beweging in de tegenovergestelde richting.
Antisemitisch christendom
Al vroeg in het christendom, nadat het de staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk en later het Byzantijnse Rijk was geworden, werden Joden verplicht het Jood zijn af te zweren en christen te worden. Op veel plaatsen werden zij verplicht zich te laten dopen, anders werden ze gedood.
Hiermee is het christendom radicaal ingegaan tegen wat Paulus schrijft in Romeinen 11 aan de niet-Joden (die op een gegeven moment ook tot geloof in Jezus begonnen te komen, nadat eerst vele tienduizenden Joden Hem waren gaan belijden als de Messias van Israël): beroem u niet ten opzichte van Israël!
Het christendom vergat dat er een wortel is die haar draagt en ging geloven dat zijzelf de wortel was geworden. De kerk vergat de betekenis van de woorden van Jezus: Het heil is uit de Joden. Het christendom verloor het zicht op haar eenheid met Israël en is zich willens en wetens gaan afsnijden van haar Joodse wortels en werd antisemitisch.
Wilt u ons vermoorden?
Na de pauze stelde iemand de vraag hoe het zit met evangeliseren in Israël. De mevrouw die deze vraag stelde was erg bezorgd omdat liefde voor Israël ertoe zou leiden dat wij hun het evangelie zouden onthouden. Voordat ik zelf op haar vraag inging was er een man uit de zaal die wilde reageren op haar vraag. Hij kwam uit Antwerpen en woonde al zijn leven lang dichtbij de vele (orthodoxe) Joden die daar ook wonen. Drie jaar lang had hij geëvangeliseerd onder de Joden in zijn omgeving. Hij probeerde met hen te praten en deelde christelijke traktaten uit. Maar hij was er mee gestopt. De reacties waren elke keer uiterst negatief en afwijzend. Een keer gaf hij een traktaat aan een Joodse man. Deze keek er even naar, begreep dat het ging om een poging om van hem een christen te maken, en reageerde toen geschokt: “Maar meneer, wilt u ons dan ook vermoorden?”
De opmars van de islam, een zegen
Die uitspraak zult u niet kunnen begrijpen als u niets weet van de geschiedenis. Maar wie zich verdiept in de geschiedenis van de Joden vanaf het begin van onze jaartelling zal deze uitspraak wel gaan begrijpen. Momenteel lees ik het boek van Werner Keller …En zij werden verstrooid onder alle volken. De auteur behandelt op meesterlijke wijze de geschiedenis van het Joodse volk sinds de tijd van de Bijbel. Zeer schokkende dingen treffen wij daar aan over hoe de christelijke kerk de Joden al van vroeg af aan is gaan beschouwen en behandelen. Laat me een detail met u delen wat mij bijzonder trof.
In de zevende eeuw verscheen de islam op het toneel. Mohammed leefde eind zesde, begin zevende eeuw. Kort na zijn dood veroverde zijn volgelingen niet alleen Arabië, de bakermat van deze nieuwe godsdienst, maar zo’n beetje het hele Midden-Oosten (waaronder Palestina, Babylonië, Perzië), het christelijke Byzantijnse Rijk (o.a. het huidige Turkije), Noord-Afrika (van Egypte tot Tunesië) en zelfs delen van Europa, zoals Spanje. In het thuisland van Mohammed zijn veel Joden gedood en moesten alle Joden het land verlaten.
U zult wel denken, wat een ramp, ook voor de Joden die in al die andere gebieden leefden waar het islamitisch kalifaat nu was gevestigd. Maar dat is helemaal niet waar. Integendeel, de Joden haalden opgelucht adem! Bijna overal kregen ze meer rechten, meer vrijheden en meer mogelijkheden hun godsdienst vorm te geven dan ze onder christelijke heerschappij hadden gekregen. Bijvoorbeeld, kalief Omar (een kalief is een soort islamitisch opperhoofd) veroverde Jeruzalem op de Byzantijnen. Onmiddellijk werd door hem de eeuwenoude, strenge beperking voor de Joden opgeheven: zij mochten Jeruzalem weer betreden en er weer gaan wonen. Ook mochten ze onder de moslims ongestoord op de heilige plaatsen hun godsdienst uitoefenen, tot grote ergernis van de christenen. Vanaf 135 na Christus (tijd van de Romeinen) was het Joden verboden in Jeruzalem te zijn en de christenen hebben dat eeuwenlang zo gehandhaafd. Voordat moslims hun heiligdommen op de tempelberg hebben gebouwd (eind zevende eeuw) hadden de christenen op de plek van de tempel een kerk gebouwd.
