Evangelie op de Dam
‘Bedrieg elkaar niet, nu u de oude mens en zijn leefwijze afgelegd hebt en de nieuwe mens hebt aangetrokken, die steeds vernieuwd wordt naar het beeld van zijn schepper en zo tot inzicht komt. Omdat God u heeft uitgekozen, omdat u zijn heiligen bent en hij u liefheeft, moet u zich kleden in innig medeleven, in goedheid, bescheidenheid, zachtmoedigheid en geduld. Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven. En bovenal, kleed u in de liefde, dat is de band die u tot een volmaakte eenheid maakt’ (Kolossenzen 3:9,10,12-14).
Misschien hebt u onlangs de foto in de krant zien staan van een paar honderd predikanten van de Protestantse Kerk in Nederland, die in Amsterdam samengekomen waren voor een predikantenconferentie naar aanleiding van 10 jaar PKN. De foto met daarop de meeste predikanten in toga trok nogal wat aandacht in de media en tegelijk was er ook de nodige discussie aan voorafgegaan of deze foto niet uitgelegd kon worden als een modeshow van toga’s waar menig modern mens fronsend of lacherig aan voorbij zou gaan.
Kerk als drager van woorden van hoop
Presenteerde de kerk zich hiermee niet teveel als een overblijfsel uit het verleden, dat haaks zou staan op het moderne levensgevoel? Of was het juist mooi dat de voorgangers in hun liturgisch gewaad, dat vooral binnenkerkelijk gebruikt en bedoeld is, zich nu zo openlijk op de Dam lieten zien, midden in de samenleving met voorbijlopende toeristen en rinkelende trams.
Het laat ook maar eens zien dat er verschillend gedacht wordt over de vraag hoe je als kerk vandaag het beste je getuigenis kunt en moet geven. In de jubileumdienst die eerder die maand in aanwezigheid van onze koning en koningin werd gehouden, werd juist de muzikale wens en bede uitgesproken dat de kerk in deze wereld, waarin zoveel gebeurt, de plek mag zijn waarin woorden van hoop gesproken worden en dat van daaruit die boodschap van hoop uitgedragen wordt aan Nederland! Een opdracht die we vanuit de kerken inderdaad ons telkens ter harte dienen te nemen!
Meer dan een modeshow
Natuurlijk is dat getuigenis van het evangelie meer dan een modeshow van toga’s op de Dam. In onze traditie zijn we niet zo van de toga’s, maar regelmatig verzucht mijn vrouw bij het strijken van de broek van mijn zondagse (preek)kostuum: “Waarom draag je eigenlijk geen toga?” (Ik hoor sommigen terecht al denken: ‘en waarom strijk je je eigen broek niet….?’ Laat ik het erop houden dat dat met ‘talentverdeling’ te maken heeft.) Toch vond ik het wel een indrukwekkend ‘plaatje’, waarbij ik me ook wel voor kan stellen dat vele niet-kerkgangers bij het zien van zo’n groep mannen en vrouwen in jurken niet meteen gedacht zullen hebben aan liturgische gewaden.
Nu wil het ‘toeval’ dat ik in diezelfde tijd door een zakenrelatie werd uitgenodigd op een echte modeshow in Amsterdam waar nogal wat bekende Nederlanders waren, waaronder drie heuse prinsessen. Ik was nog nooit bij zoiets geweest en ach, soms moet je eens dingen doen die anders dan anders zijn. En ik kan niet anders zeggen dat het een meer dan indrukwekkende avond was, waarin mensen mooier, vaak nog mooier dan ze al waren, werden gemaakt.
Vanuit een soort beroepsdeformatie en tevens om mijn aanwezigheid enigszins te rechtvaardigen, moest ik denken aan de geschiedenis van Esther, die ook middels een soort modeshow indertijd koningin van Perzië was geworden en zo haar Joodse volksgenoten kon redden van de ondergang. Toch, zelfs ook deze geschiedenis geeft de kerk niet meteen de opdracht tot het houden van modeshows. Het gaat immers niet om het showen van wie we als kerk zijn, het gaat niet om de buitenkant van de kerk, maar om de inhoud natuurlijk. Waarbij we overigens wat mij betreft de uiterlijke presentatie van de kerk en wie we zijn ook niet moeten verwaarlozen, in het bescheiden besef dat ook in de kerk niet elk plooitje glad te strijken is en we mogen leven van Gods genade.
