Er is een tijd…

ds. Yme Horjus • 90 - 2014 • Uitgave: 17
Alles heeft zijn uur en ieder ding onder de hemel zijn tijd…’ Zo staat het in het boek Prediker. En dan komt in het derde hoofdstuk van dat boek een opsomming waarin een geweldig stuk relativering doorklinkt. Hier volgt een klein fragment. ‘Er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven, een tijd om te planten en een tijd om het geplante uit te rukken, een tijd om te doden en een tijd om te helen, een tijd om op te bouwen en een tijd om af te breken…’ Zó is het leven van de mens volgens Prediker. Alles heeft z’n bestemde tijd en het is belangrijk om te ontdekken dat de afwisseling der dingen door God gewild is.

Wie dit rijtje van Prediker goed op zich in laat werken, mist bij enig nadenken de tegenstelling: ‘er is een tijd van werken en er is een tijd van rusten’. Dat was in de totale opsomming heel logisch geweest. Hoewel deze variant dan niet voorkomt in Prediker 3, ligt deze wel in de lijn van het Bijbelse getuigenis. God wilde niet dat de mens zich zou afmatten en een slaaf van zijn werk zou worden. Hij schonk aan de mensen de zegen van de sabbat. De Here God rustte zelf van Zijn scheppingswerk op de zevende dag en zo’n rust gunt Hij aan alle mensen. In het leven moet een heilzame afwisseling zijn van werken en rusten. Dus de tegenstelling ‘er is een tijd van werken en er is een tijd van rusten’ had heel vanzelfsprekend van Prediker kunnen zijn.

Ontspanning bij een uitspanning
Het is heilzaam voor een mens om even de teugels te kunnen laten vieren. Om even op adem te komen. Jezus nodigde op een zeker moment Zijn discipelen uit om mee te gaan naar een eenzame plaats om tot rust te komen, om uit te blazen. Want de boog kan niet altijd gespannen staan, vond Hij. “Rust een weinig,” zei Hij tegen Zijn discipelen. Je zou dat een scheppingsregel kunnen noemen: om tijd te nemen waarin je afstand neemt. Om aan jezelf toe te komen én aan God! De vakantietijd is eigenlijk een verlengde sabbat. Een flink aantal sabbatten achter elkaar. Wat een weelde! Wat een luxe!
Heel veel mensen hebben soms wel een week nodig om af te raken van hun gestreste gevoel. Het is niet eenvoudig om uit de cadans van het gewone leven te stappen. Om alles even los te laten. Bekend is de directeur die op z’n vakantieadres elke dag even naar de zaak belt of mailt om te weten hoe de dagomzet is…
De verlengde sabbat van de vakantie is een tijd waarin we tot ontspanning komen. Het woord ontspannen is een woord uit de tijd waarin nog het vervoer per paard en wagen ging. Bij een vast punt onderweg werd de paarden rust gegund. Ze werden ont-spannen. We moeten ons maar eens dat beeld van dampende paarden voor de geest halen. Mooi ook weer dat dat ont-spannen van de paarden gebeurde bij een uit-spanning. Je kunt ook zeggen dat bij een uitspanning de paarden werden uit-gespannen om te bekomen van de lange tocht.

Snelweg, stress en spanning
Bij de uitspanningen van tegenwoordig: de wegrestaurants, de motels, de benzinepompen met service-shops, houden de onvermoeibare auto’s maar heel even de vaart in om zo snel mogelijk weer weg te spurten. Er wordt wat afgejakkerd door Nederlanders! En dat niet alleen in het steeds agressiever wordende verkeer, maar ook jagen mensen langs elkaar heen uit angst te laat te komen. Ze willen het máken in het leven. Voor je 35e moet je de top al bereikt hebben, anders kun je ’t wel vergeten! Spanning, spanning, spanning!
Wie verbaast zich er nog over dat er zoveel óver-spanning voorkomt? Mensen liepen lange tijd óp hun tenen, maar er kwam een dag dat ze dóór hun tenen zakten en dat een burn-out volgde. Van zonsopgang tot zonsondergang werkten ze zich te pletter. Hadden ze maar aan andere dingen gedacht: van Zoonsopgang tot Zoonsondergang, om zo te zeggen! Hadden ze maar meer met de Zoon geleefd. De Zoon van God. Dan had het zo’n vaart niet gelopen. Eigenlijk is het heel merkwaardig dat wij in een tijd, die doorgaat voor een vrijetijdscultuur, een onvoorstelbaar hoog sterftecijfer kennen op het terrein van de hartziekten. Ons hart kan vaak het leven niet meer aan.

