Europa: wereldrijk in wording (2)
Volgens de Bijbel is er in de eindtijd een hoofdrol voor Europa weggelegd. Tijdens de zeventigste jaarweek zal het Romeinse Rijk het wereldtoneel opnieuw betreden. Het Imperium Romanum zal opnieuw verrijzen. Zo staat het geschreven, zo is het voorzegd. In het hedendaagse proces van eenwording van Europa beleven we waarschijnlijk de inleiding tot deze toekomstige herrijzenis.
Halverwege de zeventigste jaarweek – zo werd Johannes getoond – ‘zag ik uit de zee een beest opkomen, met zeven koppen en tien horens, en op zijn horens waren tien diademen, en op zijn koppen een godslasterlijke naam. En het beest dat ik zag, leek op een panter, en zijn poten waren als die van een beer, en zijn muil was als de muil van een leeuw’ (Openbaring 13:1-2a). De vraag is: Wat zag Johannes? Wat wordt er beschreven?
Een herleefd Romeins Rijk
Een vergelijking met Daniël 7 maakt dat duidelijk: Johannes zag zonder twijfel de opkomst van een wereldrijk. Of beter: de herrijzenis van een wereldrijk. Er staat immers: ‘En ik zag een van zijn koppen als dodelijk gewond1, maar zijn dodelijke wond werd genezen’ (13:3a). Bovendien zegt Openbaring 17:8a – waarmee duidelijk een tegenstelling wordt gecreëerd met God, die was en is en zal zijn – van hetzelfde rijk het volgende: ‘Het beest dat u gezien hebt, was en is niet; en het zal opkomen uit de afgrond…’ Halverwege de zeventigste jaarweek zal een in het verleden ondergegaan imperium opnieuw verrijzen. Een herleefd Romeins Rijk – zoals we vanuit Daniël immers hebben vastgesteld – zal het toekomstige wereldtoneel betreden.
Volgens een tweetal teksten – te weten 13:3b en 17:8b – wekt deze herrijzenis verbazing bij de ongelovigen: zij ‘zullen zich verwonderen als zij het beest zien, dat was en niet is, hoewel het er toch is.’ Immers, nooit eerder in de wereldgeschiedenis is een ooit machtig maar gevallen rijk in haar vroegere glorie herrezen.
Een duistere oorsprong
Wat wordt er verder van dat rijk meegedeeld? Met name één detail is belangwekkend, namelijk de oorsprong van haar macht. Normaliter geldt mijns inziens eveneens ten aanzien van koninkrijken wat geldt voor koningen: God ‘zet koningen af en stelt koningen aan’ (Daniël 2:21b). Echter, wat het herleefd Romeinse Rijk betreft, stelt het laatste Bijbelboek: ‘de draak’, oftewel de duivel, ‘gaf hem zijn kracht, zijn troon en grote macht’ (13:2b, 4a). Volgens hoofdstuk 17:8a ‘zal het opkomen uit de afgrond.’ Daarom ook wordt er vervolgens in één adem aan toegevoegd: ‘en naar het verderf gaan.’ Het is onmiskenbaar: Openbaring leert duidelijk een duistere – ja, duivelse – oorsprong van het herleefd Romeinse Rijk. Het is de duivel die het tot leven wekt.
Lastering en vervolging
Deze duivelse oorsprong zal tevens haar koers bepalen: het zal zich ongeremd tegen God verheffen. Het wordt overduidelijk en bovenal gekenmerkt door lastering van en verheffing tegen God. Immers, haar godslasterlijke karakter wordt meteen met de beschrijving van haar opkomst genoemd: ‘en op zijn koppen een godslasterlijke naam’ (13:1). Met andere woorden: meteen vanaf haar opkomst zal haar ware aard zich openbaren.
Vervolgens zal haar duivelse aard nog op een andere wijze tot uiting komen: het zal een hevige vervolging van de gelovigen ontketenen. Johannes schrijft: ‘En het beest werd macht gegeven om oorlog te voeren tegen de heiligen en hen te overwinnen…’ (13:7a). Deze woorden zijn duidelijk een echo van Daniël 7: ‘Ik had namelijk toegekeken,’ schrijft de profeet, ‘en gezien dat die horen oorlog voerde tegen de heiligen en dat hij hen overwon’ (vers 21). Overigens, met de genoemde hoorn wordt gedoeld op een menselijke heerser: de ‘keizer’ van het herleefde Romeinse Rijk. Zoals gewoonlijk wordt het gezicht van het rijk door haar heerser bepaald. Met andere woorden: het rijk weerspiegelt haar heerser, zeker bij dictatoriale regimes.
Armageddon…
Echter, deze heerser leidt het rijk – waarschijnlijk ongedacht, maar zeer zeker onbedoeld – naar haar ondergang. Na een korte bloeiperiode zal het voorgoed tenietgaan. Haar tijd is afgemeten: tweeënveertig maanden (13:5b), oftewel drieënhalf jaar. Met Armageddon wordt orde op zaken gesteld. De Romeinse heerschappij wordt voorgoed beëindigd. In Daniël 7:11b wordt deze dramatische gebeurtenis op indringende wijze beschreven: ‘Ik keek toe totdat het dier gedood werd en zijn lichaam vernietigd werd, en aan het laaiend vuur werd prijsgegeven.’ Het Romeinse Rijk zal vervolgens nooit opnieuw herrijzen. In tegendeel: veeleer zal het – volgens de uitleg van het visioen – plaatsmaken voor een ‘eeuwig koninkrijk’ (7:27b), het Koninkrijk van God.