Geen modeshow: wel nieuw gekleed
Maar bij het zien van mijn PKN-collega’s op de Dam moest ik vooral aan een andere Dam-ervaring denken, van jaren geleden. Indertijd kwam in onze gemeente een drugsverslaafde op bezoek, hij was een grote dealer in zijn omgeving, maar hij was getroffen door een EO-uitzending van br. Feike ter Velde. Hij had gezien dat de Here Jezus voor een ommekeer kon zorgen in je leven. Hij zat samen met zijn vrouw achterin de kerk, lange haren en zeker geen ‘allezondagse’ kleding met een plooi in de broek en zijn vrouw droeg geen kleding die ze op een modeshow gekocht had. Ze werden trouwe kerkgangers en nog belangrijker volgelingen van Jezus, met vallen en opstaan. Op eerste paasdag zijn ze samen gedoopt en beleden ze dat ze een nieuw kleed hadden aangetrokken van liefde en genade. De oude mens hadden ze afgelegd en waren een nieuw leven begonnen in navolging van hun Heer. Ze hadden zelfs letterlijk hun oude lp’s door midden gebroken om niet in de verleiding te komen van de drugs en de oude donkere wereld.
Lang duurde die aardse reis voor hem helaas niet. Kort na zijn bekering werd hij ernstig ziek en de Heer nam hem op jonge leeftijd op in Zijn Vaderhuis. Maar kort daarvoor had ik met hem op de Dam gestaan voor de EO-microfoon. We hadden opvangcentra voor drugsverslaafden bezocht. Maar op de Dam kreeg hij de kriebels, er waren jongeren op hem af gekomen met de vraag of hij (nog) drugs verkocht, wat al lange tijd niet zo meer was! “Ik wil hier weg,” hoorde ik hem zeggen, het oude leven botste met het licht dat hij in Christus gevonden had.
Toch was de Dam voor hem een baken van hoop geworden en dat oude leven kreeg definitief geen vat op zijn nieuwe kleren van de nieuwe mens die hij in Christus geworden was. Het was de mooiste ‘modeshow’ die ik ooit beleefd had! Wat zou het mooi zijn als we vanuit de kerken, misschien ooit nog eens vanuit nog meer eenheid!? anno 2014 ertoe mogen bijdragen dat velen gekleed zullen gaan in het nieuwe kleed van Christus! Laten we dat kleed van liefde en onderlinge eenheid maar meer en meer laten zien: op de Dam, al of niet in toga, en waar dan ook in ons alledaagse kloffie!
Met vriendelijke groet,
Paul Prijt
Misschien hebt u onlangs de foto in de krant zien staan van een paar honderd predikanten van de Protestantse Kerk in Nederland, die in Amsterdam samengekomen waren voor een predikantenconferentie naar aanleiding van 10 jaar PKN. De foto met daarop de meeste predikanten in toga trok nogal wat aandacht in de media en tegelijk was er ook de nodige discussie aan voorafgegaan of deze foto niet uitgelegd kon worden als een modeshow van toga’s waar menig modern mens fronsend of lacherig aan voorbij zou gaan.
Kerk als drager van woorden van hoop
Presenteerde de kerk zich hiermee niet teveel als een overblijfsel uit het verleden, dat haaks zou staan op het moderne levensgevoel? Of was het juist mooi dat de voorgangers in hun liturgisch gewaad, dat vooral binnenkerkelijk gebruikt en bedoeld is, zich nu zo openlijk op de Dam lieten zien, midden in de samenleving met voorbijlopende toeristen en rinkelende trams.
Het laat ook maar eens zien dat er verschillend gedacht wordt over de vraag hoe je als kerk vandaag het beste je getuigenis kunt en moet geven. In de jubileumdienst die eerder die maand in aanwezigheid van onze koning en koningin werd gehouden, werd juist de muzikale wens en bede uitgesproken dat de kerk in deze wereld, waarin zoveel gebeurt, de plek mag zijn waarin woorden van hoop gesproken worden en dat van daaruit die boodschap van hoop uitgedragen wordt aan Nederland! Een opdracht die we vanuit de kerken inderdaad ons telkens ter harte dienen te nemen!