De verovering van de christelijke wereld door de moslims was goed nieuws voor de Joden. Op veel plaatsen in de diaspora begonnen de Joodse gemeenten weer op te bloeien, kregen zij weer veel meer kansen om carrières na te volgen en mochten zij hun geloof weer vrij beleven en belijden. Toen in latere tijden de christenen weer gebieden terug veroverden op de moslims – denk ook aan de verschrikkelijke periode van de kruistochten – betekende dit opnieuw een enorme mate van discriminatie, onderdrukking en verdrijving van de Joden, tot en met de meest walgelijke moordpartijen op de Joden in heel Europa en in het ‘bevrijde’ Palestina. Het meest hadden de Joden te vrezen voor de christelijk religieuze leiders, nog meer dan voor politieke machthebbers. De christelijke bisschoppen en pausen riepen de kruisvaarders op om, op weg naar het Heilige Land, overal waar ze Joden tegenkwamen, deze te doden.
Nu begrijpen we iets meer van de reactie van de Joodse man uit Antwerpen. U wilt mij christen maken? Wilt u mij dan ook doden?
Er is geen onderscheid
Evangeliseren in Israël? Dat ligt daarom natuurlijk wel een beetje gevoelig. Joden wereldwijd kennen hun eigen geschiedenis. Want meer onderlegde Joden kennen natuurlijk ook de geschiedenis van de relatie tussen de christelijke wereld en de Joden. Denk daarbij ook aan de holocaust van de vorige eeuw, die in het zogenaamd ‘christelijke Europa’ heeft plaatsgevonden. Dan is het op zijn minst logisch dat zij niet openstaan voor het christelijk geloof. Vanuit historisch oogpunt zullen zij meer open staan voor de islam.
Wij geloven dat ook Joden het evangelie nodig hebben en dat er maar één Naam gegeven is onder de hemel waardoor mensen behouden worden. Er is geen onderscheid, allen hebben gezondigd. Zowel Jood als niet-Jood wordt alleen behouden uit genade door geloof. Maar we moeten daarbij waken voor een ongezonde bekeringsdrang. Met zo’n houding gaan we ook niet om met onze ongelovige buren, collega’s of familieleden. Als wij hen voornamelijk benaderen om hen voor ons geloof te winnen, dan stoten wij hen van ons af. Beter kunnen we proberen lief te hebben, relatie te leggen en een goed voorbeeld te zijn. Daarbij kunnen we getuigen van ons geloof in Jezus en uitleggen dat we liefhebben en goed willen doen omdat we Jezus willen volgen. Dan kan het zijn dat anderen geïnteresseerd raken in ons geloof omdat ze jaloers worden op onze manier van leven, waardoor we meer kunnen vertellen over de Heere Jezus en waarom wij in Hem geloven. Maar daarvoor is er wel een bepaalde relatie nodig.
Bouwen aan bruggen van liefde
Gezien de verschrikkelijke houding die het christendom eeuwenlang heeft gehad richting het Joodse volk is die relatie bepaald niet een vanzelfsprekendheid. Van daaruit pleiten velen voor een voorzichtige, nederige en respectvolle houding jegens het volk Israël. Trouwens, Paulus pleit daar ook voor in zijn brieven, op die plekken waar hij in het bijzonder tot de heidenen schrijft. Het betekent niet dat we daarmee geloven in een zogenaamde tweewegenleer, of dat iedere Jood behouden is omdat hij of zij een Jood is. Dat geloofden Mozes en de profeten niet, dat leerde Jezus ook niet en dat is natuurlijk niet te rijmen met de brieven van Paulus. Het is genade alleen, het is Christus alleen en het is Soli Deo Gloria.
Wie er door Hem behouden zijn laten we aan Hem over, wij mogen niet plaatsnemen op de rechterstoel van God. Maar van het begin van de mensheid, tot op de laatste mens die behouden zal worden, zullen mensen alleen gerechtvaardigd worden door geloof, op grond van het volbrachte werk van de Messias.
Het betekent ook niet dat we het evangelie aan Israël willen onthouden. Met alles wat we doen willen we heenwijzen naar onze Heer en Heiland, Jezus Christus. Maar als het gaat om het Joodse volk is het in het bijzonder nodig dat we door onze liefde laten blijken dat we willen bouwen aan het herstel van de relatie met Israël. We moeten als christenen zelf tot bekering komen, namelijk van onze hoogmoed ten opzichte Israël. We bouwen aan bruggen van liefde, omdat we lezen in de Bijbel dat Jezus kwam om verzoening te brengen, in het bijzonder tussen Joden en heidenen.
Oscar Lohuis