Er is echt hoop - De opname van de Bruid
Als je al het nieuws van de actualiteit tot je door laat dringen dan ontkom je niet aan het beeld dat de satan rondgaat als een briesende leeuw om te verslinden. Dat doet hij in een wereld waarin zoveel mensen met blindheid zijn geslagen, omdat zij God en Zijn Woord niet willen erkennen en in opstand komen tegen alles waarvan ze niet gediend zijn. Te midden van die turbulentie staat de gemeente van Christus die oproept tot bekering, maar die ook reikhalzend uitkijkt naar de dag dat Christus komt om Zijn gemeente te halen.
Een sleutel tot het begrijpen van die hoop kunnen we vinden als we de gemeente – de uitgeroepenen – zien vanuit een gedaante zoals de Bijbel haar ook beschrijft: een bruid die is voorbestemd om met haar Bruidegom verenigd te worden voor de huwelijksceremonie in de hemel. Jezus Zelf maar ook Paulus spreken hierover.
De volgende sleutel wordt helder als we teruggaan naar het oude Hebreeuwse huwelijksritueel, omdat Bijbelteksten in die context veel meer tot ons spreken. Overigens, ook als je de zeven Bijbelse feesten in de Bijbel bestudeert en in hun juiste volgorde zet, dan zul je hierin hetzelfde patroon als dat van het huwelijksritueel herkennen. God gebruikt als het ware hetzelfde stempel om de volgorde in Zijn reddingsplan aan te geven.
Stappen tot het huwelijksverbond
Als de jonge man en vrouw elkaar hebben ontmoet en zij in elkaar een levenspartner zien, dan wordt een formele ontmoeting geregeld, waarbij de bruidegom met zijn vader langskomt bij het huis van de familie van de bruid. Als hij aan de deur klopt en er wordt opengedaan, dan wordt een gezamenlijke maaltijd gehouden die door de bruid is voorbereid (Openbaring 3:20). Als dit naar wens verloopt, dan volgen er onderhandelingen tussen de families over de bruidsschat. Immers, de vrouw moet worden losgekocht van haar familie, die in deze context ook vaststelt of de bruidegom wel goed voor haar kan zorgen. Als die onderhandelingen goed verlopen, tekenen de bruidegom en de bruid een ketoeba; dat is een document waarin de rechten en plichten staan vermeld. Het eerste Bijbelse feest - dat is het Pesachfeest - staat ook in dat teken van het loskopen van de gelovigen. Al in het Oude Testament werd Gods volk als een vrouw getypeerd waarmee God door middel van het geven van de Wet een ketoeba sloot, als eerste stap naar het huwelijksverbond.
De bruid en de bruidegom bezegelen de eerste stap naar het huwelijksverbond door het drinken van een beker met rode wijn, die door de bruidegom is meegenomen. De beker na het laatste avondmaal verwijst hier ook naar, toen Jezus zei: ’Dit is het bloed van Mijn nieuwe verbond…, waarna de beker werd gedeeld’ (Mattheüs 26:26-28). Hiermee worden bruid en bruidegom voor elkaar apart gezet, maar het is nog niet de climax van de huwelijkssluiting.
De bruidegom zal kort hierna vertrekken en hij zal de bruid lange tijd niet zien. Als teken dat hij zal terugkeren om de bruid op te halen voor de grote dag van het huwelijksfeest laat de bruidegom geschenken voor haar achter. De bruid heeft dan een getekende ketoeba als bewijs dat zij al in een voor-huwelijksverbond met de bruidegom is getreden. Vanaf dat moment is zij ook al zijn erfgenaam (1 Petrus 1:1-5, 2 Petrus 1:1-4) en zal zijn naam dragen. De bruid is dan nog wel bij haar familie, maar zij is niet meer van haar familie (1 Petrus 2:11). De geschenken die zij krijgt bevestigen de liefde van de bruidegom voor de bruid én geven haar ook zekerheid dat haar geliefde zal terugkomen. Voor gelovigen wordt hier het volgende grote feest – het Pinksterfeest – benadrukt omdat Jezus de Trooster beloofde totdat Hij zou terugkomen. Zo gebeurde het ook op de kalenderdag van dat feest.
De bruidegom vertrekt – wanneer komt hij terug?