Meer dan een modeshow
Natuurlijk is dat getuigenis van het evangelie meer dan een modeshow van toga’s op de Dam. In onze traditie zijn we niet zo van de toga’s, maar regelmatig verzucht mijn vrouw bij het strijken van de broek van mijn zondagse (preek)kostuum: “Waarom draag je eigenlijk geen toga?” (Ik hoor sommigen terecht al denken: ‘en waarom strijk je je eigen broek niet….?’ Laat ik het erop houden dat dat met ‘talentverdeling’ te maken heeft.) Toch vond ik het wel een indrukwekkend ‘plaatje’, waarbij ik me ook wel voor kan stellen dat vele niet-kerkgangers bij het zien van zo’n groep mannen en vrouwen in jurken niet meteen gedacht zullen hebben aan liturgische gewaden.
Nu wil het ‘toeval’ dat ik in diezelfde tijd door een zakenrelatie werd uitgenodigd op een echte modeshow in Amsterdam waar nogal wat bekende Nederlanders waren, waaronder drie heuse prinsessen. Ik was nog nooit bij zoiets geweest en ach, soms moet je eens dingen doen die anders dan anders zijn. En ik kan niet anders zeggen dat het een meer dan indrukwekkende avond was, waarin mensen mooier, vaak nog mooier dan ze al waren, werden gemaakt.
Vanuit een soort beroepsdeformatie en tevens om mijn aanwezigheid enigszins te rechtvaardigen, moest ik denken aan de geschiedenis van Esther, die ook middels een soort modeshow indertijd koningin van Perzië was geworden en zo haar Joodse volksgenoten kon redden van de ondergang. Toch, zelfs ook deze geschiedenis geeft de kerk niet meteen de opdracht tot het houden van modeshows. Het gaat immers niet om het showen van wie we als kerk zijn, het gaat niet om de buitenkant van de kerk, maar om de inhoud natuurlijk. Waarbij we overigens wat mij betreft de uiterlijke presentatie van de kerk en wie we zijn ook niet moeten verwaarlozen, in het bescheiden besef dat ook in de kerk niet elk plooitje glad te strijken is en we mogen leven van Gods genade.
Geen modeshow: wel nieuw gekleed
Maar bij het zien van mijn PKN-collega’s op de Dam moest ik vooral aan een andere Dam-ervaring denken, van jaren geleden. Indertijd kwam in onze gemeente een drugsverslaafde op bezoek, hij was een grote dealer in zijn omgeving, maar hij was getroffen door een EO-uitzending van br. Feike ter Velde. Hij had gezien dat de Here Jezus voor een ommekeer kon zorgen in je leven. Hij zat samen met zijn vrouw achterin de kerk, lange haren en zeker geen ‘allezondagse’ kleding met een plooi in de broek en zijn vrouw droeg geen kleding die ze op een modeshow gekocht had. Ze werden trouwe kerkgangers en nog belangrijker volgelingen van Jezus, met vallen en opstaan. Op eerste paasdag zijn ze samen gedoopt en beleden ze dat ze een nieuw kleed hadden aangetrokken van liefde en genade. De oude mens hadden ze afgelegd en waren een nieuw leven begonnen in navolging van hun Heer. Ze hadden zelfs letterlijk hun oude lp’s door midden gebroken om niet in de verleiding te komen van de drugs en de oude donkere wereld.
Lang duurde die aardse reis voor hem helaas niet. Kort na zijn bekering werd hij ernstig ziek en de Heer nam hem op jonge leeftijd op in Zijn Vaderhuis. Maar kort daarvoor had ik met hem op de Dam gestaan voor de EO-microfoon. We hadden opvangcentra voor drugsverslaafden bezocht. Maar op de Dam kreeg hij de kriebels, er waren jongeren op hem af gekomen met de vraag of hij (nog) drugs verkocht, wat al lange tijd niet zo meer was! “Ik wil hier weg,” hoorde ik hem zeggen, het oude leven botste met het licht dat hij in Christus gevonden had.
Toch was de Dam voor hem een baken van hoop geworden en dat oude leven kreeg definitief geen vat op zijn nieuwe kleren van de nieuwe mens die hij in Christus geworden was. Het was de mooiste ‘modeshow’ die ik ooit beleefd had! Wat zou het mooi zijn als we vanuit de kerken, misschien ooit nog eens vanuit nog meer eenheid!? anno 2014 ertoe mogen bijdragen dat velen gekleed zullen gaan in het nieuwe kleed van Christus! Laten we dat kleed van liefde en onderlinge eenheid maar meer en meer laten zien: op de Dam, al of niet in toga, en waar dan ook in ons alledaagse kloffie!
Met vriendelijke groet,
Paul Prijt