Bezet of bezeten?
Vroeger was stress een ziekte die voorkwam bij directeuren van bedrijven. Men noemde dat toen ook wel de managerziekte. Nu is het een volksziekte die haar duizenden verslaat. De managerziekte van zoveel jaar terug grijpt als een epidemie om zich heen. Het is niet meer de fabrieksdirecteur die z’n werk mee naar huis neemt, de dokter met een te grote praktijk, de dominee die geen ‘nee’ kan zeggen, de vrijwilliger die voor alles ‘gevraagd’ wordt en ‘overal in zit’. Nee, het lijkt wel of het als een virus in de lucht hangt en overal z’n slachtoffers maakt. Mij dunkt dat we het ook zo mogen zeggen: mensen worden ziek door hun manier van leven. Ze worden ziek van het op de tenen moeten lopen.
Denk ook maar eens aan al die moeders die een deeltijdbaan combineren met de verplichtingen van een veeleisend gezinsleven. Het leven, zoals het nu is, vergt teveel. Dat leven zelf is ziekmakend, is zat van onrust. Ik herinner mij nog een vergadering waarin de voorzitter aan het slot zei: ‘Laten we nu onze overvolle agenda’s trekken om nog een gaatje te vinden…’ We zijn voortdurend bezet. De agenda loopt over van afspraken. Maar is dit bezet-zijn niet langzamerhand een bezetenheid? Dreigen we het eigenlijke van het leven niet uit het oog te verliezen? Dat is: leven als mens voor Gods aangezicht in afhankelijkheid van Hem, levend vanuit de verzoening van Christus!

Dingen die gedaan moeten worden
Prediker zegt verderop in zijn boek: ‘Beter is een hand vol rust dan beide vuisten vol zwoegen en najagen van wind’ (4:6). God wil dat een mens tot zichzelf komt. Als een mens tot zichzelf moet komen, betekent dat in de eerste plaats dat een mens tot God komt. Want dat is het eigenlijke van het leven: tot God komen! Dan komt een mens ook tot zichzelf en ziet hij de werkelijke bedoelingen van zijn Schepper. Onze agenda’s hebben de Bijbel verdreven. Het Latijnse woord ‘agenda’ betekent letterlijk: ‘de dingen die gedaan moeten worden’. Dat klinkt als dwang en dat is het ook geworden. We zuchten onder het ‘moeten’ – de dingen die gedaan moeten worden.
De Bijbel leert ons oog te hebben voor de afwisseling der dingen, voor het ritme van inspanning en ontspanning, voor de harmonie die er moet zijn tussen werken en rust. God wil niet dat wij ons over de kop jagen naar hartinfarcten, burn-outs en zenuwinzinkingen, maar dat we ons hart ophalen, dat wil zeggen: het hart opheffen tot Hem. Jezus nodigt de vermoeiden en belasten uit tot Hem te komen: “Ik zal u rust geven…!” In de Bijbel gaat het om een geheel andere geesteshouding. Daar moeten de dingen niet, daar mogen ze. Tot eer van God en tot zegen van onszelf!

Dat is ook de zegen van de vakantie, de verlengde sabbat! Prediker brengt die zegen zó onder woorden: ‘Als men zich verheugt en zich te goed doet in zijn leven, kortom als iemand eet en drinkt en het goede geniet bij al zijn zwoegen, is dat een gave van God’ (3:12).
Wat een heerlijke en heilzame relativering! Geniet van uw verlengde sabbat! Ik doe het ook.

Yme Horjus