Armageddon – een samentrekking van har en Megiddo – betekent: ‘hoogte neerhouwen’. Met deze benaming wordt meteen het gebeuren beschreven. Met Armageddon wordt namelijk de hoogmoed neergeslagen. Openbaring 16:14,16 profeteert over demonische geesten ‘die uitgaan naar de koningen van de aarde en van de hele wereld, om hen te verzamelen voor de oorlog van de grote dag van de almachtige God. En hij verzamelde hen op de plaats die in het Hebreeuws Armageddon wordt genoemd.’ Openbaring 19:19 vervolgt: ‘En ik zag het beest en de koningen van de aarde en hun legers bijeenverzameld om oorlog te voeren tegen Hem Die op het paard zat,’ waarmee Christus wordt aangeduid, ‘en tegen Zijn leger.’ Hoogmoediger kan het niet: zwakke schepselen denken zich te kunnen meten met God de Almachtige… Evenwel, de ontnuchterende uitkomst is onvermijdelijk: de Koning der koningen zal hen met Zijn terugkeer volkomen wegvagen. Openbaring 17:14a voorzegt: ‘het Lam – want Heere der heren is Hij en Koning der koningen – zal hen overwinnen.’ Spreuken 16:18 blijkt onverkort geldig gebleven: ‘Trots komt vóór de ondergang, en hoogmoed komt vóór de val.’
Van droom naar nachtmerrie
Totale oorlog. Armageddon. Uiteindelijk zal de door Europa gekoesterde droom – eindelijk bestendige vrede – op de ergst denkbare nachtmerrie uitlopen. Het herleefde Romeinse Rijk zal de volkeren in een gigantische wereldoorlog storten. Een oorlog die ze niet zal kunnen winnen. Het betreft namelijk een oorlog tegen God. Nee, de ontwikkelingen in Europa geven uiteindelijk geen reden tot juichen. Hoogstwaarschijnlijk is de tegenwoordige EU het voorstadium van het herleefde Romeinse Rijk. De eindstrijd van Armageddon lijkt langzaam maar zeker aan de horizon te verschijnen. Voorafgaand zal echter de opname van de gemeente plaatshebben. ‘Ik kom spoedig. Amen, Ja, kom, Heere Jezus!’ (Openbaring 22:20b).
Anton van de Haar
1 HSV: dodelijk gewond – Letterlijk: geslacht
Halverwege de zeventigste jaarweek – zo werd Johannes getoond – ‘zag ik uit de zee een beest opkomen, met zeven koppen en tien horens, en op zijn horens waren tien diademen, en op zijn koppen een godslasterlijke naam. En het beest dat ik zag, leek op een panter, en zijn poten waren als die van een beer, en zijn muil was als de muil van een leeuw’ (Openbaring 13:1-2a). De vraag is: Wat zag Johannes? Wat wordt er beschreven?
Een herleefd Romeins Rijk
Een vergelijking met Daniël 7 maakt dat duidelijk: Johannes zag zonder twijfel de opkomst van een wereldrijk. Of beter: de herrijzenis van een wereldrijk. Er staat immers: ‘En ik zag een van zijn koppen als dodelijk gewond1, maar zijn dodelijke wond werd genezen’ (13:3a). Bovendien zegt Openbaring 17:8a – waarmee duidelijk een tegenstelling wordt gecreëerd met God, die was en is en zal zijn – van hetzelfde rijk het volgende: ‘Het beest dat u gezien hebt, was en is niet; en het zal opkomen uit de afgrond…’ Halverwege de zeventigste jaarweek zal een in het verleden ondergegaan imperium opnieuw verrijzen. Een herleefd Romeins Rijk – zoals we vanuit Daniël immers hebben vastgesteld – zal het toekomstige wereldtoneel betreden.
Volgens een tweetal teksten – te weten 13:3b en 17:8b – wekt deze herrijzenis verbazing bij de ongelovigen: zij ‘zullen zich verwonderen als zij het beest zien, dat was en niet is, hoewel het er toch is.’ Immers, nooit eerder in de wereldgeschiedenis is een ooit machtig maar gevallen rijk in haar vroegere glorie herrezen.
Een duistere oorsprong
Wat wordt er verder van dat rijk meegedeeld? Met name één detail is belangwekkend, namelijk de oorsprong van haar macht. Normaliter geldt mijns inziens eveneens ten aanzien van koninkrijken wat geldt voor koningen: God ‘zet koningen af en stelt koningen aan’ (Daniël 2:21b). Echter, wat het herleefd Romeinse Rijk betreft, stelt het laatste Bijbelboek: ‘de draak’, oftewel de duivel, ‘gaf hem zijn kracht, zijn troon en grote macht’ (13:2b, 4a). Volgens hoofdstuk 17:8a ‘zal het opkomen uit de afgrond.’ Daarom ook wordt er vervolgens in één adem aan toegevoegd: ‘en naar het verderf gaan.’ Het is onmiskenbaar: Openbaring leert duidelijk een duistere – ja, duivelse – oorsprong van het herleefd Romeinse Rijk. Het is de duivel die het tot leven wekt.