Als de bruidegom vertrekt en voor langere tijd zal wegblijven, dan is dat geen tijd van rust voor het jonge stel. De bruid blijft weliswaar achter bij haar familie, maar zij zal die tijd gebruiken om kleden te weven voor hun aanstaande huis en zij zal zich rein bewaren tot de dag van het huwelijk. Naarmate die periode langer duurt, zal de bruid begrijpelijkerwijze nog meer uitkijken naar de terugkomst van de bruidegom. Maar hij is intussen hard aan het werk. Hij neemt zijn verantwoordelijkheid en bouwt in het huis van zijn vader een bruidskamer én een toekomstige woning. Toen Jezus na Zijn opstanding onze aarde verliet stelde Hij Zijn discipelen (en ons) gerust met de woorden dat Hij weliswaar naar Zijn Vader zou gaan, maar dat Hij daar een woning met vele kamers voorbereidde (Johannes 14:2-3). Dat was Zijn verwijzing naar het huwelijksritueel en de discipelen begrepen die context. Ze wisten het zeker: hun Bruidegom zou terugkomen en nog geen tien dagen later ontvingen ze de Trooster als geschenk (onderpand) om dat zeker te weten.
Rondom de eerste komst van Christus werden álle voorjaarsfeesten vervuld. Vanaf dat moment wachten we nog op de vervulling van de drie najaarsfeesten en dus ook op de vervulling van de volgende gebeurtenissen in het huwelijksritueel.
Weet de Bruidegom niet wanneer Hij terugkomt?
Jezus vertelde Zijn discipelen ook dat alleen de Vader van die dag afwist, niet de engelen en ook de Zoon niet (Markus 13:32). Dat lijkt in tegenspraak met de Bijbeltekst dat de Vader en de Zoon één zijn (Johannes 10:30), maar het wordt veel duidelijker als je de woorden van Jezus tegen Zijn discipelen leest binnen de context van het huwelijksritueel. Immers, het huwelijk is een door God Zelf ingesteld verbond en Jezus verwijst naar de rituelen die daarbij horen. Daarom moeten we ons ook bewust zijn dat het aardse huwelijk een (weliswaar imperfecte) afspiegeling is van het hemelse huwelijksverbond.
Alleen als de vader tevreden is over de voorbereidingen die de bruidegom in zijn huis heeft getroffen, dan mag hij vertrekken om de bruid te gaan halen. Zo is het ritueel ingesteld. Op dat moment gaat de ceremoniemeester vooruit en blaast op de trompet als teken dat de bruidegom met zijn stoet er aan komt. De bruidegom komt altijd in de avond, omdat het huwelijk traditioneel voor middernacht voltrokken wordt. De bruid zet een olielamp klaar om de bruidegom aan te geven dat zij al die tijd naar hem is blijven uitzien en dat hij zeer welkom is. De bruidegom komt zelf het huis van de familie van de bruid niet binnen, maar draagt haar van de drempel naar een draagkoets (Hooglied 3:7-11). Haar voeten raken vanaf dat moment de grond niet meer totdat zij in het huis van de vader van de bruidegom is aangekomen voor de grote huwelijksceremonie onder de ‘choepa’ (de baldakijn).
Wat is dit aardse ritueel een geweldige afschaduwing van het hemelse huwelijk en wat een troost dat de bruidsgemeente voor middernacht zal worden opgehaald en haar voeten de grond niet meer zullen raken als zij weggevoerd wordt. Deze gebeurtenis past overigens helemaal bij de vervulling van het Bazuinenfeest dat het eerste najaarsfeest is dat nog op vervulling wacht. Zal het wellicht ook op die kalenderdag plaatsvinden?
Zeven dagen in de bruidskamer
Na de huwelijksplechtigheid verblijft het nieuwe bruidspaar eerst zeven dagen in de bruiloftskamer als start van het huwelijksverbond. Na die tijd treden zij naar buiten voor het grote bruiloftsmaal met de genodigden. Om die reden wordt dit bruiloftsmaal ook pas beschreven in Openbaring 19 en duidt dit erop dat de zeven jaren van (grote) verdrukking op aarde dan teneinde zijn, maar ook dat de bruidsgemeente zeven jaar in de bruidskamer is geweest voordat zij opnieuw zichtbaar wordt voor de wereld. Dat is dan ook het moment dat de Bruidegom en bruid veranderen in een Koning met Zijn legermacht, die tot dan in de hemel was en die op witte paarden en gekleed in wit en smetteloos fijn linnen met Hem meekomt, omdat de Koning Zijn koninkrijk vanaf dan op aarde vestigt (Openbaring 19:11-15).
