Erdogan en Turkije: Gog en Magog van de eindtijd?
Eind april was ik in Turkije. Een uitermate mooi land met prachtige natuur en bijzonder hartelijke en gastvrije inwoners. Er zijn twee onderwerpen, viel mij op, waarover je moeilijk in gesprek komt met de Turkse bevolking: politiek en religie. In Turkije komen Turkse, islamitische en westerse beginselen bij elkaar. Respect is een belangrijke waarde.
Tijdens mijn verblijf in Kusadasi was ik me niet bewust van alles wat zich afspeelde rond de Nederlandse columniste van Turkse afkomst Ebru Umar. Haar beledigende tweets over de Turkse president Erdogan, die zich steeds meer ontpopt als een autoritaire leider die geen tegenspraak duldt, leidden tot haar arrestatie en grote ophef. Dagenlang ging het in het nieuws over Turkije. Duidelijk werd dat de democratie, het recht van vrije meningsuiting en de persvrijheid in Turkije met voeten worden getreden. Midden-Oostenexpert Carolien Roelants vatte de situatie scherp samen: “In Turkije is alleen de weg naar de afgrond van de tirannie open.” Hoogleraar Erik-Jan Zürcher leverde demonstratief zijn in 2005 gekregen Turkse onderscheiding in als protest tegen het dictatoriale wanbeleid van Erdogan. In een opinieartikel in het NRC gaf hij toe zich vergist te hebben in zijn verwachting dat het toetredingsproces van Turkije tot de EU de democratische krachten in Turkije zou versterken. Deze reacties maken wel duidelijk hoe ernstig de situatie in Turkije op dit moment is.
Smyrna, Khan en Ataturk
Tot in de 11e eeuw was Turkije een bloeiend kerkelijk gebied en begin twintigste eeuw bedroeg het aantal christenen nog 30% van de bevolking. Door verlies van grondgebied, verbanningen, emigratie, volkerenmoord en vervolging liep dat percentage in het begin van de vorige eeuw snel terug. Tegenwoordig is Turkije een overwegend islamitisch land. Minder dan 1% is nog christen.
Het wordt nog wel eens vergeten dat veel Bijbelse plaatsen in het huidige Turkije liggen. Izmir, het vroegere Smyrna, één van de zeven (Turkse!) gemeenten uit Openbaring (Openbaring 1:11b, 2:8), was een eeuw geleden nog voor een zeer groot gedeelte een christelijke stad.
Turkije is uit meerdere volken samengesteld en ontstaan doordat nomadische bevolkingsgroepen vanuit andere delen van centraal-Azië (van Azerbeidzjan tot aan Pakistan) naar Turkije trokken. De veroveringstochten van de Mongolen onder leiding van Dzjengis Khan leidden tot de vorming van het Ottomaanse Rijk. Aan dit rijk, dat bestond tussen de veertiende en de twintigste eeuw na Christus, kwam een eind toen Mustafa Kemal Atatürk op 29 oktober 1923 de seculiere republiek Turkije stichtte, nadat Turkije in de Eerste Wereldoorlog de kant van Duitsland had gekozen en de geallieerden na de oorlog het Ottomaanse rijk ontmantelden.
Een kruitvat
Sinds 2002 is de AK-partij aan de macht in Turkije. Dit is een conservatieve politieke partij die zich positioneert in het politieke centrum, maar met een islamitisch programma. Onder leiding van de huidige president Erdogan heeft Turkije zich steeds meer opgeworpen als de samenbinder van alle islamitische landen. Zo riep medio april de Turkse premier Ahmet Davuto?lu (die inmiddels na een machtsstrijd met Erdogan het veld heeft moeten ruimen) bij de opening van de 13e vergadering van de Organisatie van Islamitische Samenwerking (OIC) in Istanbul op om “zich gezamenlijk sterk te maken voor de bevrijding van alle islamitische landen, in het bijzonder Palestina.”
In één adem werd de oprichting van een ‘Islamitische Interpol’ aangekondigd in de strijd tegen extremisme en terrorisme, met als doel om naast de Islamitische Staat ook terreurorganisaties als Boko Haram en Al Shabaab in Afrika te bestrijden, ‘omdat deze organisaties alle moslims onderdrukken en schaden’.