Lastering en vervolging
Deze duivelse oorsprong zal tevens haar koers bepalen: het zal zich ongeremd tegen God verheffen. Het wordt overduidelijk en bovenal gekenmerkt door lastering van en verheffing tegen God. Immers, haar godslasterlijke karakter wordt meteen met de beschrijving van haar opkomst genoemd: ‘en op zijn koppen een godslasterlijke naam’ (13:1). Met andere woorden: meteen vanaf haar opkomst zal haar ware aard zich openbaren.
Vervolgens zal haar duivelse aard nog op een andere wijze tot uiting komen: het zal een hevige vervolging van de gelovigen ontketenen. Johannes schrijft: ‘En het beest werd macht gegeven om oorlog te voeren tegen de heiligen en hen te overwinnen…’ (13:7a). Deze woorden zijn duidelijk een echo van Daniël 7: ‘Ik had namelijk toegekeken,’ schrijft de profeet, ‘en gezien dat die horen oorlog voerde tegen de heiligen en dat hij hen overwon’ (vers 21). Overigens, met de genoemde hoorn wordt gedoeld op een menselijke heerser: de ‘keizer’ van het herleefde Romeinse Rijk. Zoals gewoonlijk wordt het gezicht van het rijk door haar heerser bepaald. Met andere woorden: het rijk weerspiegelt haar heerser, zeker bij dictatoriale regimes.
Armageddon…
Echter, deze heerser leidt het rijk – waarschijnlijk ongedacht, maar zeer zeker onbedoeld – naar haar ondergang. Na een korte bloeiperiode zal het voorgoed tenietgaan. Haar tijd is afgemeten: tweeënveertig maanden (13:5b), oftewel drieënhalf jaar. Met Armageddon wordt orde op zaken gesteld. De Romeinse heerschappij wordt voorgoed beëindigd. In Daniël 7:11b wordt deze dramatische gebeurtenis op indringende wijze beschreven: ‘Ik keek toe totdat het dier gedood werd en zijn lichaam vernietigd werd, en aan het laaiend vuur werd prijsgegeven.’ Het Romeinse Rijk zal vervolgens nooit opnieuw herrijzen. In tegendeel: veeleer zal het – volgens de uitleg van het visioen – plaatsmaken voor een ‘eeuwig koninkrijk’ (7:27b), het Koninkrijk van God.
Armageddon – een samentrekking van har en Megiddo – betekent: ‘hoogte neerhouwen’. Met deze benaming wordt meteen het gebeuren beschreven. Met Armageddon wordt namelijk de hoogmoed neergeslagen. Openbaring 16:14,16 profeteert over demonische geesten ‘die uitgaan naar de koningen van de aarde en van de hele wereld, om hen te verzamelen voor de oorlog van de grote dag van de almachtige God. En hij verzamelde hen op de plaats die in het Hebreeuws Armageddon wordt genoemd.’ Openbaring 19:19 vervolgt: ‘En ik zag het beest en de koningen van de aarde en hun legers bijeenverzameld om oorlog te voeren tegen Hem Die op het paard zat,’ waarmee Christus wordt aangeduid, ‘en tegen Zijn leger.’ Hoogmoediger kan het niet: zwakke schepselen denken zich te kunnen meten met God de Almachtige… Evenwel, de ontnuchterende uitkomst is onvermijdelijk: de Koning der koningen zal hen met Zijn terugkeer volkomen wegvagen. Openbaring 17:14a voorzegt: ‘het Lam – want Heere der heren is Hij en Koning der koningen – zal hen overwinnen.’ Spreuken 16:18 blijkt onverkort geldig gebleven: ‘Trots komt vóór de ondergang, en hoogmoed komt vóór de val.’
Van droom naar nachtmerrie
Totale oorlog. Armageddon. Uiteindelijk zal de door Europa gekoesterde droom – eindelijk bestendige vrede – op de ergst denkbare nachtmerrie uitlopen. Het herleefde Romeinse Rijk zal de volkeren in een gigantische wereldoorlog storten. Een oorlog die ze niet zal kunnen winnen. Het betreft namelijk een oorlog tegen God. Nee, de ontwikkelingen in Europa geven uiteindelijk geen reden tot juichen. Hoogstwaarschijnlijk is de tegenwoordige EU het voorstadium van het herleefde Romeinse Rijk. De eindstrijd van Armageddon lijkt langzaam maar zeker aan de horizon te verschijnen. Voorafgaand zal echter de opname van de gemeente plaatshebben. ‘Ik kom spoedig. Amen, Ja, kom, Heere Jezus!’ (Openbaring 22:20b).
Anton van de Haar
1 HSV: dodelijk gewond – Letterlijk: geslacht