Gelovigen met de zekerheid van hun geloof in Christus, hebben niet alleen een hoop dat zij als onderdeel van de bruid worden gehaald voor ‘middernacht’, maar ook dat zij de meest gezegende tijd zullen meemaken in de nabijheid van hun Bruidegom Die daarna als Koning voor de hele wereld zichtbaar zal worden en het vrederijk zal vestigen.
Arno Lamm & Emile Vanbeckevoort
Een sleutel tot het begrijpen van die hoop kunnen we vinden als we de gemeente – de uitgeroepenen – zien vanuit een gedaante zoals de Bijbel haar ook beschrijft: een bruid die is voorbestemd om met haar Bruidegom verenigd te worden voor de huwelijksceremonie in de hemel. Jezus Zelf maar ook Paulus spreken hierover.
De volgende sleutel wordt helder als we teruggaan naar het oude Hebreeuwse huwelijksritueel, omdat Bijbelteksten in die context veel meer tot ons spreken. Overigens, ook als je de zeven Bijbelse feesten in de Bijbel bestudeert en in hun juiste volgorde zet, dan zul je hierin hetzelfde patroon als dat van het huwelijksritueel herkennen. God gebruikt als het ware hetzelfde stempel om de volgorde in Zijn reddingsplan aan te geven.
Stappen tot het huwelijksverbond
Als de jonge man en vrouw elkaar hebben ontmoet en zij in elkaar een levenspartner zien, dan wordt een formele ontmoeting geregeld, waarbij de bruidegom met zijn vader langskomt bij het huis van de familie van de bruid. Als hij aan de deur klopt en er wordt opengedaan, dan wordt een gezamenlijke maaltijd gehouden die door de bruid is voorbereid (Openbaring 3:20). Als dit naar wens verloopt, dan volgen er onderhandelingen tussen de families over de bruidsschat. Immers, de vrouw moet worden losgekocht van haar familie, die in deze context ook vaststelt of de bruidegom wel goed voor haar kan zorgen. Als die onderhandelingen goed verlopen, tekenen de bruidegom en de bruid een ketoeba; dat is een document waarin de rechten en plichten staan vermeld. Het eerste Bijbelse feest - dat is het Pesachfeest - staat ook in dat teken van het loskopen van de gelovigen. Al in het Oude Testament werd Gods volk als een vrouw getypeerd waarmee God door middel van het geven van de Wet een ketoeba sloot, als eerste stap naar het huwelijksverbond.
De bruid en de bruidegom bezegelen de eerste stap naar het huwelijksverbond door het drinken van een beker met rode wijn, die door de bruidegom is meegenomen. De beker na het laatste avondmaal verwijst hier ook naar, toen Jezus zei: ’Dit is het bloed van Mijn nieuwe verbond…, waarna de beker werd gedeeld’ (Mattheüs 26:26-28). Hiermee worden bruid en bruidegom voor elkaar apart gezet, maar het is nog niet de climax van de huwelijkssluiting.
De bruidegom zal kort hierna vertrekken en hij zal de bruid lange tijd niet zien. Als teken dat hij zal terugkeren om de bruid op te halen voor de grote dag van het huwelijksfeest laat de bruidegom geschenken voor haar achter. De bruid heeft dan een getekende ketoeba als bewijs dat zij al in een voor-huwelijksverbond met de bruidegom is getreden. Vanaf dat moment is zij ook al zijn erfgenaam (1 Petrus 1:1-5, 2 Petrus 1:1-4) en zal zijn naam dragen. De bruid is dan nog wel bij haar familie, maar zij is niet meer van haar familie (1 Petrus 2:11). De geschenken die zij krijgt bevestigen de liefde van de bruidegom voor de bruid én geven haar ook zekerheid dat haar geliefde zal terugkomen. Voor gelovigen wordt hier het volgende grote feest – het Pinksterfeest – benadrukt omdat Jezus de Trooster beloofde totdat Hij zou terugkomen. Zo gebeurde het ook op de kalenderdag van dat feest.
De bruidegom vertrekt – wanneer komt hij terug?