Rond datzelfde moment liet de Russische president Poetin weten dat hij geloofde dat het huidige Turkse leiderschap niet zozeer tegen de radicalen vecht, maar er veeleer mee samenwerkt en dat het land in Zuid-Turkije, waar de Koerden al decennialang cultureel en politiek en nu ook met stevig geweld worden onderdrukt en ook de laatste christenen als gevolg van het geweld van de strijdende partijen worden weggedreven, afglijdt naar een burgeroorlog.
De recente ontwikkelingen, de verschillende bevolkingsgroepen, waaronder de sterk nationalistische Koerden, een cultuur waarin het gaat om de ‘eer’ en ‘goede naam’ van de eigen groep, de historie van staatsgrepen, de machtshonger en de agressieve, dictatoriale opstelling van Erdogan, die droomt van een nieuw Ottomaans Rijk, de sleutelrol die Turkije speelt in de oplossing van de vluchtelingencrisis, de dreigende opheffing van de visumplicht van Turken voor het reizen in Europa, het zijn evenzovele ingrediënten in een kruitvat dat vroeg of laat tot uitbarsting komt.
Turkije in de eindtijd
Hoe moeten we deze ontwikkelingen nu beoordelen? Wat zegt de Bijbel over de rol van Turkije in de eindtijd? Moeten we ons schrik laten aanjagen en ons in verwarring laten brengen, alsof de dag van Christus op het punt staat aan te breken (2 Tessalonicenzen 2:2)?
In mijn boekenkast staat het boek ‘De Groote verdrukking’ van John Cumming, een boek uit 1862. Het is een interessant boek waarin de situatie in de wereld van die tijd wordt beschreven. Er wordt ook geschreven over de Turkse gewesten en de tanende macht van ‘de Turk’. Het boek heeft me huiverig gemaakt om al te stellige uitspraken te doen, al te veel te speculeren en al te snel conclusies te verbinden aan actuele ontwikkelingen. Maar dat er op dit moment op de achtergrond van het wereldgebeuren een geestelijke strijd gaande is, waarin Erdogans islamitische aspiraties van een Ottomaans kalifaat een niet te verwaarlozen rol spelen, mag duidelijk zijn.
Enkele gedeelten in het Profetische Woord wijzen op een rol voor Turkije in de eindtijd. Bijbeluitleggers leggen een verband tussen de volken uit Ezechiël 38 en 39 en Turkije. Sommigen menen dat Gog, de heerser van het land Magog, in de eindtijd wel eens een Turkse overheerser zou kunnen zijn met een leidende rol in de strijd om Israël. Profetieën van onder meer Amos (2:4-6:14), Jesaja (24:1-27:13) en Jeremia (1:14-16 en 4 tot 6) noemen vijanden die van het noorden komen, het Assyrische en het Babylonische Rijk, die ook grote delen van Turkije omvatten.
Maakt dit Turkije tot het leidende volk in de strijd van Gog en Magog tegen Israël? Dat is veel te kort door de bocht, hoewel middeleeuwse auteurs en ook Maarten Luther tot deze conclusie kwamen. Flavius Josephus en kerkvader Hiëronymus dachten eerder aan de Scythen, de Iraanse nomadische ruiterstammen die tussen de 7e eeuw voor Christus en de 4e eeuw na Christus grote gebieden in de Euraziatische steppe bewoonden, ver buiten de Romeinse invloedssfeer. De Amerikaanse president Ronald Reagan dacht in de jaren tachtig van de vorige eeuw aan Rusland, een zienswijze die ook door veel Bijbelleraren wordt gedeeld.
Anderen zien Turkije op de bergen van Israël ten onder gaan. Door de eeuwen heen heeft men geprobeerd Gog en Magog te verbinden aan een specifiek land. Dit is tot nu toe alleen een vermoeden gebleven. De namen Gog en Magog waren in Israël bekend als een verzamelnaam van vijandige volken van Gods volk; dus niet terug te voeren op een speciaal volk of land, maar een algemene naam voor de vijanden van Gods volk.
