Europa…

Feike ter Velde • 92 - 2016 • Uitgave: 9
over waarden en normen

Vooral als er over vluchtelingen gesproken wordt – zij die uit moslimlanden komen – moeten we het met ze hebben over ónze waarde en normen, zo vindt men. En dat is geen zinloos gesprek. Maar… over wélke dingen spreken we dan met ze? Wat zíjn onze Europese en Nederlandse waarden en normen eigenlijk? Zijn we zelf de weg niet kwijt op het gebied van de moraal en de normen die we gemeenschappelijk delen?
Tijd voor eerlijkheid. Over onszelf!


Moslims schrikken soms van de dingen die ze in ons land zien, op straat, op de televisie, in winkels en in etalages. Ook mensen uit Afrika krijgen niet zelden een cultuurschok als ze voor het eerst in Europa of in Nederland komen. Ik herinner mij een gast uit Kenya, die in ons land was om deel te nemen aan een conferentie. Hij logeerde in een hotel in het centrum van Amsterdam en was op vrijdagavond laat aangekomen. Hij was voor het eerst in het buitenland en keek met spanning uit naar wat hij allemaal zou meemaken.
Toen hij op zaterdagochtend zijn gordijnen opende en de deur naar het hotelbalkon opendeed – het was een stralende dag in het voorjaar – dacht hij dat hij droomde. Erger nog, hij dacht even zelfs dat hij in de hel was gekomen. Op de gracht langs zijn hotel voeren de boten van de gayparade langs, vol met naakte mannen die zich sensueel gedroegen. Snel deed hij de deur weer dicht om later opnieuw te kijken om zich te vergewissen of hij het wel goed had gezien. In die verwarring kwam hij die avond bij ons eten en vroeg wat dit was dat hij had gezien. Ik heb het hem zo goed mogelijk proberen uit te leggen en zei: “Welkom in Europa!” Nu wordt ook Afrika overspoeld met onze Westers immoraliteiten, maar toen was dat daar nog niet doorgedrongen.

Alles went
Wij zijn inmiddels al aan veel gewend geraakt. We kijken van de meest schunnige films of tv-programma’s niet meer op. Om nog maar niet eens van het internet te spreken. Regelmatig word ik de laatste tijd bestookt met e-mails van hoeren die zich aanbieden. Deze vrouwen gebruiken de grofste woorden om hun aantrekkelijkheid te bewijzen. Je klikt het weg en voorbij is het. Enkele jaren geleden zouden we nog ondersteboven zijn geweest van zoiets. Maar alles went, ook dit. Jongeren zeggen tegenwoordig heel gauw: Moet kunnen. Zij lijken helemaal nergens meer van op te kijken. Een website van een middelbare school over seksuele voorlichting – zo las ik in de krant – is binnen de kortste keren verworden tot een publieke pornosite.
De opsomming van snel groeiende immoraliteiten in ons volksleven is eindeloos groot. Samenvattend kunnen we zeggen dat het gebod geen kracht meer heeft. Gods geboden zijn al lange tijd geleden terzijde geschoven. Het absolute van het gebod bestaat voor de meeste mensen niet meer. De moet-kunnen-cultuur wordt als het hoogste goed gezien. Als een journalist toevallig een beetje doorvraagt naar het mantra van normen en waarden dan wordt bijna altijd hetzelfde lijstje opgesomd: het homohuwelijk, vrije abortus en euthanasie. En dat lijstje moeten we dan de moslim uit een islamitisch land voorhouden. Kijkt hij ’s avonds laat naar de televisie, waarin hoeren zich aanbieden, dan zal de opsomming van onze normen en waarden hem weinig of niets meer zeggen. We kijken dan verschrikt op als er dingen gebeuren als op het stationsplein van Keulen, waar vrouwen onzedelijk werden betast of bestolen door moslims. We waren er gauw klaar mee: het zijn de vluchtelingen. Dat bleek achteraf niet het geval. Het bleken moslims te zijn uit Noord-Afrika die al langere tijd in Duitsland woonden of zelfs daar waren geboren. Zij vinden de Westerse vrouwen zo immoreel dat ze meenden zo te kunnen handelen.

Uitgeholde waarden
De Franse revolutie zette de mens op de troon. Geen God en geen meester; Zijn geboden werden niet langer geduld. Met het verdwijnen van God uit de samenleving verdwijnen ook Zijn geboden. De wetteloosheid gaat regeren. Langzamerhand wordt dat steeds duidelijker. Wetten worden veranderd, aangepast aan de moderne wensen van de mens.
Het meest dramatische wordt dit zichtbaar in de abortuswetgeving. Het ongeboren kind is vogelvrij geworden. Nederland ging voorop. Nu is de grens van abortus provocatus al opgerekt tot vierentwintig weken. In ons land vinden rond de dertigduizend abortussen per jaar plaats. Vond men tot midden jaren ’60 van de vorige eeuw abortus volstrekt verwerpelijk, dat roer ging heel snel om. De baas-in-eigen-buik-optochten luidden nieuwe wetgeving in. Iedereen moest zich deze opvattingen snel eigen maken: artsen, scholen en kerken. Het dagblad De Telegraaf schreef aanvankelijk scherp negatief, maar toen men merkte dat de samenleving er anders over dacht, heeft men daar ook het roer omgegooid. Abortusklinieken, compleet met degelijk opgeleide artsen, maakten hun technieken en hun tarieven wereldkundig. Nederland was om! De doodscultuur greep snel om zich heen. Het moet eerst even wennen en dan doet men wel mee. In sommige Rooms-katholieke landen in Oost-Europa is nog wat officiële weerstand, maar dat zal snel verdwijnen. Zo zal het geleidelijk ook gaan met euthanasie. We zitten nu nog in een gewenningsfase.
De waarde van het leven en de normen om dat leven altijd te beschermen zijn weg. Ingeruild voor individuele vrijheid. “Ik wil zelf kiezen” is de slogan. Individuele vrijheid is ook een groot goed, maar als er geen basis is voor normbesef dan ontspoort de samenleving. Onze cultuur is vooral gevormd door het Romeinse Rijk, het Christendom, de Verlichting en door de twee Wereldoorlogen. Maar Europa bleef innerlijk in zichzelf verdeeld. Er ontstond geen typisch Europese cultuur. Er is niets wat doel en richting geeft in weer en wind. Men denkt wel normen te kennen, maar die hebben geen basis. Wat de meerderheid vindt is het enige waarop teruggevallen kan worden.

De grote test
Nu is de grote krachtproef begonnen: de vluchtelingen. Zal het Europa, waar zes miljoen Joden fabrieksmatig werden omgebracht, in staat zijn om medemenselijkheid te tonen. Het blijkt er niet te zijn. Maandenlang verdronken er mensen die in wanhoop de overtocht naar Europa over zee maakten, voordat het besef doordrong dat er iets moest gebeuren. Het enige wat zichtbaar wordt is grote verdeeldheid, nationalisme en eigenbelang. We hebben niets om te laten zien aan normen en waarden aan de vluchteling, behalve een ongebreidelde vrijheid om te doen wat we wensen.
Deze algemene indruk laat natuurlijk onverlet de inzet van vrijwilligers en hulpverleners, die geweldig werk doen, overal, ook in ons land. Mag dat de overhand krijgen. Hopelijk zullen ook kerken, op nationaal en plaatselijk niveau luider spreken en gezamenlijk de handen uit de mouwen steken!

Feike ter Velde