Als de bruidegom vertrekt en voor langere tijd zal wegblijven, dan is dat geen tijd van rust voor het jonge stel. De bruid blijft weliswaar achter bij haar familie, maar zij zal die tijd gebruiken om kleden te weven voor hun aanstaande huis en zij zal zich rein bewaren tot de dag van het huwelijk. Naarmate die periode langer duurt, zal de bruid begrijpelijkerwijze nog meer uitkijken naar de terugkomst van de bruidegom. Maar hij is intussen hard aan het werk. Hij neemt zijn verantwoordelijkheid en bouwt in het huis van zijn vader een bruidskamer én een toekomstige woning. Toen Jezus na Zijn opstanding onze aarde verliet stelde Hij Zijn discipelen (en ons) gerust met de woorden dat Hij weliswaar naar Zijn Vader zou gaan, maar dat Hij daar een woning met vele kamers voorbereidde (Johannes 14:2-3). Dat was Zijn verwijzing naar het huwelijksritueel en de discipelen begrepen die context. Ze wisten het zeker: hun Bruidegom zou terugkomen en nog geen tien dagen later ontvingen ze de Trooster als geschenk (onderpand) om dat zeker te weten.
Rondom de eerste komst van Christus werden álle voorjaarsfeesten vervuld. Vanaf dat moment wachten we nog op de vervulling van de drie najaarsfeesten en dus ook op de vervulling van de volgende gebeurtenissen in het huwelijksritueel.
Weet de Bruidegom niet wanneer Hij terugkomt?
Jezus vertelde Zijn discipelen ook dat alleen de Vader van die dag afwist, niet de engelen en ook de Zoon niet (Markus 13:32). Dat lijkt in tegenspraak met de Bijbeltekst dat de Vader en de Zoon één zijn (Johannes 10:30), maar het wordt veel duidelijker als je de woorden van Jezus tegen Zijn discipelen leest binnen de context van het huwelijksritueel. Immers, het huwelijk is een door God Zelf ingesteld verbond en Jezus verwijst naar de rituelen die daarbij horen. Daarom moeten we ons ook bewust zijn dat het aardse huwelijk een (weliswaar imperfecte) afspiegeling is van het hemelse huwelijksverbond.
Alleen als de vader tevreden is over de voorbereidingen die de bruidegom in zijn huis heeft getroffen, dan mag hij vertrekken om de bruid te gaan halen. Zo is het ritueel ingesteld. Op dat moment gaat de ceremoniemeester vooruit en blaast op de trompet als teken dat de bruidegom met zijn stoet er aan komt. De bruidegom komt altijd in de avond, omdat het huwelijk traditioneel voor middernacht voltrokken wordt. De bruid zet een olielamp klaar om de bruidegom aan te geven dat zij al die tijd naar hem is blijven uitzien en dat hij zeer welkom is. De bruidegom komt zelf het huis van de familie van de bruid niet binnen, maar draagt haar van de drempel naar een draagkoets (Hooglied 3:7-11). Haar voeten raken vanaf dat moment de grond niet meer totdat zij in het huis van de vader van de bruidegom is aangekomen voor de grote huwelijksceremonie onder de ‘choepa’ (de baldakijn).
Wat is dit aardse ritueel een geweldige afschaduwing van het hemelse huwelijk en wat een troost dat de bruidsgemeente voor middernacht zal worden opgehaald en haar voeten de grond niet meer zullen raken als zij weggevoerd wordt. Deze gebeurtenis past overigens helemaal bij de vervulling van het Bazuinenfeest dat het eerste najaarsfeest is dat nog op vervulling wacht. Zal het wellicht ook op die kalenderdag plaatsvinden?
Zeven dagen in de bruidskamer
Na de huwelijksplechtigheid verblijft het nieuwe bruidspaar eerst zeven dagen in de bruiloftskamer als start van het huwelijksverbond. Na die tijd treden zij naar buiten voor het grote bruiloftsmaal met de genodigden. Om die reden wordt dit bruiloftsmaal ook pas beschreven in Openbaring 19 en duidt dit erop dat de zeven jaren van (grote) verdrukking op aarde dan teneinde zijn, maar ook dat de bruidsgemeente zeven jaar in de bruidskamer is geweest voordat zij opnieuw zichtbaar wordt voor de wereld. Dat is dan ook het moment dat de Bruidegom en bruid veranderen in een Koning met Zijn legermacht, die tot dan in de hemel was en die op witte paarden en gekleed in wit en smetteloos fijn linnen met Hem meekomt, omdat de Koning Zijn koninkrijk vanaf dan op aarde vestigt (Openbaring 19:11-15).
Gelovigen met de zekerheid van hun geloof in Christus, hebben niet alleen een hoop dat zij als onderdeel van de bruid worden gehaald voor ‘middernacht’, maar ook dat zij de meest gezegende tijd zullen meemaken in de nabijheid van hun Bruidegom Die daarna als Koning voor de hele wereld zichtbaar zal worden en het vrederijk zal vestigen.
Arno Lamm & Emile Vanbeckevoort