We weten niet hoe alles zich zal ontwikkelen. De situatie is explosief genoeg om verder te escaleren. Laten we de ontwikkelingen blijven volgen en daarbij waakzaam en op onze hoede zijn en biddend uitzien naar de Vredevorst die komt op de wolken, bekleed met grote macht en luister. Dat Hij spoedig mag komen!
Peter Burgers
Tijdens mijn verblijf in Kusadasi was ik me niet bewust van alles wat zich afspeelde rond de Nederlandse columniste van Turkse afkomst Ebru Umar. Haar beledigende tweets over de Turkse president Erdogan, die zich steeds meer ontpopt als een autoritaire leider die geen tegenspraak duldt, leidden tot haar arrestatie en grote ophef. Dagenlang ging het in het nieuws over Turkije. Duidelijk werd dat de democratie, het recht van vrije meningsuiting en de persvrijheid in Turkije met voeten worden getreden. Midden-Oostenexpert Carolien Roelants vatte de situatie scherp samen: “In Turkije is alleen de weg naar de afgrond van de tirannie open.” Hoogleraar Erik-Jan Zürcher leverde demonstratief zijn in 2005 gekregen Turkse onderscheiding in als protest tegen het dictatoriale wanbeleid van Erdogan. In een opinieartikel in het NRC gaf hij toe zich vergist te hebben in zijn verwachting dat het toetredingsproces van Turkije tot de EU de democratische krachten in Turkije zou versterken. Deze reacties maken wel duidelijk hoe ernstig de situatie in Turkije op dit moment is.
Smyrna, Khan en Ataturk
Tot in de 11e eeuw was Turkije een bloeiend kerkelijk gebied en begin twintigste eeuw bedroeg het aantal christenen nog 30% van de bevolking. Door verlies van grondgebied, verbanningen, emigratie, volkerenmoord en vervolging liep dat percentage in het begin van de vorige eeuw snel terug. Tegenwoordig is Turkije een overwegend islamitisch land. Minder dan 1% is nog christen.
Het wordt nog wel eens vergeten dat veel Bijbelse plaatsen in het huidige Turkije liggen. Izmir, het vroegere Smyrna, één van de zeven (Turkse!) gemeenten uit Openbaring (Openbaring 1:11b, 2:8), was een eeuw geleden nog voor een zeer groot gedeelte een christelijke stad.
Turkije is uit meerdere volken samengesteld en ontstaan doordat nomadische bevolkingsgroepen vanuit andere delen van centraal-Azië (van Azerbeidzjan tot aan Pakistan) naar Turkije trokken. De veroveringstochten van de Mongolen onder leiding van Dzjengis Khan leidden tot de vorming van het Ottomaanse Rijk. Aan dit rijk, dat bestond tussen de veertiende en de twintigste eeuw na Christus, kwam een eind toen Mustafa Kemal Atatürk op 29 oktober 1923 de seculiere republiek Turkije stichtte, nadat Turkije in de Eerste Wereldoorlog de kant van Duitsland had gekozen en de geallieerden na de oorlog het Ottomaanse rijk ontmantelden.
Een kruitvat
Sinds 2002 is de AK-partij aan de macht in Turkije. Dit is een conservatieve politieke partij die zich positioneert in het politieke centrum, maar met een islamitisch programma. Onder leiding van de huidige president Erdogan heeft Turkije zich steeds meer opgeworpen als de samenbinder van alle islamitische landen. Zo riep medio april de Turkse premier Ahmet Davuto?lu (die inmiddels na een machtsstrijd met Erdogan het veld heeft moeten ruimen) bij de opening van de 13e vergadering van de Organisatie van Islamitische Samenwerking (OIC) in Istanbul op om “zich gezamenlijk sterk te maken voor de bevrijding van alle islamitische landen, in het bijzonder Palestina.”
In één adem werd de oprichting van een ‘Islamitische Interpol’ aangekondigd in de strijd tegen extremisme en terrorisme, met als doel om naast de Islamitische Staat ook terreurorganisaties als Boko Haram en Al Shabaab in Afrika te bestrijden, ‘omdat deze organisaties alle moslims onderdrukken en schaden’.
Rond datzelfde moment liet de Russische president Poetin weten dat hij geloofde dat het huidige Turkse leiderschap niet zozeer tegen de radicalen vecht, maar er veeleer mee samenwerkt en dat het land in Zuid-Turkije, waar de Koerden al decennialang cultureel en politiek en nu ook met stevig geweld worden onderdrukt en ook de laatste christenen als gevolg van het geweld van de strijdende partijen worden weggedreven, afglijdt naar een burgeroorlog.
De recente ontwikkelingen, de verschillende bevolkingsgroepen, waaronder de sterk nationalistische Koerden, een cultuur waarin het gaat om de ‘eer’ en ‘goede naam’ van de eigen groep, de historie van staatsgrepen, de machtshonger en de agressieve, dictatoriale opstelling van Erdogan, die droomt van een nieuw Ottomaans Rijk, de sleutelrol die Turkije speelt in de oplossing van de vluchtelingencrisis, de dreigende opheffing van de visumplicht van Turken voor het reizen in Europa, het zijn evenzovele ingrediënten in een kruitvat dat vroeg of laat tot uitbarsting komt.
Turkije in de eindtijd
Hoe moeten we deze ontwikkelingen nu beoordelen? Wat zegt de Bijbel over de rol van Turkije in de eindtijd? Moeten we ons schrik laten aanjagen en ons in verwarring laten brengen, alsof de dag van Christus op het punt staat aan te breken (2 Tessalonicenzen 2:2)?
In mijn boekenkast staat het boek ‘De Groote verdrukking’ van John Cumming, een boek uit 1862. Het is een interessant boek waarin de situatie in de wereld van die tijd wordt beschreven. Er wordt ook geschreven over de Turkse gewesten en de tanende macht van ‘de Turk’. Het boek heeft me huiverig gemaakt om al te stellige uitspraken te doen, al te veel te speculeren en al te snel conclusies te verbinden aan actuele ontwikkelingen. Maar dat er op dit moment op de achtergrond van het wereldgebeuren een geestelijke strijd gaande is, waarin Erdogans islamitische aspiraties van een Ottomaans kalifaat een niet te verwaarlozen rol spelen, mag duidelijk zijn.
Enkele gedeelten in het Profetische Woord wijzen op een rol voor Turkije in de eindtijd. Bijbeluitleggers leggen een verband tussen de volken uit Ezechiël 38 en 39 en Turkije. Sommigen menen dat Gog, de heerser van het land Magog, in de eindtijd wel eens een Turkse overheerser zou kunnen zijn met een leidende rol in de strijd om Israël. Profetieën van onder meer Amos (2:4-6:14), Jesaja (24:1-27:13) en Jeremia (1:14-16 en 4 tot 6) noemen vijanden die van het noorden komen, het Assyrische en het Babylonische Rijk, die ook grote delen van Turkije omvatten.
Maakt dit Turkije tot het leidende volk in de strijd van Gog en Magog tegen Israël? Dat is veel te kort door de bocht, hoewel middeleeuwse auteurs en ook Maarten Luther tot deze conclusie kwamen. Flavius Josephus en kerkvader Hiëronymus dachten eerder aan de Scythen, de Iraanse nomadische ruiterstammen die tussen de 7e eeuw voor Christus en de 4e eeuw na Christus grote gebieden in de Euraziatische steppe bewoonden, ver buiten de Romeinse invloedssfeer. De Amerikaanse president Ronald Reagan dacht in de jaren tachtig van de vorige eeuw aan Rusland, een zienswijze die ook door veel Bijbelleraren wordt gedeeld.
Anderen zien Turkije op de bergen van Israël ten onder gaan. Door de eeuwen heen heeft men geprobeerd Gog en Magog te verbinden aan een specifiek land. Dit is tot nu toe alleen een vermoeden gebleven. De namen Gog en Magog waren in Israël bekend als een verzamelnaam van vijandige volken van Gods volk; dus niet terug te voeren op een speciaal volk of land, maar een algemene naam voor de vijanden van Gods volk.
We weten niet hoe alles zich zal ontwikkelen. De situatie is explosief genoeg om verder te escaleren. Laten we de ontwikkelingen blijven volgen en daarbij waakzaam en op onze hoede zijn en biddend uitzien naar de Vredevorst die komt op de wolken, bekleed met grote macht en luister. Dat Hij spoedig mag komen!
Peter Burgers